stroom van lauwerende publikaties.
l.v.m. die verheerlijking kan men nochtans niet een aantal kontradikties uit de weg. De Bormsverering na zijn eksekutie is niet eens een bleke afstraling van wat een generatie aan verering opbracht tijdens Borms gevangenisjaren (1919-1928) na de eerste wereldoorlog. De figuur van Borms heeft één keer een uitzonderlijk gewicht in de Belgische politieke weegschaal gelegd: op en onmiddellijk na het moment van de Bormsverkiezing van 1928. Eenmaal vrijgelaten was Borms zo goed als politiek waardeloos. Om dat te verklaren zou men allicht in de richting moeten zoeken van Borms opvattingen over de Vlaamse Beweging, van de rol die de simboliek speelde of nog in de richting van een psychologische verkenning van de vroegere flamingant en de spanningen tussen ‘beweging’ en politieke realiteit.
Maar over dit soort vragen vind je uiterst weinig in deze Bormsbiografie van Jos Vinks. De auteur antwoordt al bij voorbaat in zijn inleiding, op de mogelijke kritiek van de recensent. Hij slaat daarbij een lichtelijk opgewonden toon aan. Maar hij maakt het pas echt bont en hij drukt bij de lezer elke ernstige verwachting de kop in, als hij meteen een pennekruistocht meent te moeten voeren en eks- ‘leiders’ begint te citeren van wat nooit meer was dan een randverschijnsel in de Vlaamse Beweging en in het Vlaams-nationalisme.
De lezer is dan ook niet zo verbaasd meer dat de auteur zich in zijn biografie om de twee bladzijden afpeigert om alles en nog wat te bewijzen of af te keuren. Wat in 's hemelsnaam hebben bijv. de akkoorden van Jalta te maken met Borms? Terwijl je verneemt dat koningin Draga van Servië ‘zeer brede opvattingen over de liefde had’ (blz. 42), vind je het als lezer maar doodjammer geen nieuwe biografische realia te vernemen en zo weinig aan te treffen wat Borms in zijn Vlaamse kontekst plaatst. Daarbij vergeleken is het niet onaardige aantal gallicismen en germanismen - Borms en zijn vrienden ‘troffen zich’ altijd - maar een bijkomstige zwakheid.
De twee verdiensten die ik aan het boek kan toeschrijven zijn dat het alles bijeenbrengt wat verspreid ligt in talrijke hagiografische geschriften en getuigenissen en dat het 24 bladzijden illustraties bevat uit het archief van Nestor Gerard.
Erik Vandewalle
Jos Vinks, Borms, 312 blz., De Roerdomp, Brecht/Antwerpen, 1974.