‘Communauté radiophonique de langue française’, die de Franstalige omroepen in Europa en Canada groepeert.
Dit voorstel verdween voor nader overleg in de la.
Het werd opnieuw tevoorschijn gehaald door Nic Bal, Programmadirekteur van de B.R.T.-T.V., op de topbijeenkomst met de Nederlandse Omroep van 1974 te Brussel.
Op het volgende B.O.S.-B.R.T.- overleg in 1975 werd de Nederlands-Vlaamse Omroepgemeenschap (vermoedelijk) definitief afgeschreven.
In Hilversum bleek er geen animo voor te bestaan.
De Nederlandse Omroepverenigingen vreesden blijkbaar in een gezamenlijke samenwerkingsstruktuur een deel van hun autonomie te moeten prijsgeven wat zij zeker niet wensten.
De pessimistische toon die mogelijk uit het voorafgaande verhaal naar voren komt, mag toch niet tot de konklusie leiden, dat er op het gebied van de samenwerking tussen de omroepen niets gedaan wordt. Niets is minder waar. Dat zal de TV-kijker geregeld ervaren. Dat bewijzen ook de hierboven geciteerde cijfers inzake de ko-produkties. Voor 1974 en 1975 geven die een grote stap voorwaarts te zien. Dat heeft o.m. te maken met het grote sukses dat de B.R.T.-AVRO-produktie Een mens van goede wil, naar de gelijknamige roman van Gerard Walschap, heeft gekend.
Dit sukses betekende een belangrijke stimulans en de koprodukties gingen mekaar in een versneld tempo opvolgen met o.m. Klaaglied om Agnes (NCRV-B.R.T.), De Herberg In 't Misverstand (KRO-B.R.T.), Centraal Station (KRO-B.R.T.), Brainwave (AVRO-B.R.T.).
De formule van de ko-produktie werd ook uitgebreid naar de dokumentaire en instruktieve sektoren, waar gezamenlijke Nederlandstalige versies werden geproduceerd van belangrijke reeksen zoals De Mens in Wording (N.O.S.-B.R.T.), Het Amerika van Alistair Cooke (N.O.S.-B.R.T.) en Sesamstraat (N.O.S.-B.R.T.).
Ook in de sektor Amusement kwam het in de jaren 1974-1975 tot een piek met ko-produkties van de Berend Boudewijnkwis (KRO-B.R.T.) en Met de Muziek Mee (VARA-B.R.T.).
Maar het moet worden betreurd dat althans op het gebied van de gedramatiseerde TV-reeksen het niveau van Een mens van goede wil niet meer werd bereikt. Dit is dan te wijten aan het eerder gesignaleerde euvel: het ontbreken van een doelbewuste uitwerking van een planning op langere termijn. Toen vorig jaar het B.R.T.-voorstel tot oprichting van een Nederlands-Vlaamse Omroepgemeenschap werd afgewezen, werd een Nederlands tegenvoorstel aangenomen om de samenwerking te stimuleren via een uitbreiding van de kontakten tussen de programma-werkgroepen van de Nederlandse Omroep en de overeenkomstige afdelingen van de B.R.T.
Deze beslissing heeft tot nog toe alleen voor de radio resultaten opgeleverd. De geregelde kontakten onder de programmamakers Hoorspelen, Gesproken Woord, Klassieke en Lichte Muziek, Gevarieerde Programma's, die tegen het einde van de jaren zestig volledig waren onderbroken, zijn sinds vorig jaar hersteld, zonder dat dit overigens meteen resulteerde in een grote hoeveelheid ko-produkties. Maar alles wijst erop dat die er wel zullen komen.
Voor de televisie is er vrijwel geen wijziging gekomen in de bestaande situatie. Dit betekent dat de samenwerking (te) beperkt blijft tot Drama/Kunstzaken, waarvan de programmamakers toch ook al in het raam van de ‘Conferentie der Nederlandse Letteren’ een samenwerkingsstructuur vinden. Pogingen om de geregelde overlegstrukturen uit te breiden tot Amusement, Jeugdprogramma's en Dokumentaires hadden tot nog toe geen sukses.
Wel is het zo, dat wij er sinds 1974 in geslaagd zijn kontakten te leggen tussen de afdeling Berichtgeving van de B.R.T.-TV en de aktualiteitenrubrieken van de zendgemachtigden in Nederland. De benoeming van een N.O.S.-korrespondent in Brussel, die een onderkomen heeft gevonden op de B.R.T. zelf, heeft bovendien geleid tot betere relaties tussen het TV-journaal van de B.R.T. en dat van de N.O.S. Maar ook op het terrein van de informatie is de samenwerking tot nu toe beperkt gebleven tot enkele incidentele suksessen (uitwisseling Pano B.R.T. - Brandpunt KRO, enkele ko-produkties van buitenlandse reportages). Van een goed gestruktureerde samenwerking is geen sprake.
Een oud zeer in de relaties tussen de B.R.T. en de Nederlandse Omroep is het éénrichtingsverkeer van Noord naar Zuid bij het overnemen van programma's. In 1965 bedroeg het volume van de Nederlandse TV-programma's, overgenomen door de B.R.T 79 uur en 17 minuten en voor de B.R.T.-programma's overgenomen door Nederland 32 uur en 20 minuten.
Tien jaar later is deze trend alleen maar versterkt met voor