Oidipous I en Oidipous II.
Het Publiekstheater onder leiding van Croiset en zonen (vader Max zorgde voor de bewerking, zoon Hans voor de regie en zoon Jules speelde een belangrijke rol), brengt dit seizoen in een avondvullende voorstelling twee tragedies van Sofokles Koning Oidipous en na de pauze Oidipous in Kolonos.
Het eerste stuk van 425 v. Kr. wordt wel vaker gespeeld, het bevat het bekende Oidipouskompleks: hoe Oidipous zijn vader doodde en met zijn moeder lokaste trouwde, de tragische dood van lokaste en het vertrek van Oidipous, inmiddels blind geworden, uit de stad Tebe. Ongeveer 20 jaar later ca. 406 v. Kr. heeft Sofokles er een vervolg op geschreven, een tragedie die zelden wordt opgevoerd. De oude blinde Oidipous is dan in Kolonos (geboortestad van Sofokles) aangekomen en hij staat onder bescherming van de koning van Atene, terwijl men vanuit zijn vaderstad Tebe pogingen doet om hem ertoe te bewegen, zelfs met geweld, terug te keren om orde op zaken te stellen. Met behulp van Teseus, koning van Atene, weet hij te weerstaan en later vertrekt hij op een geheimzinnige wijze voor goed uit het leven.
De tragedies, vooral de eerste, kwamen in deze opvoering suggestief over, vooral door de originele aanpak: Uit het koor (het volk) treedt telkens een speler, vertolker, naar voren, na eerst door een kleine wijziging in de baziskledij de rolwisseling te hebben aangegeven. De bewegingen en opstellingen van de 13 koor-spelers zijn ritmisch en vloeiend, en kleine aanzetten tot gezamenlijk optreden van het koor tegen de achtergrond van vaag geruis zijn duidelijk. Erge nadrukkelijkheid en overacting zijn bijna overal vermeden, alleen een laatste scène uit het tweede deel van de treurende zusters, dochters van Oidipous, was naar mijn gevoel te nadrukkelijk en ook het soms al te schichtige heen en weer geloop van Antigone (Sigrid Koetse) deed te geforceerd aan en paste eigenlijk niet bij de ingehouden tragiek van het geheel.
Over het geheel gezien is het eerste deel het sterkst ook kwa stuk. Het tweede, latere deel,