lanus of Shakespeares tegenstellingen. Coriolanus is de tragische held die na zijn overwinning op de vijand van Rome als bejubelde overwinnaar wordt binnengehaald, maar nauwelijks een knieval wil doen om zich door het volk als Konsul te laten kiezen. Het volk komt door deze hoogmoed in opstand en Coriolanus wordt verbannen. Hij sluit zich dan aan bij zijn vroegere vijand om zijn stad die hem heeft uitgestoten, te vernietigen. Maar zijn moeder en zijn vrouw weten hem te bewegen de stad te sparen. Even kwam hier de machtige rol van de vrouw naar voren, die in het programmaboekje wordt onderstreept door een aanhaling van een opmerking van Cato ‘Alle volkeren heersen over hun vrouwen, wij heersen over alle volkeren, maar onze vrouwen heersen over ons’. Coriolanus wordt als verrader door de vijand terechtgesteld.
Zo wordt deze held geslingerd tussen vriend en vijand, individu en volk, plebejers en patriciërs, oorlog en vrede, liefde en haat. ‘De tegenstellingen worden niet opgeheven en er bestaat geen algemeen waardensysteem voor de polis en de enkeling’ (Kott).
Deze tragedie van de eenzaamheid waarin de held nu eens sympatiek en dan weer antipatiek overkomt, nu eens gedreven door moed en opoffering, dan weer door hoogmoed en verachting, kreeg in deze opvoering van de Haagse Comedie een sterk aksent, dankzij het open dekor, de funktionele, niet historiserende kostumering en het beheerste spel van Guido de Moor als Coriolanus en de geslepen ironie van Eric van Ingen als Menenius, de vriend van Coriolanus, en het spel van de hele groep en tenslotte de mise en scène. Ook nu weer was Eddy Brugman bijna de spelbreker door het patos in zijn optreden als opperbevelhebber van het vijandelijke kamp.
Coriolanus is het voorlaatste drama (1608) van Shakespeare (1564-1616), zijn laatste stuk The Tempest van 1612 (zie voor The Tempest ook O.E. 3/78 n.a.v. K.V.S.-Brussel) is een spel vol toverkracht en fantasie, dat zich afspeelt op een eiland waar een verbannen hertog en zijn dochter een toverheerschappij uitoefenen waaraan ook een bont gezelschap schipbreukelingen is onderworpen. Tot dit gezelschap behoort o.a. een nar en een dronken bottelier, de broer van de verbannen hertog en zijn raadsheer, terwijl er ook een gestrafte inboorling rondspookt. Kortom een heterogene klub die zorgt voor verwarring en vreemde toestanden. Van alle grote drama's van Shakespeare is deze finale volgens Kott wel de vrolijkste. En inderdaad de Engelse groep Footsbarn Theatre maakte van The Tempest een dol komisch nummer met trampoline en glijbaan, vuurwerk en knaleffekten en klowneske taferelen. De opvoering van deze Engelse, reizende, grotendeels uit jongere akteurs en aktrices bestaande groep was bijzonder inventief en amusant. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet alles verstond, maar ik heb me kostelijk vermaakt tijdens de opvoering in de K.S. te Tilburg. Kott noemt in zijn boek The Tempest het verkorte en verdichte onderwerp van King Lear! En over King Lear gesproken: het RO-theater gaat het volgende seizoen dit stuk op zijn repertoire nemen met Johnny Kraaykamp in de hoofdrol. Dat lijkt me interessant, want het RO-theater zal wel iets met Shakespeare doen.
Piet Simons.