Muziek
Mei-koncerten in het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
De kompositie-afdeling van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag is verheugend aktief. In mei organiseerde het een vijftal koncerten (2-27 mei) met visuele attrakties zoals de sad-movies van Wim van der Linden, een optreden van sound-poetry kunstenaars als Ulises Carrion en Sten Hansen en Nederlandse dichters, eveneens overwegend in post-fluksus-stijl.
Interessant was de konfrontatie van vroeg seriële muziek van Karel Goevarts, waar immers veel over geschreven wordt vanwege zijn onmiskenbare historische betekenis (link tussen Messiaen en Stockhausen), maar die men doorgaans ‘vergeet’ te programmeren.
Indrukwekkend was een koorfragment uit Peter Schats I am Houdini door het Amsterdams Universiteits Koor, zeer goed paste in de ludiek-ontspannen atmosfeer het dadaïstische Indianen-koncert van Gilius van Bergeijk, uitgevoerd door leerlingen van het konservatorium. Opmerkelijk was voorts het groot simultaan-koncert door Steim Elektrisch Werkers Kollektief (elektronika, automaten, instrumenten, dia's), terwijl het 4e koncert alvast een voorproefje bood van het Holland Festival met Louis Andriessens Hoketus. Het afsluitend evenement, verzorgd door het Ensemble van het Koninklijk Conservatorium onder leiding van Reinbert de Leeuw, bood tenslotte een aantal ‘klassiekers’ van de 20e eeuw: Milhaud, Messiaen, Cage en Xenakis.
De belangstelling was groot, men stond niet zelden tegen de muur geleund, een ekstra stimulans om op de ingeslagen weg verder te gaan.
Ernst Vermeulen.