Ten huize van... 11
De serie televisiegesprekken met die naam wordt onverdroten voortgezet, en met de regelmaat van een klok publiceert het Davidsfonds elk jaar een selektie teksten die aan de uitzendingen ten grondslag lagen.
De werkwijze en de opvattingen van Joos Florquin zijn voldoende bekend, al heeft hij er in dit elfde boekdeel een korte verantwoording van gegeven. Hij mist de roeping aanklager of rechter te zijn verklaart hij of de man die het allemaal beter weet. Hij wil zich als gast bij de gesprekspartner gedragen en verwerpt het keiharde vraaggesprek dat wel kan op straat, in een kantoor of in de studio.
Zelfs al kan men die opvatting volledig delen toch zijn Florquins zwakke plekken ook hier weer aanwezig. Hoffelijkheid hoeft geen gevlei te zijn, en bijvoorbeeld in het gesprek met Annie Schmidt komt de interviewer vervaarlijk dicht in die buurt. De opsomming van de kunstwerken van de gastheer en de summiere beschrijving van de omgeving zijn in het boek meestal nog minder funktioneel en dus nog overbodiger dan in de televisieuitzendingen.
Aan de positieve kant blijft staan dat de gebundelde gesprekken veel informatie bieden en stuk voor stuk prettig lezen. In dit elfde deel komen achtereenvolgens Annie M.G. Schmidt, Jan Vercammen Annie Romein-Verschoor, K.C. Peeters, Frits van der Meer, Anton Pieck en Gaston Eyskens aan het woord. Persoonlijk vond ik de gesprekken met de twee Nederlandse dames het boeiendst. Het minst revelerend vond ik de gesprekken met Jan Vercammen en de gladde aal Eyskens. Maar anderen komen wellicht tot een geheel verschillende voorkeur, en dat is misschien nog het grootste winstpunt: iedere lezer kan er volgens zijn eigen belangstelling wel iets uit putten.
Jan Deloof
Ten huize van... 11, Joos Florquin. Uitg. Davidsfonds, Blijde Inkomststraat 79, 3000 Leuven, 1975, 344 blz.