broeders uit Verviers en Luik. Dit is niet zo eenvoudig als het lijkt, omdat de Duitstalige Belgen geen apart kiesdistrikt vormen, en voor kamer en senaat meestemmen met het arrondissement Verviers en de provincie Luik. We schreven hoger dat de Luikse katolieken al lang belangstelling koesterden voor de stemmen van dit landelijke en katolieke gebied. De Luikse PSC zette dan ook regelmatig een Belg uit de Oostkantons op een verkiesbare plaats van de lijst. De jongste jaren was dat kamerlid Schyns, burgemeester van Kelmis, in het uiterste noorden van Duitstalig België. Schyns ontdekte pas zeer laat dat hij niet alleen voor Luik, maar ook voor Duitstalig België in de kamer zat, toen de andere partijen ook Duitstalig België begonnen te ontdekken. De CSP haalde hier in de jaren twintig en dertig bijna alle (geldige) stemmen. Sedertdien ging de partij gestadig achteruit, al blijft ze ook nu nog veruit de sterkste politieke macht in Duitstalig België.
Naast de CSP konden de Duitstalige kiezers op 17 april ook voor de PRF stemmen, of de Partei für Reform und Freiheit, de plaatselijke liberalen. Deze partij sleepte in het verleden soms volkomen onverwacht een kamer- of senaatszetel binnen, dank zij het ingewikkelde spel van apparentering, of het gebruik van stemmenoverschot tussen verschillende arrondissementen. Op deze plaats stond dan soms een Duitstalige. Dat lukte in 1968 met veearts Louis uit Sankt-Vith, en in 1974 met Bob Evers uit Eupen (inmiddels burgemeester van Eupen, als hoofd van de eerste niet-kristelijke koalitie die deze stad bestuurt). Louis speelde bij de grondwetsherziening een grote rol. Het lot had hem (met een beetje hulp van de apparentering) op het juiste moment (de grondwetsherziening) op de juiste plaats (de senaat) gezet, waar Louis in een direkte taal aan de rest van het land liet weten dat er ook Duitstalige Belgen bestonden. Sedertdien kreeg de liberale partij in Duitstalig België enige aanhang. Louis zelf stapte later over naar de PDB.
Die apparentering speelde bij deze verkiezingen echter volkomen onverwacht in het voordeel van de Socialistische Partij. Die had in Verviers de jonge Duitstalige Dupont op de tweede plaats gezet, zodat die nu de zetel van Evers overnam. Evers zelf werd nationaal gekoöpteerd door de PVV-PRLW. Hij nam trouwens ook deel aan het gemeenschapsgesprek onder Tindemans I.
Dan blijft als keuze voor de Duitstalige kiezer ook nog de PDB over, de Partei der Deutssprachigen Belgiër, geleid door de jonge Lorenz Paasch. De PDB deed voor Duitstalig België wat het FDF deed voor Brussel, of wat de Volksunie deed voor Vlaanderen: eerst dienen als verzamelvat der ontevredenen, daarna uitgroeien tot een volwaardige partij. Nu heeft deze PDB voor het parlement geen schijntje van een kans op een zetel, omdat Duitstalig België geen apart kiesdistrikt vormt. Dit is wel zo voor de provincie en voor de Rat der Deutschen Kulturgemeinschaft. De partijen kunnen dus enkel tegenover mekaar worden afgewogen op het vlak van de provincie, maar vooral op dat van de Rat. Maar wat heeft Tindemans daarmee te maken?
De CSP pakte bij deze verkiezingen uit met Tindemans als boegbeeld, omdat onder Tindemans I en onder zijn toenmalige minister van Binnenlandse zaken Michel nooit eerder zoveel voor deze streek werd gedaan. Beiden spreken overigens vlot Duits, en kwamen dit reeds in Eupen demonstreren. Onder Tindemans en Michel kwamen vrij ruime amnestiewetten, voor dit gebied alleen, tot stand. Dit gebied werd door Hitler immers aangehecht bij zijn Reich, niet als bezet gebied behandeld. Iedereen werd in het Duitse leger ingelijfd, de grenspalen werden verzet, tot de spaartegoeden toe werden op banken in Duitsland overgeheveld. Beschouwingen hierover zouden ons nu te ver leiden, alleen moet worden vastgesteld dat het officiële België hiermee nooit rekening hield, en na de oorlog ongeveer alle Duitstalige Belgen als kollaborateurs beschouwde - en behandelde. We moeten toch even aanstippen dat ook hier een kleine kern van Duitstalige verzetslieden zich tegen de aanhechting bij Duitsland bleef verzetten, maar het overgrote deel van de bevolking onderging deze nieuwe wijziging van haar statuut zoals ze de vorige had ondergaan: onverschillig, of bang. Maar er bestaan dus nu amnestiewetten. Hierom, en ook om andere blijken van zijn interesse voor dit gebied, pakte de CSP dan ook met Tindemans uit als vedette bij de jongste parlementsverkiezingen. Het was de eerste keer in de politieke geschiedenis van Duitstalig België (en van de vroegere Oostkantons) dat een Duitstalige afdeling van een partij bewust het nationale spel meespeelde, en dan nog wel met zo'n figuur. CSP-voorzitter Gehlen legde voor de verkiezingen dan ook zeer optimistische verklaringen af, waarin hij onder meer de ondergang - of het begin van de ondergang - van de PDB voorspelde.
De PDB is echter als grote overwinnaar van deze verkiezingen uit de bus gekomen. Zij snoepte de CSP een zetel in de Rat af, en miste op een tiental stemmen na een tweede CSP-zetel. De PDB bezet nu 7 zetels in deze raad, de CSP nog 11, liberalen en socialisten elk 3. Tegenover de foto van Tindemans plaatste de PDB een slogan ‘de drijvende kracht’, ergens wel vergelijkbaar met de figuur van de zweep die de VU bij haar opgang met sukses hanteerde.
Uit deze uitslag kunnen een paar besluiten getrokken worden. In de eerste plaats worden