Het entoesiasme van de Nieuwe Scène.
Het Kollektief Internationale Nieuwe Scène kwam ook de grens over en speelde: Harlekijn, noch knecht noch meester. Het is een bewerking van een stuk van Arturo Corso die als vertrekpunt Goldoni's Knecht van twee meesters heeft genomen.
Het is een aaneenschakeling van scènes rond een rondtrekkende groep die krakelen over de opvoering van het stuk van Goldoni, met allerlei maatschappijkritische bemerkingen, liedjes, verhalen, grimassen en korte taferelen, o.a. de scène met Apollon de groenteman die bestolen wordt, en de bekende opdienen eetscène met veel gooi- en smijtwerk uit de Knecht van twee meesters. Dit alles wordt met veel vaart en akteerplezier gebracht.
Het dekor wordt gevormd door
‘Harlekijn, noch knecht noch meester’ door de Internationale Nieuwe Scène.
een klein podium met beschilderde doeken en enkele zijpanelen, verder zijn er de bekende stokken die nu eens dienst doen als tralies van een gevangenis en dan weer als roeispanen fungeren, dit laatste in de voortreffelijke emigratiescène naar Antwerpen. Het kleine podium is dan de boot, het vlot, waarop het gezelschap zit terwijl het zingt: Trek weg speelman...
De akteurs en aktrices en het groepje muzikanten verstaan hun vak, het zijn moderne commedia dell' arte spelers. De bekendste is wel Jan Decleir die via de Nederlandse film ook buiten het toneelmilieu bekendheid heeft verworven. Er hangt altijd een aparte sfeer als zij optreden: er is kontakt met het publiek, zowel door kleine toespraakjes vooraf en tussendoor, als via speelscènes naar de zaal toe. B.v. bij kommentaar op een z.g. mijnheer Rijkmans reageert een stem uit de zaal.
Maar de doem van het gezelschap is dat ze met een topper als Mistero Buffo zijn begonnen destijds, en op grond van die roem trekken ze nog steeds volle zalen. Maar na afloop hoor je dan de mensen zeggen dat het toch geen Mistero Buffo was. Misschien is men al te nadrukkelijk bezig met Goldoni die vele Nederlanders niet kennen en gaat het allemaal te veel over toneelspelers, de rol en de plaats van het toneel in de maatschappij, zij het in anachronistisch verband. Dat spreekt velen misschien toch niet zo aan.
Piet Simons.