- | autonomie die de ontwikkeling van de regio bevordert, |
- | autonomie die aan de regio het recht op onderscheid toekent (erkenning van de minderheidskultuur), |
- | autonomie op politiek vlak waarbij de progressieve krachten zich kunnen organiseren op lokaal, gewestelijk en Europees niveau. |
Het boek is hoe dan ook een interessant dokument. Het illustreert dat er aardig wat reilt en zeilt bij de minderheden. Dit gaat ongetwijfeld ook op voor Frans-Vlaanderen, maar op dit punt heeft Petrella een steek laten vallen.
Riccardo Petrella, La renaissance des cultures régionales en Europe, éditions Entente, 12, rue Honoré-Chevalier, F-75006 Paris, 1978, 317 blz.
● Het boek Les Hexagons van Nicolas Bourgeois is aan zijn tweede uitgave toe, nu echter niet op rekening van de auteur, maar bij het Centre Flamand de Recherche et de Diffusion. In 20 hoofdstukken, waarvan het laatste bestaat uit een glossarium en een bibliografie, brengt hij een geschiedkundige behandeling van de Franse zeshoek vanaf 59 voor Kristus tot heden.
Het werk zou hoogstwaarschijnlijk reeds bij voorbaat veroordeeld zijn tot een plaatsje tussen de andere Franse naslagwerken van dit soort, ware het niet dat de auteur de ontstaansen ontwikkelingsgeschiedenis zo objektiverend mogelijk tracht te schetsen. Wars van elk chauvinisme, van elk patriottisme bindt hij de strijd aan tegen de traditionele geschiedschrijving waarbij Maurras, Fustel de Coulanges en anderen het moeten ontgelden. Het zou onbegonnen werk zijn het boek van Bourgeois samen te vatten. Elke regel bevat een bron aan informatie. Eén voorbeeld maar hoe hij demistificerend op de geschiedenis afgaat. Aan de Romeinse bezetting hield Frankrijk de haan over. De traditionele geschiedschrijving loopt echter hoog op met deze bezetting. Dat de zeshoek totaal onbelangrijk was is haar echter ontgaan, de centralisatiepolitiek vanuit Rome liet het latere Frankrijk in de kou staan. Over de dreiging van de Germanen wordt met haast geen woord gerept. Het enige wat we over hen weten is verdacht, aldus Bourgeois. Doeltreffend heeft men de eigenlijke grondleggers van de zeshoek-natie buiten beschouwing gelaten als zijnde van nul en gener waarde. Wat de schoolboeken ons diets maken zijn hooguit anekdoten en onbenulligheden. Maar ‘un beau matin, que l'on ne datera jamais avec certitude mais qui dura longtemps, la Gaule, en s'éveillant, apprit que son chef était définitivement le “Rex Francorum” et qu'elle s'appellerait dorénavant la France...’ (p. 14). En dan komen de eerste frankofone stamelingen ‘Comment de tous les patois romans introduits dans l'ancienne Gaule par des légionnaires incultes, l'un de ces jargons parvint-il à se dégager et à s'affirmer? Ici comme ailleurs l'école Maurrassienne a brouillé les chartes. Elle s'est acharnée à nier l'influence du francique et à détruire ses vestiges encore apparents’ (p. 18). Zo
gaat Bourgeois door met het afbreken van de heilige huisjes van de historici.
Bijzondere aandacht besteedt hij aan die volksgroepen die ook deel uitmaken van de Franse natie en die zich in hun anderstalig-zijn gaan organiseren. Totnogtoe zijn de Franssprekenden nivellerend opgetreden. Uit genocide overwegingen hebben zij etnische minderheden en andere linguïstische gemeenschappen voor schut gezet. In de laatste hoofdstukken valt hij daarom ook hard uit...
Het boek laat zich in één adem lezen. Ironie, sarkasme, de snedige schrijftrant van de auteur zullen hieraan wel niet vreemd zijn.
Nicolas Bourgeois, Les Hexagons. De la Gaule à la France et de la France à l'Hexagone, Centre Flamand de Recherche et de Diffusion, rue des Passerelles 76, F-59140 Dunkerque, 1978, 138 blz.
● De slag aan de Pene (1677) en de vrede van Nijmegen (1678), beide gevolgen van de anneksatiepolitiek van Lodewijk XIV, hebben beslist over de toekomst van een belangrijk stuk van Frans-Vlaanderen. Op 9 april 1978 had o.l.v. Raf Seys de tweede zwijgende voettocht door het slagveld plaats. Ook de geïllustreerde gids De Slag aan de Pene 1677 van dezelfde Raf Seys was rond hetzelfde tijdstip aan een tweede - bijgewerkte - uitgave toe.
De bescheiden kwalifikatie ‘geillustreerde gids’ doet de vraag rijzen naar de kwaliteit van een werk dat bij lezing verhelderend en boeiend blijkt te zijn.
In het hoofdstukje met de veelzeggende titel Aan de in een veldslag vergeefs gesneuvelden - vertaling van een artikel van de Kasselse geneesheer Frederik Morel dat vóór twee jaar in La Voix du Nord verscheen - krijgen wij, afgezien van een paar anekdoten, een gedetailleerd relaas van de krijgsverrichtingen die resulteerden in de voor Vlaanderen zo funeste aftocht van Willem III van Oranje. Het uitslaand kaartje achteraan maakt het ons mogelijk dit in de ruimte te volgen. Jammer genoeg is het in kaart gebrachte gebied met het oog op de tocht zo eenzijdig om en bij de Pene gesitueerd. Belangrijke strategische punten zoals Sint-Omaars, bruggehoofd van de Spanjaarden, Walen, Blendeke, Arken, e.a. konden er niet bij. Dit kleine tekort in de lay-out kun je natuurlijk ook als een schoonheidsfoutje beschouwen.
La contrée de ma peine neemt ‘pene’ -topo- en -antroponiemen onder de loep en refereert naar personen, gebeurtenissen... Dan volgt een korte beschrijving van de voettocht zelf. Enkele hoopgevende Frans-Vlaamse getuigenissen en gedichten ronden dit hoofdstukje af.