Ons Erfdeel. Jaargang 19
(1976)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdToneelstudio '50 en Arcateater. Brandpunt en uitstraling.Als Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen verscheen begin 1976 een publikatie van Rik Lanckrock waarin een hele brok recente Vlaamse toneelgeschiedenis ter sprake komtGa naar eind(1). Een groepje studenten en een leraar van de Gentse Koninklijke Toneelschool hebben in 1950 een initiatief genomen dat is uitgegroeid tot het bekende Kelderteater Arca aan de Hoogpoort te Gent. In 1975 is, ten gevolge van interne aangelegenheden Arca Het NET (Nationaal Eigentijds Toneel) geworden. Het boek van Rik Lanckrock gaat over de periode 1950-1975. Het werk heeft vooral een informatieve inhoud. Dit was ook de bedoeling van de samensteller. Rik Lanckrock is wellicht de enige toneelrecensent in Vlaanderen die van zo nabij het ontstaan en de verdere evolutie van het Studio '50-avontuur heeft meegemaakt en omzeggens per dag heeft bijgehouden. De neerslag van die jarenlange opgespaarde dokumentatie vindt men klaar en duidelijk geformuleerd terug in het boek, dat bovendien 32 buitentekstfoto's bevat. De auteur was ook emotioneel bij het onderwerp betrokken en dit belette hem anno 1975 op grotere afstand te gaan staan en dit 25-jarig toneelgebeuren werkelijk kritisch onder ogen te nemen. De licht-kritische toon die hij hier en daar aanslaat is voor bepaalde evenementen uit de Arca-geschiedenis werkelijk te mild. Het boek valt uiteen in twee delen. In een eerste deel worden getuigenissen aangehaald van elf prominenten uit de begin- of latere periode, of uit de Gentse teatermiddens. Het zijn late oprispingen, verdedigingen pro domo of retorische uitspraken, waarbij hier en daar wel iets tussen de regels te lezen valt. In het tweede deel schrijft Rik Lanckrock dan de kroniek van het Arca-teater, beginnend met de aktiviteiten van Toneelstudio '50 om met intervallen van telkens vijf jaar - een zeer kunstmatige indeling - in het jaar 1975 te belanden, het jaar waarin de kelderrevolutie werd voltrokken en Arca Het NET werd. Men kan het betreuren dat de auteur zich enkel aan de kroniekvorm heeft gehouden en de geschiedenis van Toneelstudio '50-Arca eerst niet in een ruimere kontekst heeft geplaatst. Het geestelijk klimaat en de artistieke werking in Vlaanderen wordt sterk internationaal beïnvloed. Dit was ook het geval in de periode onmiddellijk na de tweede wereldoorlog, toen vooral vanuit Parijs en in het licht van de eksistentenfilosofie het toneelrepertoire werd bepaald. Bijna gelijktijdig zijn op verschillende plaatsen en om diverse redenen, in Vlaanderen nieuwe initiatieven genomen, waarrond zich stilaan een belangrijke toneelschrijversgeneratie heeft ontwikkeld die, filosofisch geëngageerd, speciaal gericht was op de kleine ruimte van een kelder-, kamer- of zolderteater. De produktiviteit van deze auteursgroep is echter van korte duur geweest, maar de betekenis voor het hernieuwde toneelleven in Vlaanderen is er niet te min om. Het aandeel van Arca in dit alles komt niet duidelijk genoeg naar voren in het boek van Lanckrock, alhoewel het natuurlijk ook belangrijk is te wijzen op het feit dat Toneelstudio '50-Arca, aan de basis ligt van een wederopleving van het professioneel akteren te Gent en een aandeel had in de oprichting, in 1965, van bijvoorbeeld het Nederlands Toneel Gent (NTG). Eveneens mag terecht gewezen worden op het feit dat dank zij de Arcaaktiviteiten bepaalde taboe's konden doorbroken worden. Minder interessant lijkt het mij te vernemen hoe in de loop van de jaren de toegangsprijzen de hoogte zijn ingegaan of wie er op een bepaald ogenblik de technikus was. Heel wat gegevens konden in tabelvorm worden weergegeven zodat plaats vrij kwam voor meer diepgaande kommentaar. Verantwoording door de opeenvolgende Arcadirekties over stukkenkeuze bijvoorbeeld wordt kwasi nergens afgelegd en evenmin vernemen we iets over de publieke belangstelling. Als théatre d'essai gestart, met als hoofddoel te eksperimenteren in eigentijds verband, heeft Arca de doelstellingen niet altijd waar kunnen maken. Over oorzaken en gevolgen van hoogteen dieptepunten wordt niet uitgeweid. Waar Arca op het einde van seizoen '74-'75 precies stond | |
[pagina 769]
| |
is niet klaar, ondanks het vele en bewonderenswaardige archivarische werk van Rik Lanckrock. Roger Arteel |
|