toneel
Het ‘Bread and Puppet Theatre’ te Brussel.
Eind september gaf het beroemde Amerikaanse Bread and Puppet Theatre enkele voorstellingen van zijn nieuwste show, The White Horse Circus, in het Brusselse Theater 140. Dit gezelschap, dat in 1961 in New York gesticht werd door de Duitser Peter Schumann, bouwde sedertdien een ganse speelstijl op rond het gebruik van allerlei poppen en maskers. Bij het realiseren van een produktie vertrekt men meestal zelfs van de poppen. Bestaande poppenfiguren keren vaak terug in latere programma's. Het gevolg van deze techniek is een tot het uiterste doorgedreven eenvoud. Het leven wordt hier gevat in zijn duidelijkste, allersimpelste vormen. Ook wordt de ‘vervreemding’ maksimaal doorgetrokken.
Het Bread and Puppet Theatre wil een direkt kontakt met een breed publiek. Het speelt daarom vaak op straat, in kerken, parken en loodsen. In een van zijn bekende produkties, A Man Says Goodbye to his Mother, werd de verschrikkelijke Vietnamrealiteit op een bijna naïeve maar daardoor zeer treffende, wijze uitgebeeld.
Het programma dat men te Brussel kon zien bestond uit twee totaal verschillende delen. Voor de pauze gaf het gezelschap een reeks staaltjes van zijn straatteater ten beste. In een cirkusachtige, sterk persiflerende stijl zag men het hijsen van de Amerikaanse vlag (een minivaandeltje aan een mini-stokje), George Washington, ‘the great grand-father of the U.S.’, die de onafhankelijkheidsverklaring tekent, een dansende beer die het vrijheidsstandbeeld uitbeeldt, een soort kabaretdametje omringd door duivelse vuureters, enz. Een grappige parodie was beslist die van de akrobaat die een dubbele salto-mortale komt uitvoeren: met behulp van een katrolletje laat men de akrobaatpop zijn kunsten tonen. Al deze tafereeltjes zijn wel eens grappig, maar missen scherpte en inhoud. Een ernstige, bezinnende noot weerklinkt wel in het verhaal van de Chileense bergbewoner. De berg, zo luidt het, was eens een vrouw, die bevrucht werd door de Heilige Geest, en het leven schonk aan de ziel van het bergvolk. De man klopt aan bij de regering die aanvankelijk de deur niet opent maar uiteindelijk snijdt de politie hem de handen af en schiet zij de ziel van de bergbewoner neer. Dit verhaal wordt verteld op een haast kinderlijk-primitieve manier met behulp van poppen en bijvoorbeeld een stukje karton voor het huis van de bergbewoner. Hier tracht het Bread and Puppet een gruwelijke realiteit weer te geven door een simpel, krachtig syntetiserend verhaal in een lichtjes poëtische toonaard die er een algemene betekenis aan geeft.
Een poëtisch klimaat overheerst beslist in het tweede deel, het eigenlijke The White Horse, dat samengesteld is uit een reeks zeer korte taferelen, die vaak bijna overgaan in skulpturen. Er wordt geen woord gesproken. Bijna alles in deze beelden is wit en in een irreëel licht gehuld. Zo geven zij een beklemmende, mysterieuze indruk die tot bezinning, tot een symbolische interpretatie dwingt.
Bij de aanvang ziet men zes vrouwen, die aan de figuur van de H. Maagd herinneren, in een boot. Zij worden als het ware geleid door een vogeltje. In een tweede scène zien we een vrouw achter een venster en het Wit Paard achter een hekken. Een volgend tafereel is wellicht bedoeld als parallel van het eerste: zes heren nemen plaats in een trein. Deze moderne reizigers zullen de vogel in een kooi sluiten. Het Wit Paard wordt aangevallen door wolfachtige jachthonden en daarna afgemaakt. Deze scènes kontrasteren dan weer met een vorige waarin een vrouw de vogel vrijlaat en het paard omhelst. In een triomfantelijk slottafereel verschijnt, in een hel licht, een grote engel op stelten (Peter Schumann), die het paard weer tot leven wekt en het berijdt: uiteindelijk zegevieren vrijheid en natuurlijke ongebondenheid.
De openingsscène reeds suggereert zeer sterk een verlangen naar zuiverheid. De H. Maagdfiguren en het water scheppen deze indruk. Bovendien schijnen de vrouwen een vogel te volgen, symbool van vrijheid maar misschien ook van de drang naar een hoger, spiritueler bestaan. De reizigers in de trein verplaatsen ons naar onze eigen levenssituatie waarin de natuur aan banden gelegd en verminkt wordt, waarin de mens vervreemd is van het natuurlijke bestaan. In de dans van de engelfiguur op het Wit Paard aan het slot triomfeert de vrijheid en wordt weer iets van een bovennatuurlijke kracht gesuggereerd. Deze bedenkingen bie-