geraakte mezzotint (‘zwarte kunst’) grondig vernieuwd.
Hoydonckx gaat doorgaans uit van een gegeven uit zijn omgeving: het Kempense landschap, zandkuilen, bossen, dennen, gebouwen, menselijke figuren. Tijdens zijn studiereizen inspireerden hem o.m. het purperen Joegoslavische landschap of een zonsondergang, de doorgloeide vlakten en de trotse schoonheid van een Bantoe-vrouw in Zuid-Afrika. Deze onderwerpen kunnen duidelijk herkenbaar zijn of kunnen in een grafische konstruktie worden opgenomen in een subliem, haast abstrakt aandoend struktuurstuk. Hij ontvet als het ware soms het figuratieve gegeven, hij ontkleedt het, ontdoet het van zijn toevalligheden. Elk element in zijn grafiek krijgt een taak toebedeeld in het geheel van de opbouw. Door het ontleden en het weer samenballen wordt de uiterlijke schijn der dingen, die we soms ‘de werkelijkheid’ plegen te noemen, omgetoverd tot het wezen zelf, tot het zenuwstelsel van die dingen.
Het meest opvallende element in het grafische oeuvre van Rik Hoydonckx is zijn scherp bewustzijn van de oorspronkelijke en specifieke eisen, gesteld door elk der verschillende grafische uitdrukkingswijzen afzonderlijk. Dringt zich een tema aan hem op, dan dringt zich reeds onmiddellijk een eerste keuze op: moet het in akwatint, in ets, droge naald, zachte grond (vernis mou), suikertechniek, burijn, reliefdruk, kleurdruk metode J. Villon of in lito grafisch vertaald, grafisch ‘omschreven’ worden? Instinktief en met Fingerspitzengefühl moet de kunstenaar kunnen aanvoelen welk genre het best tot uiting kan brengen wat hij met zijn tema betracht. Daarna moet hij zich strikt aan de specifiek eigen taal van die discipline houden. Boven dit alles echter heerst primordiaal de eigen aard van de grafiek. Indien beeldhouwen modeleren is, architektuur in hoofdzaak ruimte
Rik Hoydonckx:
‘Ongerepte natuur’ (ets).
is en schilderen vooral gekonditioneerd wordt door het kleurvlak, dan is grafiek voor Hoydonckx ‘omschrijven’.
Voortdurende studie, zowel in het buitenland als in het eigen atelier te Lommel, verrijkte en rijpte zijn kennis van grafische wetten en stelregels. Kunst, in de opvatting van Hoydonckx, blijft een getuigenis van de ziende, de wetende en uiteindelijk scheppende geest. Deze geest gebruikt de zowel adekwaat gekozen als spontaan gevonden elementen om een ordening tot stand te brengen. Hoydonckx zei ons ooit: ‘Wanneer je zonder het te weten meesterwerken kan scheppen, dan is dit niet weten de aangepaste weg daartoe; slaag je daar echter met zo'n niet weten niet in, dan ligt het voor de hand dat je als artiest je het weten eigen moet maken’. Kunde is nog geen kunst. Zelden echter zal je kunst zonder kunde ontmoeten. Slechts waar er voortdurende bekommernis om vooruitgang in ambachtelijkheid en technische vaardigheid aan de basis ligt, kun je geloven in blijvende en autentieke kunstwaarde. Hoezeer ook Hoydonckx de alchimie van arceringen en toonwaarden verworven heeft, toch denkt hij er niet aan het ambachtelijke los te koppelen van talent en inspiratie. Op wat hij ‘het genadevolle moment’ noemt, het ogenblik waarop een kunstwerk verwerkt wordt, het scheppingsmoment dus, spelen allerhande zowel bewuste als onderbewuste, zowel ‘wetende’ als mysterieuze faktoren samen. Zijn algemene kulturele, kunst- en kultuurhistorische bagage (hij is ook leraar estetika), die de geest bij eender welk opduikend tema alert en reageerbereid houdt, is de teeltbodem voor dit ‘genadevolle moment’. Zijn ekspressiewijzen - en vormen gaan hieraan blindelings gehoorzamen. Zo komt de ‘omschrijving’, het grafische resultaat tot stand.
Als we het bekende ‘tekenen is de kunst van het weglaten’ op de grafiek van Hoydonckx toepassen, zien we hoe daarbij de door studie verworven kennis en kunde automatisch in het spel treden. Zijn weten is de bron waaruit het ‘moment’ ontstaat. Het besef van dit weten blijft echter op de achtergrond, is een soort instinkt geworden, waardoor hij aan het gevaar van cerebraliteit ontsnapt. Wat door jarenlange studie en voortdurend, dagelijks oefenen (nulla dies sine linea!) tot bewust kennen geworden is, is hem in geest en hand gegroeid, is ver-