bastaard Don John geloven als zou Hero, Claudio's verloofde, hem ontrouw zijn.
Benedict en Beatrice zijn individuen die zich door hun geestigheid bevestigen en elkaars persoonlijkheid aftasten. De verhouding tussen Claudio en Hero daarentegen verloopt volkomen konventioneel, volgens de geldende normen. Typisch is dat Claudio Hero voor zich wint en haar ook verwerpt via een tussenpersoon.
Het is de laatste jaren bijna een mode geworden Shakespeares stukken in een andere tijd te situeren. Regisseur Dick Top plaatste Much Ado in de achttiende eeuw. De akteurs, vooral de heren, waren in een Napoleonistisch-militair pak gestoken en het dekor suggereerde een paleis met aan weerszijden van de scène een balkon. Nergens in deze produktie werd echter duidelijk waarom het stuk in deze periode werd gesitueerd. Dergelijke ingreep moet funktioneel zijn of passen in een bepaalde interpretatie.
Zoals gezegd ontleent Veel Leven om Niets zijn vrolijke sfeer voor een flink stuk aan de geestige dialoog. In een levendige produktie, zeker voor een hedendaags publiek, moet deze spitsheid ook geschraagd worden door speelsheid en humor in het akteren zelf. In de Antwerpse produktie ontbrak het daartoe aan vindingrijkheid en werd vaak mat en statisch geakteerd. In de scènes bijvoorbeeld waarin men Benedict en Beatrice respektievelijk wil doen geloven dat de een op de ander verliefd is, bleven Domien de Gruyter (Benedict die de anderen hoort vanop een balkon) en Julienne de Bruyn (opzij van de scène) al te passief. Geen bijzondere reakties of invallen konden de aandacht van het publiek speciaal op hen vestigen.
Vele dramatische momenten in het stuk bleven gewoon onbenut.
‘Sun Man’, musical van Roger Haines en Paul Bentley (Arena, Gent).
De kerkscène bijvoorbeeld waarin Claudio ‘neen’ antwoordt bij de huwelijksinzegening miste alle kracht. Wanneer Benedict, uiteindelijk bezweken voor Beatrice, haar bezweert dat hij alles voor haar doen zal, repliceert Beatrice met haar verrassende maar emotioneel-geladen woorden ‘Dood Claudio’. Deze woorden zouden reliëf moeten krijgen, al was het maar door een voorafgaande pauze. In deze produktie verdronk deze uitnodiging haast in een tekst die te vaak gedebiteerd of gedeklameerd werd. Peter Strynckx was een matte, ongeloofwaardige Claudio, die vastzat aan stereotiepe gebaartjes (een gebalde vuist drukt passie uit!) en intonatie. Frank Aendenboom was wel een gewiekste, wrokkige en duidelijk op weerwraak zinnende Don John. Domien de Gruyter was een levenswijze en schalkse Benedict. Al bij al was dit een produktie die niet onaardig was maar toch spirit en inspiratie miste.
Dit seizoen kon men in Vlaanderen ook twee muzikale Shakespeare-adaptaties zien. Het Gentse teater Arena bracht eind 1976 - begin 1977 de wereldpremière van Sun Man van Paul Bentley en Roger Haines, een musical gebaseerd op De Koopman van Venetië. Deze produktie werd geregisseerd door Jaak Vissenaken en Marcel de Stoop.
De aktie van Shakespeares komedie is hier verplaatst naar de onderwereld van het Venetië der jaren dertig. De klemtoon valt, uit de aard van het genre, op het spektakulaire element. In verschillende scènes werd de karnaval-achtergrond sterk in de verf gezet. De geschiedenis van de drie kistjes werd hier voorgesteld door driemaal twee tafels op elkaar te plaatsen, respektievelijk afgeschermd door een soort loden, zilverkleurig en goud glinsterend papier. Uit de eerste twee ‘kasten’ springt een gangster te voorschijn die prompt voor een afrekening zorgt. In de derde bevindt zich Lucia (Portia uit De Koopman, hier vertolkt door Kate). Veel meer dan dit verhaal en het algemeen stramien van het stuk, hebben Bentley en Haines van het oorspronkelijk werk niet overgehouden. Wel herinnert de figuur van Barach aan Shylock.