René Declercq. Uit liefde alleen...
In 1977, honderd jaar na de geboorte van René Declercq te Deerlijk, werd als huldeblijk aan haar verdienstelijke dorpsgenoot door de plaatselijke Davidsfondsafdeling een voortreffelijke monografie uitgegeven.
In het leven van René Declercq vallen twee grote periodes te onderscheiden.
De eerste periode is gekenmerkt door zijn sociaal flamingantisme of flamingantisch socialisme en loopt tot 1915, het jaar waarin hij, gegriefd door zoveel onwil van de koning en de regering ten aanzien van de Vlaamse eisen, resoluut de zijde van het aktivisme koos en zich gaandeweg politiek steeds meer buitenspel zette.
Zijn sociale instelling kreeg hij van huis mee, want, in armoede grootgebracht, wist hij wat de strijd om het dagelijkse brood betekende. Toen hij op het kollege in het internaat het verfransingsmechanisme moest ervaren, was meteen ook de basis gelegd voor zijn Vlaamsgezindheid. Te Gent, waar hij aan de Rijksuniversiteit Germaanse filologie ging studeren, won de gedachte bij hem dan ook veld dat Vlaamse aktie en sociale aktie in elkaars verlengde lagen, dat de ontvoogding van het volk en de taal komplementair was. Zijn ideaal was een socialistische partij die zich volledig achter de Vlaamse eisen zou scharen. Met dat doel voor ogen zocht hij kontakt met Anseele, leider van de Belgische Werkliedenpartij te Gent, die zich na veel aarzelen voor de vernederlandsing van de universiteit gewonnen gaf. Later bleek dat Anseele zich alleen uit opportunisme achter die eis had gezet en de taalstrijd bijzaak achtte. Declercq zag zich toen gedwongen afstand te nemen van de BWP en hij ging met zijn orgaan De Witte Kaproen een eigen weg. Deze gebeurtenis illustreert dat een Vlaamse opstelling nooit de sterkste zijde geweest is van de socialistische partij.
Toen de oorlog uitbrak, vluchtte Declercq met zijn gezin naar Nederland en trad hij tot de redaktie toe van De Vlaamsche Stem, de krant voor Belgische vluchtelingen, die haar onvoorwaardelijke trouw bevestigde aan de ‘godsvrede van augustus '14’, die bepaalde dat de Vlaamse grieventrommel pas na het beëindigen van de oorlog opnieuw bovengehaald zou worden. Door de gebeurtenissen aan het IJzerfront was die houding voor Declercq niet langer aanvaardbaar en hij is de aktivistische toer opgegaan. Na de oorlog was zijn rol in de Vlaamse Beweging dan ook uitgespeeld. Hij bleef in Nederland als balling en raakte politiek geisoleerd. Na de amnestieverlening in 1929 bleef hij in Neder-