sters (1929). Die partituur levert opnieuw het overtuigende bewijs van de levendige inspiratie en het gedegen vakmanschap van deze Antwerpse komponist. Zoals veelal bij Willem Kersters is ook dit werk sterk suggestief en ongemeen plastisch uitgeschreven; aan de ene kant rijk aan uitdrukkingskracht, waarbij de gevoelens van de personages of de sfeer van het ogenblik op een adekwate wijze in de muziek verklankt worden, aan de andere kant voldoende ritmisch en motorisch om de bewegingen op de scène te ondersteunen en te aksentueren. Het beeldend karakter van deze partituur spreekt natuurlijk het eerst uit de facetrijke orkestratie: geen kleur om de kleur, maar koloriet ter wille van de ekspressie. Om een gepaste sfeer op te roepen verwerkt Willem Kersters terloops een pavane van een komponist uit de tijd van Filips II, een Franse balletmelodie uit de zestiende eeuw, of een geuzenlied: geen gewoon citaat of een traditionele bewerking, maar een ingrediënt dat hij volkomen organisch in zijn persoonlijke klankentaal opneemt. Ook de andere konstanten van Kersters' idioom komen in deze ekspressionistisch gekleurde partituur - die soms onde invloed staat van Stravinski's Sacre du printemps - herhaaldelijk aan de oppervlakte: kernachtige ostinato's, snedige motievenbouw, een voorkeur voor de sonoriteit van het koper en de belangrijke rol van het slaginstrumentarium. Volledigheidshalve dient hier nog aan te worden toegevoegd dat de komponist, door tijdsgebrek gedwongen, zijn vierde symfonie, die destijds onder de titel De Apokalyps te Antwerpen werd gekreëerd (cfr. Ons Erfdeel, jg. 12, nr. 3, blz.
147) volledig in dit ballet heeft opgenomen.
•
Tijdens de maand december werd te Antwerpen het Emmanuel Durlet Fonds opgericht. Zoals bij andere soortgelijke verenigingen wil ook dit nieuwe fonds de komposities van de toondichter uitgeven en op alle mogelijke manieren bekend maken, o.m. door het organizeren van koncerten, het persen van grammofoonplaten, enz. Naar aanleiding van die stichting werd op 10 januari in het Koninklijk Vlaams Muziekkonservatorium een koncert georganizeerd waarop enkele bladzijden van de komponist werden voorgesteld.
Emmanuel Durlet werd te Antwerpen geboren op 11 oktober 1893. Hij studeerde aan het konservatorium van zijn geboortestad en te Wenen bij Leopold Godowsky, de vermaarde Chopinvertolker. Hij begon zijn muziekkarrière als pianovirtuoos, die zowel in binnen- als buitenland mooie suksessen oogstte, vooral om zijn uitdrukkingsrijke interpretatie. In 1920 werd hij benoemd tot klavierleraar aan het Koninklijk Vlaams Muziekkonservatorium. Gedurende ongeveer veertig jaar leidde hij daar verschillende generaties van verdienstelijke pianisten en musici op: Andrå Cluytens, Denise Tolkowsky, Eugeen Traey, Walter Crabeels e.a. Als klavierpedagoog is Emmanuel Durlet een begrip geworden. Dat dankt hij o.a. aan zijn voor die tijd vernieuwde pianometode, die haar neerslag vond in diverse uitgaven zoals een vierdelige
Pianostudie en -spel volgens nieuwe gegevens. Het doel van die methode was de pianostudie te verkorten en tegelijk aangenamer te maken. ‘De leerwijze van dit werk breekt opzettelijk met de traditie, die de ontwikkeling van de techniek nastreeft door de voortdurende praktijk van toonladders, gebroken akkoorden en speciale studies bijna uitsluitend uit gelijkaardige moeilijkheden samengesteld. De hier vooropgestelde, analytische en geleidelijke metode, zondert de verschillende delen van de techniek af en overwint ze achtereenvolgens zonder aan hun onderling logisch
Emmanuel Durlet.
verband te tornen... Niettegenstaande het nut van het zogenaamd mechanisme hecht de schrijver ten slotte het meeste belang aan de wezenlijke muzikale uitvoering van de trekken; het innerlijk aanvoelen van het geen men vertolkt is immers onontbeerlijk tot de harmonische ontwikkeling der techniek’, zo lezen we in het voorwoord tot die metode. Op technisch gebied besteedt de samensteller aandacht aan o.a. de ongelijke ritmen, het pedaalgebruik, de gelijkwaardige en onafhankelijke behandeling van beide handen. Op die manier slaagde hij erin niet alleen virtuoze pianisten op te leiden, maar evenzeer en voor alles bezielde musici met een ‘harmonisch gevormde muzikale ontvankelijkheid’ voort te brengen.
Emmanuel Durlet heeft zich ook onverdroten ingezet voor de verspreiding van het toen zo goed als onbekende oeuvre van de achttiende-eeuwse Belgische klavecinisten. Zijn intens opzoekingswerk heeft heel wat partituren van Raick, de Fesch, Boutmy, Fiocco, Van Maldere e.a. aan het licht gebracht. Aangezien in die tijd het klavecimbel - waarvoor die bladzijden bestemd waren - niet de geringste verspreiding kende en slechts weinig belangstelling genoot, publiceerde hij toen om en nabij driehonderd van die komposities in een herwerkte klavierversie. Hij maakte daarbij wel gebruik