20ste Frans-Vlaamse kulturele dag in Hulst.
Na een In Memoriam aan de vroegere voorzitter J.H. Stolte en aan onze vriend Cohen Stuart vanwege Burgemeester P. Molthoff, verleende voorzitter Drs. A. Hildebrandt het woord aan Marten Heida op de 20e Frans-Vlaamse dag te Hulst op 20 mei 1978. De slag aan de Penebeke, zo stelde Heida, betekende niet alleen een nederlaag voor Willem III waarbij duizenden Noordnederlanders sneuvelden, maar bracht ook een scheur aan in de oude Nederlanden en in het Nederlandse taalgebied. Dit is 301 jaar geleden. Toch is die losgerukte tak van het Nederlandse volk niet dood: dat heeft Gijs van Ryckeghem in z'n herdenking van J.M. Gantois en door een kleurige illustratie van een stuk uit z'n boek Hoe ik mijn volk en mijn taal terugvond overtuigend weten te beklemtonen.
Dr. C. Sluiter zette die indruk nog kracht bij door z'n kleurenen klankbeeld over de Zuidvlaamse Westhoek.
De hoofdbrok van de dag bracht Prof. Dr. M. Gysseling met De taalevolutie in de Zuidelijkste Nederlanden. Nog sterker als ooit tevoren benadrukte Gysseling dat onze streken al in de 2e eeuw voor Kristus gegermanizeerd werden, behalve dan de kuststrook, dat deze germanizering bevestigd werd - na de Romeinse bezetting - door de Frankische veroveringen, en dat Saksen uit Sleeswijk-Holstein het kustgebied aan weerskanten van Noordzee en Kanaal inpalmden en dat zodoende tot de 8e eeuw één zelfde taal gesproken werd in die kustgebieden. Pas dan gaat het Engels zich hiervan afscheiden.
Het Duinkerkse koor Notre Dame des Dunes en het Zeeuws-Vlaams kinderkoor, maar vooral Estampie uit Duinkerke luisterden deze dag op met Vlaamse liederen en oud-Nederlandse instrumentale muziek.
C. Moeyaert.