Serie Z van het Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Zoals gebruikelijk bij de grote orkesten, het Residentie-Orkest uitgezonderd, vormen de moderne series de sluitstukken in de programmering. Men kan alle informatie krijgen over de ‘gewone’ abonnementsseries, maar de samenstelling van de eigentijdse koncerten komt men pas op het laatste moment te weten. Een typerende gang van zaken. Om moedeloos van te worden.
Ook het Rotterdamse orkest ontkwam niet aan strubbelingen bij de moderne Z-serie, maar afgezien van een rommelige programmering viel er wel degelijk iets positiefs te melden; zette het Haagse orkest zich als eerste in voor het verwaarloosde oeuvre van Matthijs Vermeulen, nu kwamen ook de Rotterdammers over de brug: in de programma's waren twee rode draden gesponnen: werken van Vermeulen en Darius Milhaud.
Van Vermeulen klonk de optimistische tweede symfonie ‘Prélude a la nouvelle journée’ (10 februari, samen met de beschouwelijke The Seasons van John Cage en het uiterst spektakulaire Star's End van David Bedford), de dito vijfde ‘Les lendemains chantants’ (31 maart, met Carles Ives' Three places in New England en Edgar Varese's Nocturnal, zijn laatste onvoltooide kompositie) en het lied La Veille (5 mei, gekombineerd met Musica per orchestra van een van de meest interessante Hongaarse komponisten András Szöllösy, Green van Takemitsu en Agon van Igor Strawinsky).
Het engagement van Vermeulen spreekt uit alle drie de stukken, die elk verbonden zijn met de strijd: de tweede symfonie als symbool voor een betere toekomst na de Eerste Wereldoorlog, terwijl de vijfde zijn oorsprong vond op een oktoberavond in 1941 ‘in de donkerste diepte van de tunnel die oorlog heet’. De titel verwijst naar een brief die een Franse verzetsman als vaarwel schreef vóór hij gefusilleerd werd. Tijdens de winter van 1944 voltooide de komponist zijn werk, wederom op te vatten als een evokatie voor een gelukkiger toekomst.
Bijna overbodig te zeggen dat het lied La Veille uit 1917 (orkestratie 1932) een anti-oorlogsstrekking heeft. De Amerikaanse mezzo Jane De Gaetani zette er zich voor in. Ze heeft vooral bekendheid gekregen als vertolkster van de eigentijdse Amerikaanse muziek in het bijzonder en van Ives in het algemeen. Vermeulen heeft wel iets van het onverzettelijke dat Ives kenmerkt. De kombinatie met Ives en Varèse (ook zo'n ongebonden figuur) vond ik dan ook het meest veelzeggend.
Het koncert waarbij de Hongaar Szöllösy werd geïntroduceerd werd gedirigeerd door de nieuw benoemde dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest David Zinman, de overige koncerten werden geleid door dirigent-komponist Otto Ketting.
Ernst Vermeulen.