ven naar nauwer kontakt met de rest van het Noorden-Nauw-van-Kales; ten derde: de Vlaamse volkstaal en het algemeen Nederlands verder aktiveren. Men was op de eerste plaats immers tot de konsensus gekomen dat het dialekt nuttig en noodzakelijk is binnen de gemeenschap van de Westhoek. Er zou zelfs een beroep gedaan worden op Fr.3 om wekelijks wat ‘Vlaamse’ zendtijd te krijgen. Een goed idee natuurlijk! Wat het moet worden met de Nederlandse kultuurtaal in de Westhoek liet men in het vage. De algemene taal heeft veel te danken aan het dialekt en is wel noodzakelijk om buiten de besloten grenzen te treden, maar buiten deze klichees werd niets ad rem gezegd. De volkstaal zal niet licht van haar pedestal gehaald worden! Het Nederlands kreeg wel de aandacht als men het had over zijn betekenis voor ‘la Flandre Gallicante’, waar men zonder het substraat zit. Hierbij viel zelfs het voorstel om er bij de massamedia - men dacht echter enkel en alleen aan radio Kortrijk - op aan te dringen lessen Nederlands uit te zenden. Blijft natuurlijk de vraag of dit tot de taak of de opdracht van een regionale zender behoort.
Op dezelfde wijze kwam de sektie woon- en leefmilieu tot een aantal betrachtingen om het Vlaamse karakter van de streek te behouden. Het atelier ekonomie had het uiteraard niet moeilijk om een hele reeks Frans-Vlaamse ekonomische en ekologische problemen uit het Danaïdenvat aan te boren: de infrastruktuur, de faliekante rekonversie van Usinor, de zorgenkinderen Grevelingen en Duinkerke, de krisis in de hopteelt, de algemene krisis...
De plenumvergadering op de laatste dag leverde ook enkele interessante bedenkingen op in verband met de formule van de volgende Zomervolkshogeschool. Vier dagen lang diskussiëren is inderdaad té lang en hierbij moet je nog nemen dat twee werkdagen in deze periode vallen. (Als je bedenkt dat zelfs op die dagen zich bv. voor de sessie kultuur telkens toch nog een 40-tal mensen vrijgemaakt hadden, heb je als inrichter reden tot juichen.) Dan was er ook nog de vraag of de Hogeschool in eerste instantie louter informatief moet zijn, of anders toch beter als debat opgevat wordt. Een open vraag natuurlijk. Debatten hebben echter het grote voordeel dat ook de ideeën van een anders naamloze Frans-Vlaming gehoord worden. Om over een nog grotere zeggingskracht te beschikken werd zelfs gedacht aan kontakt met de ‘tegenhanger’ van Hazebroek, de Pikardische Zomervolkshogeschool. En het hoeft bovendien niet steeds Hazebroek te zijn die de Volkshogeschool ontvangt. Kortom, de motivatie om er mee door te gaan is er en het feit dat de organisatoren er zich ook over bezinnen om de Volkshogeschool nog meer in de richting van de perfektie te sturen, bewijst dat ze niets aan het toeval willen overlaten!
Luc Verhaeghe.