ken zijn enorm, de leeshonger geweldig, het papiertekort indrukwekkend.
Ik wil graag een paar woorden wijden aan de situatie in ieder land, voor zover wij daarvan tenminste op de hoogte zijn. Ik ben er zeker van dat ik daarbij in alle gevallen en voor alle landen namen zal vergeten. Laat me daarom toe vooraf in het algemeen te vermelden dat in vrijwel alle landen ter wereld veel hulp geboden wordt door onze ijverige en zeer waardevolle neerlandici buitenland; zonder hen zou ook het werk van de Stichting voor Vertalingen zeer veel moeilijker zijn!
In de Sovjet-Unie is natuurlijk in de loop der jaren vrij veel vertaald, maar dat is vrijwel niet te achterhalen, omdat het land tot 1973 niet bij de Berner Konventie was aangesloten en dus ongelimiteerd kon uitgeven zonder daarvoor eerst de rechten te verwerven. Behalve de suksessen van Multatuli kunnen als recente uitgaven genoemd worden: Vestdijk, Elsschot, Gijsen, een bloemlezing modern Nederlands proza, en verhalen van Hugo Raes en Bob den Uyl in literaire tijdschriften. In voorbereiding zijn uitgaven van een bloemlezing moderne Nederlandse poëzie, een antologie van dichters uit de Gouden Eeuw, een bundel korte romans of lange verhalen in één band, het verzameld toneelwerk van Hugo Claus, werk van Albert Helman en Tip Marugg in een bloemlezing Westindische verhalen, en de roman Vijf vadem diep van Vestdijk. Als vertalers en adviseurs treden onder meer op prof. Mironov en de dames Makarowa en Sjetsjkowa in Moskou, die daar Nederlands doceren, mevrouw Belokrinitskaja, Vladimir Osjis, Joeri Sidorin, en de heer Ostrowski van de Literatoernaja Gazeta.
Een tot nog toe zeer ontoegankelijk land was Bulgarije. Slechts incidenteel verschenen verhalen of gedichten in bloemlezingen of tijdschriften, meestal vertaald via een derde taal, soms direkt uit het Nederlands door Svetoslav Kolev. Dankzij de aktiviteiten van het echtpaar Raymond Detrez in Vlaanderen zullen onze auteurs in de toekomst zeker meer begrip in Bulgarije ontmoeten.
In Roemenië heeft altijd een zeer behoorlijke belangstelling voor onze literatuur bestaan. De uitgever van vertaalde literatuur in Boekarest, Univers, heeft zelfs een redakteur in dienst die weliswaar specialist is op het gebied van de Skandinavische talen, maar die toch ook het Nederlands aankan en er zich zelfs in aan het bekwamen is. Behalve mensen als Petre Solomon en Ion Hobana als bevorderaars (met hun ijverige tegenspelers in Vlaanderen, Karel Jonckheere en Julien Weverbergh, en de uitstekende man in het midden Sorin Alexandrescu, in Amsterdam), is met name H.R. Radian van groot nut gebleken. Hij kreeg in 1975 dan ook de Nijhoff-prijs voor vertalingen.
De lijst van de vertaalde auteurs is indrukwekkend: Multatuli, Hildebrand, Vincent van Gogh, Jan Mens, Hella Haasse, Johan Huizinga, Couperus, Vestdijk, Conscience, Heeresma, Teirlinck, Raes. Ook verschenen poëzie- en prozabloemlezingen uit Noord en Zuid. In voorbereiding is werk van Kelk, Mulisch, Lampo, Hermans, Daisne, Teirlinck, Huizinga, Theun de Vries, Louis Paul Boon, Campert, Vandeloo, Walschap, Ruyslinck.
Hongarije begint langzaam zijn markt voor onze letteren open te gooien. Behulpzaam daarbij zijn Erika Dedinszky, de heren Dekany, Batori e.a. aan Nederlandse zijde, en bijvoorbeeld Istvàn Bernàth, L. Antal en György Walkó aan Hongaarse zijde. De afgelopen tijd verscheen werk van Gijsen, Heeresma, enige poëziebloemlezingen, en in het tijdschrift Nagy Vilàg: gedichten van Jonckheere en verhalen van Anna Blaman en Jan Wolkers. Op komst zijn, behalve enige publikaties