De Franse Nederlanden
Komitee voor Frans-Vlaanderen: Dr. Daniël Merlevede volgt Leo Vanackere op.
Op 18 januari 1969 werd tijdens de jaarvergadering van het Komitee voor Frans-Vlaanderen op voorstel van de ontslagnemende André Demedts, Senator Leo Vanackere aangezocht om het voorzitterschap van het komitee op zich te nemen. Twintig jaar had André Demedts als voorzitter (en met hem Luc Verbeke, als sekretaris) het Komitee voor Frans-Vlaanderen, geleid en bezieling gegeven. Hij was van oordeel dat de tijd van de aflossing was gekomen en dat het om taktische overwegingen wenselijk en nuttig was een politikus het voorzitterschap aan te bieden. Het zou zijn taak zijn vooral op het officiële vlak in België en Nederland de aandacht te vestigen op de situatie van onze taal en kultuur in Noord-Frankrijk.
Senator Leo Vanackere heeft deze taak aanvaard, totdat hij begin mei 1977, wegens gezondheidsredenen, gedwongen was om zijn ontslag te verzoeken.
Het is op dit ogenblik nog te vroeg om een balans op te maken van de betekenis van het achtjarig voorzitterschap van Leo Vanackere voor de zaak van Frans-Vlaanderen. Bij zijn aanvaarding van het voorzitterschap in 1969 heeft hij geweten wat van hem werd verwacht. Als gevolg van zijn tussenkomsten werd het Nederlands officieel erkend in Frankrijk. De wetsbesluiten Guichard van september 1970 en maart 1971 regelden de positie van het Nederlands in het middelbaar onderwijs. Als gevolg daarvan kon het Nederlands worden onderwezen in de akademische omschrijvingen van Rijsel, Parijs en Straatsburg.
Het is de verdienste van Leo Vanackere dat hij in Brussel, Den Haag en Parijs de zaak van onze taal in Noord-Frankrijk is gaan bepleiten. De Franse beslissingen van 1970-'71 zijn daarvan een gevolg en hebben bijgedragen tot een verbetering van het psychologisch klimaat, wat op zijn beurt de niet geringe opgang van de partikuliere kursussen Nederlands en andere initiatieven voor het behoud van de eigen kultuur in de hand heeft gewerkt.
Naast deze essentiële bijdrage heeft Leo Vanackere, eerst als sekretaris en later als ondervoorzitter van de ‘Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap’ (het Vlaamse kultuurparlement), herhaaldelijk de aandacht gevraagd voor een dynamische kultuurpolitiek tegenover de Franse Nederlanden. Deze gedachte heeft hij niet alleen in deze officiële funktie gepropageerd, maar hij heeft via lezingen in Noord en Zuid de Frans-Vlaamse problematiek bekendheid gegeven.
Tenslotte, en dat moet niet worden onderschat, heeft hij steeds met kundigheid de Frans-Vlaamse dag te Waregem geleid. Ook zijn aanwezigheid op de Vlaamse manifestaties in Frans-Vlaanderen, werkte voor de plaatselijke organisatoren steeds als een aanmoediging.
Hoewel geregelde aflossing wenselijk en nuttig is voor iedere vereniging, komt gedwongen ontslag altijd hard aan. Het is zoveel prettiger daarover rustig te kunnen beraadslagen. Ziekte heeft het helaas anders gewild. Senator Leo Vanackere heeft met zijn achtjarig voorzitterschap de blijvende waardering verdiend van allen die begaan zijn met de toekomst van onze kultuur in dat gebied. De werkers te velde hopen dat zij ook in de toekomst zullen mogen blijven rekenen op zijn daadwerkelijke simpatie.
●
Tijdens de bijeenkomst van het Komitee voor Frans-Vlaanderen te Waregem op 28 mei 1977 werd Dr. Daniël Merlevede aangezocht het voorzitterschap op zich te nemen. Dr. Merlevede is als Westvlaming vertrouwd met de Frans-Vlaamse problematiek en heeft als flamingant blijk gegeven van grote zelfstandigheid. Tussen de beide wereldoorlogen was hij lid van het A.K.V.S. (Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond) en als dusdanig kwam hij herhaaldelijk in konflikt met de anti-Vlaamse overheid. Zijn belangstelling voor de samenwerking tussen de Nederlandstaligen heeft altijd vooraan gestaan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam hij als flamingant niet in de kollaboratie terecht, zodat hij onmiddellijk daarna in staat was de door oorlog en repressie verscheurde Vlaamse Beweging opnieuw op gang te brengen. Als zodanig was hij betrokken bij verschillende algemeen-Nederlandse initiatieven en bij de oprichting van onder meer het satirische weekblad Rommelpot, het blad Het Spoor voor de Lage Landen en de Vlaamse Volksbeweging.
Onder het voorzitterschap van Dr. Daniël Merlevede moet het Komitee voor Frans-Vlaanderen verder worden uitgebouwd tot een organisatie die met grote efficiëntie vanuit de partikuliere sfeer opkomt voor het Nederlands karakter van Noord-Frank-