Ons Erfdeel. Jaargang 20
(1977)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdToneelKlacht tegen onbekende.Van Eddy de Vries is bij de v.z.w. Noordstarfonds te Gent, het toneelspel Klacht tegen Onbekende verschenenGa naar eind(1). Dit stuk werd door het Noordstarfonds in zijn tweede toneelprijskamp voor auteurs bekroond met een prijs van 100.000 BF (f 7.000) en tijdens het seizoen 1976-'77 door veertien amateurgroepen gespeeld. De wedstrijd zelf werd met 300.000 BF (f 21.000) prijzen begiftigd, zodat hier van een belangrijke financiële steun aan de Vlaamse toneelschrijf- en speelkunst mag worden gewaagd. Eddy de Vries (Borgerhout, 1939) is inzake toneel een jong auteur. Behalve Klacht tegen Onbekende, schreef hij De opstandige Fietser (in november 1975 te Mechelen voor het eerst gespeeld door de Kon. Vereniging Dienen), het tv-spel Wittenberg, en een zestal luisterspelen (BRT- 2, Antwerpen). Inhoudelijk is Eddy de Vries niet direkt een maatschappij-kritisch auteur te noemen, alhoewel hij zijn tema's toch uit de politiek-sociale aktualiteit put. Voor Wittenberg bijvoorbeeld liet hij zich door de oorlog in Vietnam inspireren en in Klacht tegen Onbekende kan men zeer gemakkelijk de zinspelingen op C.I.A. en K.G.B. herkennen. Voor Klacht tegen Onbekende heeft de auteur kennelijk op twee paarden gewed: enerzijds schetst hij de ambitieuze gedragingen van de lagere bediende De Kort; anderzijds wil hij de geheime gangen blootleggen van bepaalde organisaties ‘achter de schermen’, die informatie over mensen verzamelen en ‘verwerken’. Noch het tema van het klowneske streven van de kleine bediende naar aanzien, noch het tema van de voortdurende aanwezigheid en dreiging van ‘de organisatie’, zijn echter optimaal uitgewerkt. Het is precies of de auteur heeft getracht van twee stukken er één te maken, me al de risiko's van dien. | |
[pagina 645]
| |
Bezwarend tegen het stuk geldt vooral de ongeloofwaardigheid waarmee het stuk start. De ‘enscenering’ die De Kort bewerkt om zijn geliefde, Mathilde, te imponeren, komt moeilijk over in een stijl die niet eksperimenteel kan worden genoemd. Daartegenover dient te worden gezegd dat de knappe dialoog en de evokatie van de spanningen in het derde bedrijf alle krediet aan de auteur rechtvaardigen. Tijdens veertien verschillende opvoeringen is trouwens gebleken dat Klacht tegen Onbekende speelbaar is en boeien kan. De wedstrijdvertoningen zullen voor de auteur wel een leerschool geweest zijn en deze formule zou eigenlijk voor menig nieuw Vlaams werk mogelijk moeten zijn. Deze manier van werken pleit ook voor de durf van veertien Vlaamse amateurgezelschappen. Klacht tegen Onbekende vergt negen uitstekende spelers, (2 dames, 7 heren) en stelt inzake dekorbouw hoge technische eisen: in het eerste en derde bedrijf een luksueus ingericht kantoor; in het tweede bedrijf een driedelig simultaan dekor. In het verslag van de jury wordt Klacht tegen Onbekende een ‘uitdaging’ genoemd. Ietwat overdreven menen we, temeer omdat we niet weten met welke konkurrentie Eddy de Vries in deze wedstrijd af te rekenen had.
Roger Arteel |
|