1 en 2.
René De Coninck: ‘Ets’.
1 en 2.
René De Coninck: ‘Ets’.
terecht bij leraars zoals Jean Delville, Louis Peeters en Jules De Bruycker. Hij bleef ten slotte in Antwerpen wonen en werd er vanaf 1946 leraar op de Akademie. Het zou geen zin hebben zijn boeiend en prachtig etswerk te willen kenmerken enkel en alleen door te verwijzen naar Ensor en De Bruycker, maar de origines van deze kunstenaar pleiten in elk geval willens nillens voor hem. Vanaf de jaren zestig begon hij zowat overal in Europa te eksposeren; beter laat dan nooit, zoals bij vele andere grote Vlaamse kunstenaars.
In het oeuvre van René De Coninck vind ik de kontinuïteit van de rijke Vlaamse etskunst, sinds eeuwen geëvolueerd, terug. In het bijzonder deze elementen: het visionaire (filosofisch), het surrealistische (menselijk), het esthetische (ambachtelijk-artistiek) en het stedelijke (zowel de middeleeuwse katedralen als het stedelijk-industriële van de 19de en de 20ste eeuw, cfr. Antwerpen). Deze verscheidene en verschillende elementen lopen vanzelfsprekend in de meeste van zijn werken door elkaar. De alledaagse werkelijkheid verandert meestal in een fantastische, hallucinante, visionaire wereld, soms ironisch, soms helemaal vervreemd en vervreemdend, ekspressionistisch, surrealistisch, konkreet bepaald door een soort opgewonden gekheid, door een desolate triestheid of door een spookachtige angst. In deze gaat men natuurlijk terugdenken aan Bosch en Breugel, maar, meer aktueel, is er een duidelijke geestesverwantschap te bespeuren met het filosofisch surrealisme van een Landuyt bijvoorbeeld (de eksistentieel-angstige eenzaamheid van de mens in deze wereld en de kosmos in een tijd als vandaag) en een beetje verder terug, omstreeks deze eeuwwisseling, de getormenteerde angsten van een Edvard Munch. De zeer duidelijk grafisch en pikturaal bepaalde menselijke figuren worden doelbewust vervormd, soms in slangachtige arabesken, verraderlijk en demonisch, soms in schaduwrijke en spookachtige, puntige strepen en stippels. Door deze technisch zeer geraffineerde effekten verkrijgt het werk van De Coninck soms een plastische dimensie. Men heeft af en toe de indruk dat het hele menselijke bedrijf speelt in de obskure middeleeuwen, obskuur mèt zijn vaak ekstatisch en gruwelijk karakter,