Holland Animation op Wereldkartoenale.
Voor de 16e keer opende tijdens de zomermaanden juli en augustus te Knokke-Heist de Wereldkartoenale haar deuren. Deze internationale kartoententoonstelling groeide tijdens de laatste jaren dank zij de bewonderenswaardige ijver van organisator Eric Parez uit tot heel wat meer dan een kartoenwedstrijd, waaraan inmiddels kartoenisten uit 34 landen deelnemen.
De tentoonstelling in het Laguna Beach-centrum werd een boeiend dokumentatiecentrum voor de niet weinigen die voor het stripwezen interesse koesteren. Naast de tentoongestelde kartoens had men op een overzichtelijke wijze zoveel mogelijk stripboeken en dito tijdschriften bijeengebracht.
De medewerking dit jaar uit Nederland, met name van de Nederlandse Kunststichting, het Stripdokumentatiecentrum en het Ministerie van C.R.M., bleek biezonder vruchtbaar bij de voorstelling van de geschiedenis van de strip en een overzicht ‘Humor, satire en strip in Nederland’. Tevens kreeg Nederland, na Frankrijk dat vorig jaar aan de beurt was, de kans om op de Kartoenale een selektie te tonen van recente Nederlandse animatiefilms.
Hiervoor deed men beroep op Holland Animation, de Nederlandse vereniging ter bevordering van de animatiefilm, die in 1973 werd gesticht en waarvan de dinamische kineast en producer Nico Crama voorzitter is. De selektie van de twaalf animatiefilms gebeurde door animatiefilmer Raoul Servais en Robert Vrielynck van het Belgisch Animatiefilmcentrum te Gent.
Uit het aangeboden programma viel vooral het werk van Gerrit van Dijk op omwille van zijn originaliteit, zijn ideeënrijkdom en zijn vakkundigheid. Sportflesh, cubeMENcube en Butterfly (dit laatste in samenwerking met Peter Brouwer) getuigden van een uitstekend professionalisme.
Sportflesh vertelt in een kringstruktuur het verhaal van een jonge sportfan, die met een voetbal in de hand vol adoratie opkijkt naar zijn sportidool en geleidelijk transformeert in een sportheld. De akwareltekening neemt door middel van overvloeiers alle kenmerken aan van een ‘professional’, tot het personage, oud geworden, zelf vervormt tot een in elkaar geschrompelde, opgebruikte bal. Tijdens dit transformatieproces, wat een meesterwerkje van animeerkunst is, vormt een in- en uitzoomende foto van een toejuichende sportmassa in een stadion de achtergrond.
cubeMENcube toont twee pastelkleurige kubussen die als man en vrouw tot leven komen en de levensgeschiedenis van het paar simboliseren: hun ontmoeting en liefde, hun konflikten, hun haat en ondergang. Butterfly klaagt de teloorgang van de natuur aan ten gevolge van ongeremde nieuwbouw. Een vlinder, die aanvankelijk vrolijk in een weidelandschap rondfladdert, wordt beeld-na-beeld in zijn vrijheid beperkt door opduikende villa's woonwijken en fabrieken. Tenslotte raakt hij geklemd tussen steen en beton. Dood, vastgenaald en ingekaderd siert hij nu de wand van een woonkamer.
Opvallend gaaf waren tevens het in klassieke tekenstijl gerealiseerde De spin van Ronald Raaijmakers en het met beweging eksperimenterende Latex animatex van Bas Beima en Dennis van Boven. Prijkten tevens op het programma: De troon van Jan van Weeszenberg David en Ei om zeep van Paul Driessen, Draadspelletjes van Tsvika Oren, Tekenfilm en Zelfportret van Niek Reus en Brainwash van Ronald Bijlsma.
Kenmerkend voor deze Nederlandse animatiefilms zijn, afgezien van de diverse tekenstijlen, de rake observatie, de gave technische afwerking, de afstandelijkheid die tot uiting komt in de koelheid van het koloriet en het soms formalistisch spel met lijn en kleur, de niets ontziende satire.
Het betrekken van de animatiefilm bij de Kartoenale is des te prijzenswaardiger omdat de animatiefilm niet alleen wat de subsidiëring betreft maar vooral op gebied van de distributie al te weinig kansen krijgt.
Met het oog op volgend jaar zijn ondertussen al kontakten gelegd met Bulgarije. Met spanning kijkt men dan ook uit wat dit land, dat op het gebied van de animatiefilm een merkwaardige faam geniet, in 1978 te Knokke-Heist zal presenteren.
Wim de Poorter.