De Franse Nederlanden
XXXIe Frans-Vlaamse Kultuurdag te Waregem.
Zoals verleden jaar begon de 31ste Frans-Vlaamse Kultuurdag (23-24 september 1978) te Waregem met een geschiedkundig kollokwium. Op het programma stonden onderwerpen als Guido Gezelle en Frans-Vlaanderen, een Oostenrijkse visie op de Vlaamse Beweging en bronnen voor proefschriften over Frans-Vlaanderen. Gepleit werd voor de oprichting van een tijdschrift voor de geschiedenis van de Franse Nederlanden.
De hoofdschotel kregen we uiteraard op zondag 24 september. Vijf sektievergaderingen waren voorzien in de voormiddag. Onder leiding van Dr. A. Van Hulzen werd in de werkgroep geschiedenis de betekenis van de verdragen van Utrecht en Atrecht onderzocht; Dr. E. Vanneufville stelde zijn recent werk De geschiedenis van Belle in Frans-Vlaanderen voor. De sektie literatuur verdiepte zich in het Roelandslied en poneerde er de Dietse oorsprong van. Terzelfdertijd kwamen ook de werkgroepen jeugd-informatie, en familiekunde bijeen. Voor konkrete voorstellen moest je me dunkt eerder naar de sektie overheidspersonen - grensproblemen. Moderatoren waren senator G. Mommerency, burgemeester van Nieuwpoort, en J. Delobel, burgemeester van Belle. Op de 30ste Frans-Vlaamse Kultuurdag (16-17 september 1977) was binnen deze werkgroep het voorstel naar voren gebracht om de bestaande grensproblemen te inventariseren. Een studiegroep van Hantal Kortrijk o.l.v. J. Amez e.a. kon ons een 35 bladen tellende brochure, resultaat van een diepgaande enquête, aanbieden. Burgemeester Delobel merkte prompt op dat de problemen vandaag nog altijd dezelfde zijn als 10 jaar geleden. Omdat het bij dit alles natuurlijk nergens toe dient mekaar de mantel uit te vegen, kwamen de aanwezigen al vlug tot de konsensus dat er van weerszijden van de schreve definitief werk van gemaakt diende te worden om alle - soms banale - problemen die hun oorsprong vinden in gebrek aan koördinatie, op te lossen. Ook linguïstische misverstanden ressorteerden hieronder. Alleen een associatie van burgemeesters kon hier volgens de aanwezigen het nodige heil brengen. Omdat de realisatie van dit voorstel volgens J. Delobel voor Frans-Vlaanderen zeker haalbaar leek, beloofde G. Mommerency dat nog vóór het einde van dit jaar een voorbereidende vergadering zou bijeengeroepen worden. Het kransje overheidspersonen zou dus op de kultuurdag van volgend jaar flink wat aangegroeid
moeten zijn!
Dan was er nog het plenum in de namiddag waarbij Dr. Daniël Merlevede, algemeen voorzitter van het KFV, nadat hij aan de minister van Nederlandse Kultuur Mevr. R. De Backer-van Ocken gevraagd had om in het kader van het plan-Spitaels een tiental historici in Frans-Vlaanderen in te zetten om er de archieven te inventariseren en toegankelijk te maken, het woord gaf aan de Frans-Vlamingen zelf. Zonder uitzondering maakten zij er dankbaar gebruik van om ons in het Nederlands toe te spreken. Dr. E. Vanneufville belichtte Frans-Vlaanderen vanuit algemeen-historische hoek. De situatie van de taal nam Jacques Fermaut voor zijn rekening. Hij wees op de sociologische en technische (inzake taalbeheersing) grens in het taalgebruik. Met een zeker pessimisme had hij het ook over de bedreiging van het dialekt in de grensgebieden. Heel terecht merkte hij ook op dat inzake taalpolitiek een zekere verslapping te konstateren valt. Nieuwe bewegingen zoals Menschen Lyk Wyder hebben zich immers ook ekonomisch en ekologisch geëngageerd. Hij moedigde dan ook allen aan het gunstig klimaat rond het ‘Vlaams’ uit te buiten en achtte het de taak van Vlamingen en Nederlanders het imago van de taal hoog te houden. Francis Fritz bracht enkele recente en minder recente gegevens over het Nederlands taalonderricht. Dit jaar kan het Nederlands ook in de hogere cyklus van het middelbaar onderwijs worden gevolgd. Dit is reeds het geval aan het gymnasium te Armentiers. Marc Caestre en Régis Demol die respektievelijk het politiek en het ekonomisch-ekologisch aspekt voor hun rekening zouden nemen, waren afwezig.
Daarna reikte Mevr. R. De Backer-van Ocken de prijzen en erepenningen uit aan verdienstelijke Frans-Vlamingen. In haar slotwoord wees zij op het tanen van de glamour van de centraliserende staten ten voordele van het regionalisme en situeerde dit in het perspektief van de Europese eenmaking.
Een Frans-Vlaamse volkskunstavond rondde het programma af.
De kultuurdag te Waregem anno 1978 is meer als ooit tevoren de dag van de Frans-Vlamingen geweest. Iedereen die met de zaak begaan is, zal tot de hartverwarmende konklusie zijn gekomen dat de respons uit Frans-Vlaanderen steeds maar toeneemt.
Luc Verhaeghe.