transformeert de chaos, ordent en weet ze tot schoonheid om te buigen. De kunstenaar brengt de angst en de pijn op een hoger plan, gelouterd en gesublimeerd.
Dit werk, raadsel van onmacht, spreekt indringend aan via de vragende ogen van de personages. De groot-open ogen zijn sluiers van rouw om de onmacht, die men dit leven noemt, waarin de vragen etterend openbloeien.
‘In alle werken van R.D. hangt dat trieste en desolate van de onzekerheid en dat is zelfs het geval als hij kinderen of freules op het blad brengt. Allemaal fijn en virtuoos getekend met een konstante zorg voor het (zelfs pijnlijk) detail. Als zijn broekventjes een kleurig petje ophebben, kijken ze er niet vrolijker om. Ook zij wachten op iets dat niet komen wil, en jong zijn ze niet meer. Dat wachten en wezenloos kijken is de essentie van Devolders werk en zulks blijkt zelfs op bladen waar geen ogen zijn te zien’ schrijft J. Guillemin in De Standaard.
Zijn personages komen ons voor als onbereikbaar. De soms pijnlijk aandoende weemoed waarvan ze getuigen groeit door het besef van het oneindige: het ‘Cordoba’ van G. Lorca of het ‘Eldorado’ van E.A. Poe is nooit te bereiken. Over de figuren wordt een nauwelijks zichtbare sluier van eterische zachtheid gelegd waardoor de lijnen beginnen te trillen.
Roland Devolder tekent ogen die ons intrigeren. Vaak wezenloos blikken zijn wachtende figuren in zachte doorschijnbare kleuren die de starende blik verzachten. Het zacht koloriet van de tederheid roept een sfeer van verdriet op om de mensen en de dingen. De kunstenaar kreëert beheerst een magische sfeer waarin fundamenteel de eenzaamheid van de mens wordt beklemtoond. Hij heeft een voorkeur voor de uitbeelding van personen die zich door hun aard, karakter, situatie en wezensstruktuur
Roland Devolder.
bewegen op de rand van het bestaan: de oude mens, het kind, de akrobaat, de blinde, de zwerver. Hij plaatst ze in een ruimte waar het leven zijn eigen droefheid beluistert. Werelden bezwijken in ons terwijl we de wereld aanschouwen.
Stephane Rey schrijft in La Libre Belgique: ‘Son sens inné de l'invention et du mouvement l'incite à faire défiler devant le spectateur des enfants se poursuivant, des jongleurs, des acrobates, des musiciens, des figures issues d'un fantastique familier où la laideur acquiet, par la grâce d'un métier impeccable, une sorte de grandeur métaphysique.
Roland Devolder zijn werk kan in een ruim kader worden gesitueerd: de verstilling van de dingen verwijst naar Ghobert; de mysterieuze uitstraling van de voorwerpen naar de Italiaan Morandi; de primitieve ernst doet aan Gustaaf Van de Woestijne denken; de angst van de figuren vindt men ook bij E. Munch en de magische verleidelijkheid van de vrouw verwijst naar Delveaux. Wie vertrouwd is met het