Literatuur
Mijn nieuwe wereld (Mark Dangin).
Deze nieuwe wereld van Mark Dangin (geb. 1935) is eigenlijk een roze, broze dagdroom, opgebouwd uit romantische evasiedrang. Dangin ziet weinig heil in de grauwe alledaagsheid van het bestaan en schept zich schrijvenderwijs een nieuwe wereld: zijn eigen wereld waarin hij als sprookjesverhaler en speelse minnaar door de dagen vlindert. Schrijven als enig verweer tegen onrust en angst. Een vorm van overleven:
Na de ontgoocheling om al dit verdriet,
het geluk opnieuw mens te zijn.
Nu, roept hij, een gezant komt gezwind
met tekens, een nieuwe hoop
Toekomst denkt hij, in één woord.
Alles begint opnieuw; de dag
de mens met enkele dagdromen (12).
Dangins gedichten ontstaan inderdaad uit een drang om wat kleurtjes over de wereld uit te gieten, om deze rijker en leefbaarder te maken. In dit verband spreekt hij zelf over zijn ‘romantisch-idealiserende geaardheid’. Betekent dit dat zijn poezie volledig voorbijgaat aan de werkelijkheid? Gedeeltelijk niet: Dangin gebruikt elementen uit de werkelijkheid, maar hij maakt ze mooier, hij weeft er een poëtisch waas omheen. Zijn wereld blijft een wereld waarin het enig toeval uit computers komt, waarin kinderen spelen met afvalgeluk, waarin mensen praten over het zoveelste verjaarde weerbericht, een wereld onder de bestendige dreiging van de bom. De zon is van bordpapier, de aarde een steen waarop (ondanks alles) nog altijd geademd wordt. Anderzijds kent de Dangin-wereld niet het uitgesproken problematische van onze leefwereld. ‘Een zonderling, een dichter, plooit de horizon dicht’, lezen we ergens in de bundel. Dangin graaft niet erg diep in de problemen; opstand, agressiviteit en engagement zijn hem vreemd. Een duidelijk afgelijnde visie op mens en maatschappij zit er niet in. Het allesoverheersend gevoel is machteloosheid om het eigen isolement, weerloosheid, onzekerheid vooral:
Een profeet, het zacht gesproken woord
fier in de houding voor het ochtendturnen.
Hoe zal hij zijn volk liefhebben? (13)
Dit vers in de vragende vorm is typisch voor Mijn nieuwe wereld. Wij hebben ons de moeite getroost een inventaris op te maken van de vraagtekens; er zijn er 22 in deze 35 gedichten. Onzekerheid en twijfel dus. Wat in het ene gedicht wordt beweerd, wordt in het andere weer ontkend of ter diskussie gesteld. Vooral zijn eigen dichterschap - het blijkt reeds uit de voorgaande citaten - krijgt in deze bundel ruime aandacht. Dangin ziet de dichter als een gezant, ‘een profeet op sterk water met een zondagsmasker voor ieder lief kind, een wereldhervormer op kleine schaal; iemand die tot de medemens gaat met een bloem, een toverspreuk van liefde. Maar dadelijk relativeert hij alles weer: als iedere sprookjes-verhaler luistert de dichter alleen naar zichzelf en ‘geen geluid in dit leven’, verklaart hij, ‘zo potsierlijk als een luidop lachende, een nauwelijks pratende dichter’. Als klap op de vuurpijl komt dan het volgende vers:
Naakt stond hij (een ziener sprookjes verhalend
geduldig glimlachend naar persfotografen)
maar toch voorbeeldig. (33)
Enerzijds is de dichter dus een profeet-aan-de-zelfkant, anderzijds een volmaakt geïntegreerd lukse-artikel, een figuur die door de maatschappij tot de status van dichter wordt verheven en vedette-allures verwerft. Dangin erkent zijn beperking en zijn onmacht. Ook hier geen duidelijke stellingname, geen afgelijnde visie op de rol van de dichter. Wel luchtige opmerkingen en wazig gehouden ideeën. Een zoeken en tasten.
En dan is er de erotiek. Een gegeven dat als een rode draad door heel Dangins werk loopt. Liefde komt hier naar voren als het vrijblijvend spel van de homo ludens dat de vervreemding moet opheffen. Dangin kreëert een wereld vol meisjes, maagden en vrouwen. Hier wordt bemind aan de lopende band, zegt de dichter. De nadruk ligt sterk op het tijdelijke aspekt, op het kortstondige van iedere verhouding: Tegen ieder die hij ontmoet zegt hij lieveling / allen gaan een eindje mee / allen zijn een tijdje gelukkig. (7).
Halt aan het zachtzinnig liefdesverdriet
op deze verregende maandagmorgen!
de even teruggevraagde geschenkjes
en het hallo van vroegere dagen
Schrijft zij haar naam op sterk water,
van vergeten herinneringen?
Hij kijkt haar twee zinnen na,
moeilijk vlecht hij woorden
tot een vrolijk idee, zo kortstondig
voor de genoegens van één nacht. (40)
Het lijkt er dus op dat de dichter de ideale vrouw (‘de ene vrouw, nog altijd onze laatste liefde’) nog lang niet heeft gevonden. Maar achter deze oppervlakkigheid schuilt wellicht de essentie van Mark Dangins werk: ‘een ver land’, ‘een onbereikbare zon’ zijn magische woorden voor hem. Hij is een gedrevene, doorlopend op zoek naar het absolute, naar het paradijselijke, naar een oord waar angst en eenzaamheidsbesef