Ons Erfdeel. Jaargang 21
(1978)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 470]
| |
(12 en 19 maart 1978) behoren alweer tot het verleden. In de twee Frans-Vlaamse departementen hebben zij het volgende resultaat gegeven: van de 37 volksvertegenwoordigers die gekozen moesten worden, behoren er 6 tot de meerderheid, 31 tot het linkerblok (14 kommunisten, 17 socialisten). Men heeft met andere woorden anders gestemd dan elders in Frankrijk. In vergelijking met de resultaten van 1973 (10 zetels voor de meerderheid, 12 voor de kommunisten, 15 voor de socialisten) betekent dit een gevoelige achteruitgang voor de meerderheidspartijen. De verklaring hiervoor zit 'em niet uitsluitend in de politieke ideologie van de bewoners van het Noorden - Nauw van Kales. De tribulaties inzake de rekonversie van het steenkoolbekken en de moeilijkheden die voortgesproten zijn uit de recessie van de ijzer- en staalindustrie zullen de uitslag wel beïnvloed hebben. De ekonomische krisis heeft hier immers harder toegeslagen als elders in het land het geval is. Als we bovendien weten dat Frans-Vlaanderen nog steeds stiefmoederlijk behandeld wordt tengevolge van de sterk centraliserende politiek van Parijs, dan lijkt verdere kommentaar me dunkt overbodig. | |
Kulturele informatie.● Op 30 en 31 maart 1978 organiseerde een groepje leerlingen uit de vijfde en zesde klas van het lyceum Paul Hazard te Armentiers een tentoonstelling gewijd aan Frans-Vlaanderen. Wie denkt dat de aanpak eerder dillettantistisch was, heeft het verkeerd voor. De tentoonstelling was opgebouwd rond een aantal goed gestoffeerde stands met o.a. bijzondere aandacht voor de algemene geschiedenis van Frans-Vlaanderen, de evolutie van de taalgrens, de ekonomische bedrijvigheid, de folklore en de gastronomie van de streek. Een begeleidend filmpje had het over bouwtrant en huisvesting. Dat er achter deze opzet een diepgaand bewustzijn van de Frans-Vlaamse eigenheid stak, hoeft geen betoog. Op gevatte wijze gaven enkele kartoons de Frans-Vlaamse problematiek weer: de laatste Frans-Vlamingen worden nu eens hier in een reservaat ondergebracht, elders dan weer geldt het verbod de Frans-Vlamingen te ‘voederen’! De belangstelling blijkt heel bevredigend geweest te zijn, vooral dan bij de plaatselijke schoolgaande bevolking. Toch zou ik in dit verband een dubbele opmerking willen maken. Om het grote publiek te bereiken zou een dergelijke interessante tentoonstelling vooreerst uit het té enge kader van de school zelf gehaald moeten worden. Waarom zou men zoiets bijvoorbeeld niet kunnen laten plaatsvinden in het stadhuis? Bovendien mocht best wat meer ruchtbaarheid aan dit initiatief gegeven zijn. Het is jammer te moeten konstateren dat mensen uit de buurt niets van deze gebeurtenis bleken af te weten... De inrichters moeten ongetwijfeld tot dezelfde opmerkingen gekomen zijn. Dit alles doet echter niets af aan de verdienste van de organisatoren. Wij hopen dat ook dit ‘nieuw geluid’ uit Frans-Vlaanderen uitgroeit tot een jaarlijkse gebeurtenis. ● Er moet haast een vergissing in het spel zijn alvorens de Franse radio, televisie of pers organisaties aan bod laten komen die bepaalde Frans-Vlaamse - niet in het minst linguïstische! - problemen behartigen. Een voorbeeld... Op 15 april 1978 werd te Herzeele een Vlaams feest georganiseerd waarvan de opbrengst bedoeld was voor de restauratie van de ‘Noordmeulen’ van Steenvoorde en de molen van Coquelles. Het initiatief hiervoor ging uit van de beweging Menschen lyk wider die eind vorig jaar te Hazebroek werd gesticht (zie in dit verband O.E., 1/78, p. 150). Radio FR.3 Nord-Picardie maakte op 12 april melding van deze volksavond. Eerst werd het programma besproken (helemaal nieuw bleek hier het optreden van de groep De Kreupelaer te zijn), daarna kreeg een zegsman van Menschen lyk wider enkele minuten zendtijd toegewezen om de beweging eventjes voor te stellen. Deze omschreef de werking van ‘Mlw’ als een poging om de overheid te alarmeren voor de problemen van de Frans-Vlaamse Westhoek: op sociaal-ekonomisch vlak: het probleem van de tewerkstelling en van het leefmilieu; op kultureel gebied: het probleem van de ‘Vlaamse’ taal. Dit laatste aspekt werd zelfs dik in de verf gezet. De dag daarop kondigde televisie FR.3 op haar beurt het Vlaamse feest aan. Hoe groot was mijn verbazing toen ik konstateerde dat de TV-presentatrice in haar woordje uitleg over ‘Mlw’ haar werking op gebied van de Nederlandse taal geweerd had... Of was het er de lieve dame alleen om te doen geen slapende honden wakker te maken?
● Tot in mei liep in de Archives Départementales (rue Saint-Bernard) te Rijsel de tentoonstelling Archieven van zieken- en armenhuizen in Rijsel tot 1790’. Wat is de plaats van armen, zieken, bejaarden in de maatschappij? Worden zij onder invloed van een maatschappij die zich rationeel noemt tot isolement gedoemd of worden zij toch in het dagelijks leven betrokken? Het antwoord op dergelijke vragen reveleert de sociale struktuur eigen aan een bepaalde tijd. Kortom, aan de hand van deze tentoonstelling hebben wij een sociaal tijdsbeeld gekregen vanaf de 13de eeuw (met o.a. de stichting van het karitatief be- | |
[pagina 471]
| |
doelde Hospice Comtesse (1236) door Johanna van Konstantinopel, dochter van de keizer van het Latijns Keizerrijk Boudewijn I en gravin van Vlaanderen en Henegouwen) tot en met de Verlichting. ● Met de huldiging te Watou is sedert 15 april 1978 het Grimminck-jaar ingezet. Tal van aktiviteiten zijn achtereenvolgens voorzien te Veurne, Ieper, Kaaster (bij Belle) en Katsberg. Op 12 november wordt opnieuw te Watou besloten. Het ligt niet in mijn bedoeling in ekstenso in te gaan op het programma dat het Grimminckkomitee (Beenhouwersstraat 64, 8000 Brugge) ons biedt, de Nederlandstalige pers brengt immers vrij regelmatig informatie over de diverse manifestaties (b.v. tussen 13 en 20 april 3 behoorlijke artikels van de hand van W.P. in Het Volk, 2 artikels in Het Laatste Nieuws...). Wel zou ik even willen ingaan op het verband dat er is tussen Grimminck en Frans-Vlaanderen. In 1676 wordt Grimminck te Ieper geboren. Na zijn studies filosofie aan de universiteit van Dowaai (de 2de universiteit van de Nederlanden) en zijn studies teologie te Ieper én te Dowaai wordt hij priester aan het bisdom Ieper dat zich uitstrekt over de vierhoek begrensd door Nieuwpoort, Duinkerke, Kaaster, Waasten. Al vrij vlug vinden wij Grimminck in Frans-Vlaanderen terug: in 1702 in Zuidkote, een arm dorpje dat het vooral van de garnaalvisserij moet hebben, vanaf 1706 in Kaaster waar leven al even moeilijk is. In 1724 trekt hij naar Watou waar hij als anachoreet leeft. Hij sterft er vier jaar later. Van Grimminck is een belangrijke verzameling brieven en andere geschriften bewaard die van hem een van onze grote Vlaamse mystici gemaakt hebben. Als men immers stelt dat Grimminck samen met Michiel de Swaen de laatste van de Nederlands schrijvende auteurs van Frans-Vlaanderen is (wat ik in bepaalde artikels vond), slaat men de bal eigenlijk een beetje mis. Grimminck was wel pastoraal aktief in Frans-Vlaanderen, maar hierom kan hij toch nog niet als Frans-Vlaams auteur in strikte zin beschouwd worden (zie in dit verband ook het jaarboek De Franse Nederlanden - Les Pays-Bas Français van 1977, pp. 101 en 103). We moeten dus wel eventjes nuanceren. Dit betekent nu ook weer niet dat ik Grimmincks binding met Frans-Vlaanderen minimaliseer. Grimminck is ongetwijfeld sterk beinvloed door het Frans-Vlaanderen waarvoor hij gedurende plusminus 20 jaar het beste van zichzelf heeft gegeven.
● Een gebeurtenis met cachet is ongetwijfeld de tentoonstelling Bonnard in de Fondation Anne et Albert Prouvost te Marcq-en-Baroeul. Pierre Bonnard (Fontenay-aux-Roses 1867 - Le Cannet 1947) die al vrij vlug een post-impressionist genoemd werd, stond open voor vele moderne richtingen. Een vijftigtal doeken, evenals enkele van zijn affiches en illustraties, zijn ter gelegenheid van deze tentoonstelling uit diverse privé-kollekties en musea (w.o. het Stedelijk Museum van Amsterdam, het Kunsthaus van Zurich...) samengebracht... Een unieke kans om het werk van deze grote naam uit de wereld van de pikturale kunst beter te leren kennen. Alhoewel de vernissage reeds op 15 april 1978 heeft plaatsgehad, loopt de ekspositie nog tot en met 9 juli (van 14 tot 19 uur op werkdagen; van 10.30 tot 12 uur en van 14 tot 19 uur op zaterdag en zondag; gesloten op maandag).
Luc Verhaeghe. |
|