Ons Erfdeel. Jaargang 19
(1976)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdLodewijk de Boer: ‘The Family’.
| |
[pagina 773]
| |
heulten’ (p. 90); ‘behangetje’ (p. 129): ‘paar Vorhänge’ (p. 92); ‘intevreden’ (p. 182): ‘unzufrieden’ (p. 137) - is de vertaling niet slecht. Renate Holy is erin geslaagd voor de Amsterdamse atmosfeer van het stuk een goede Duitse variante te vinden.
Een van de belangrijkste recensies van De Boers stuk draagt de titel ‘Familie Blumenkind’ en werd gepubliceerd door Benjamin Henrichs naar aanleiding van de première van de eerste aflevering in DüsseldorfGa naar eind(3). De recensent twijfelt aan De Boers bedoeling een pleidooi voor asociaal gedrag te houden. Hij is van mening dat het stuk weliswaar in een onkonventioneel milieu speelt en de traditionele televisieseries soms ook wel ironiseert, maar in feite niet antiburgerlijk is. Hij vindt het stuk verder niet harmonieus opgebouwd en toch eerder oppervlakkig. Bijna alle recensenten van de Düsseldorfse opvoeringen beklemtonen De Boers artistieke konceptie, zijn akrobatische toneel-show. Maar na de vierde aflevering met haar moeilijk begrijpelijk symbolisch slot, blijft eigenlijk alleen de vraag over naar de redenen van het sukses van het stuk. Mechtild Lange heeft getracht hierop een antwoord te gevenGa naar eind(4). Zoals Henrichs is ook zij van mening dat De Boers stuk niet zoveel verschilt van de ‘burgerlijke’ televisiefeuilletons, die het zogenaamd wil parodiëren: aan de konsumenten wordt dezelfde schijnwereld voorgespiegeld, worden dezelfde identifikatiepatronen aangeboden. De Boers ‘familie’ is volgens haar een idylle, die, losstaand van elk milieu, vrij is van sociale en ekonomische dwang, en door een grote morele vrijheid bovendien Proben - Foto Schloßpark - Theater Berlin Anneliese Heuer: Christoph Hofrichter (Doc.) Edgar Selge (Kil). Daphne Moore (Gina).
gevrijwaard is tegen gevaarlijke konflikten. Zij onderkent in het stuk een duidelijke grens tussen in-group en out-group, tussen de familie en de buitenwereld, die tenslotte over de familie zegeviert zonder dat deze de kans krijgt te laten zien wat zij waard is. Terwijl het maandblad Die deutsche Bühne The Family als ijzersterk triviaal teater beschouwtGa naar eind(5), stemt De Boers sukses in Duitsland Ulrich Schreiber van de Frankfurter Rundschau eerder tot nadenken over de netelige situatie van het Duitse toneel: ‘Das Klingeln in der Kasse wird zum Beweis für das Funktionieren abendländischer Kultur’Ga naar eind(6). Ook in Hamburg kwam de rekening uit: De Boers ‘familieshocker’ trok in zes maanden dertig duizend, hoofdzakelijk jonge bezoekers aanGa naar eind(7). In Berlijn koncentreerde de jonge regie-assistent van Hans Lietzau Harald Clemen de vierdelige serie op twee avonden (première op 17 en 18 juni 1975). Niet De Boer, maar Clemen zelf werd hier omwille van zijn spontane, realistische enscenering door de recensenten unaniem met lof bedacht. Terwijl het sukses van The Family in Nederland uit Duits perspektief in verband met de provotijd wordt gezien, biedt De Boers stuk in Duitsland vooral jonge regisseurs en toneelspelers de mogelijkheid zich op het toneel uit te leven, wat op het Duitse publiek blijkbaar ontspannend werkt. In een gesprek met Ischa Meijer, de belangrijkste informatiebron over De Boer en zijn stuk, karakteriseert de auteur zichzelf als ‘de charlatan van het Nederlandse toneel’, wat hij als volgt verduidelijkt: ‘Van Dale zegt over dit woord: ‘windbuil’, ‘praalhans’ - en deze twee aan- | |
[pagina 774]
| |
duidingen sluiten direkt aan op mijn opvatting over het toneel. Het tragische van toneel is, dat het sterfelijk is. Teater is een windbuil die elke avond weer opgeblazen wordt door een stelletje windbuil-opblazers in samenwerking met de praalhans, de schrijver-regisseur en het resultaat is een kwakzalverij die misschien nog wel heilzamer is dan een vakkundige psychiatrische behandeling. Ik hou van kwakzalvers en wonderdokters, niet van psychiaters’Ga naar eind(8). Ik heb echter de indruk dat het sukses van De Boer in Duitsland van korte duur is geweest. De geplande publikatie en opvoering van Sieben Wege über einen Fluss laat in elk geval op zich wachten. Interessant is in dit verband tenslotte dat de Suhrkamp uitgeverij sedert jaren plannen heeft voor een publikatie van stukken van Hugo Claus. De reden waarom hier tot nogtoe niets van terechtgekomen is dient, aldus de uitgeverij, gezocht te worden in he tfeit dat verschillende pogingen van andere uitgeverijen in de jaren zestig met stukken van Claus zonder sukses zijn gebleven, zonder dat iemand precies kan zeggen waar dit aan zou kunnen liggen. Misschien komt er toch nog eens een nieuwe poging met Hugo Claus. Voor de ondertussen naar München (‘Kammerspiele’) verhuisde Harald Cllemen is Suiker in elk geval geen onbekend stuk. Dr. Daniël de Vin |
|