Film
Film in Nederland.
Er is de afgelopen maanden in Nederland op filmgebied weinig te beleven geweest. Je krijgt voldoende te horen over speelfilms, die in de maak zijn. Maar tussen ‘in de maak zijn’ en ‘uit de maak gekomen zijn’ is een hele weg af te leggen. Ook bij films waarbij het in de maak zijn herhaaldelijk met bombarie beklemtoond wordt - zoals b.v. Een soldaat van Oranje, het jongste produkt van Houwer en Verhoeven -, zal het resultaat met de nodige twijfels afgewacht moeten worden. Het is namelijk een in Nederland diep ingewortelde gewoonte om het kruit van de (eigen) lof al grotendeels te verschieten, voordat er een adekwaat objekt in het vizier kan worden genomen.
Het opvallendste nieuws over in de maak zijnde films komt overigens van de kant van Verstappen, die bezig is met de verfilming van Vestdijks Pastorale 1943. Wat tot nu toe via fotopublikaties en informaties over de rolbezetting bekend is geworden, lijkt weinig bemoedigend. Misschien is het een canard geweest, maar als het juist is, dat de film besluit met een huwelijk tussen Mien Algera en Schults, aan het einde van de oorlog, dan ben je geneigd te konkluderen dat Vestdijks roman alleen maar als voetschabel wordt gebruikt. Maar het blijft unfair om op zulke summiere en nog volstrekt wazige gegevens op een film vooruit te lopen. Wat opvallend blijft is, de ommezwaai van Verstappen naar een dramatische opdracht, die hem, gezien zijn voorkeur voor gravende dramatiek, waarschijnlijk meer zal bevredigen dan vroegere, voor hem te gemakkelijke opgaven. De kwaliteiten van deze filmer in aanmerking genomen, kun je haast wel zeggen dat als de resultaten straks ook maar iets boven het gemiddeld filmpeil zullen komen te liggen, de ommezwaai van verheugende betekenis zal zijn.
Houden we ons op het ogenblik evenwel maar liever aan wat er in Nederland reëel aan film is gepresteerd. Dan moet in de eerste plaats Het Debuut van Nouchka van Brakel genoemd worden. De film is op zich zelf al een debuut, zowel van de regisseuse als van de hoofdrolspeelster. Deze heeft, uit volledige onbekendheid opgekomen, wat haar persoonlijke aandeel betreft een bijzonder overtuigende inbreng in de film gehad. In tegenstelling tot Gerard Cox, haar tegenspeler, die de akteur is gebleven, bereid om met het spel mee te doen. Hij heeft zijn akteurskunnen gegeven, maar ook niet meer. De regisseuse blijkt niet in staat te zijn geweest om Cox uit zijn speltechniek over te hevelen naar een individueel menselijke belangstelling voor de figuur, die hij had uit te beelden.
Mede daardoor - je kunt zelfs zeggen, grotendeels daardoor - is Het debuut een tamelijk schamele film gebleven. Het verhaal gaat over een veertienjarig meisje, dat haar eerste seksuele liefdeservaringen beleeft met een man van in de veertig, een vriend van haar vader.
Er hebben Nouchka van Brakel bij haar dramatisering van het verhaal kennelijk twee belangrijke dingen voor ogen gestaan. Ten eerste, een overgang bij het meisje van verliefde nieuwsgierigheid naar een besliste wil om in de lichamelijke liefde op verkenning uit te gaan. Dat het de vriend van haar vader wordt is, tot op zekere hoogte, maar toeval. Toeval, dat geholpen wordt door herinneringen aan prille jeugdtijd, waarbij primair ontluikende lustgevoelens een rol speelden. De man glijdt daardoor, haast tegen wil en dank, van de ene funktie in de andere. Van de funktie van passieve tot die van aktieve stimulator van lust en verliefdheid.
Dat is het tweede wat de maakster van de film kennelijk voor ogen heeft gestaan: de overgang bij de man van verzadigdheid in zijn op gewoonte gebaseerde liefdeleven (hij is gelukkig getrouwd) naar een nieuwe jeugdverwachting, die een bedriegelijke schijn van onbevredigdheid bij hem opwekt. Hij wordt, haast ridikuul, een verouderde puber, die zich in seksuele verlangens een gelijke voelt van het (te) jonge meisje. Bij leeftijdgenoten van het meisje wekt dat spot op. Voor die spot is het meisje ook gevoelig. Al negeert zij die een tijd, ten slotte geeft zij er gehoor aan en vernietigt in de spot haar relatie met de man.
De subtiliteit, die vereist is voor een dramatisering van uit dit soort van ervaringen voortspruitende spanningen, zal Nouchka van Brakel zich zeker eens eigen maken. Dat blijkt uit diverse onderdelen van haar film, met name als zij met de doorbraak van het meisje naar de vele in haar levende grilligheden te maken heeft. Dan bewijst zij over een sterk inlevingsvermogen te beschikken. Maar over het geheel genomen blijft haar film een te huiselijk verhaal over iets, dat volstrekt levend had moeten worden, maar dat zich nu als het ware náást het normale leven van de betrokkenen afspeelt.
Wat overigens in Het debuut bijzondere waardering verdient is, dat Van Brakel, alle tekortkomingen ten spijt, gefilmd heeft in een eigen toon. De toon van een vriendelijke belangstelling voor de kleine dingen van het leven. Dit is niet vooral een kwestie van bescheiden budget geweest, maar van karakter. In haar belangstelling voor de kleine dingen van het leven heeft Nouchka van Brakel haar persoonlijkheid boeiend gehandhaafd.
Er is momenteel duidelijk sprake van verschraling in het beeld van het Nederlandse filmen. Zij is voor een belangrijk deel te wijten aan het feit, dat filmers ertoe zijn gekomen om hun persoonlijke wensen en inzichten ondergeschikt te maken aan op-