Zuivere handen (1974) door Roger Vansevenant.
oeuvre te zien geeft, kunnen niet voortspruiten uit een eenvoudige lust tot vernieuwing van de beeldende vorm. Zij zijn niet zomaar het resultaat van verder denken op bestaande vormen, van uitzuivering of van vereenvoudiging zoals bij sommige abstrakten. Het motief moet gezocht worden in een innerlijke onvrede die godweet hoelang naar uitwegen heeft gezocht en plots een vonk opvangt die de vlam jaagt in de brandstapel. De aanleiding, niet de oorzaak, want deze is duidelijk komplekser, is een liedje van Guy Béart
Le grand Chambardement, het schrikaanjagend moment waarin alles kan omvergehaald worden, het groot kataklysme. Het luisteren naar en het dubben over wat de man met de niet eens zo volmaakte stem zingt, is de vonk. Opeens lijkt het leven anders geworden, is het altans niet meer als daarnet: de aarde is blootgesteld aan een reeks onnoemelijke gevaren, de bomen staan erbij als mikpunten, de planten als opslagplaatsen van gif, de mensen, vooral de mensen, beurtelings als onbetrouwbare herauten of als opgeschrikte erg eenzame slachtoffers. De eruptie van onrust die het werk gaat bepalen lijkt wel op de beschrijving van een trauma, hangt in elk geval duidelijk samen met de vele vormen van kontestatie tegen natuur- en milieubederf, bedenkt als verweer groteske snuffelpalen en miezerige protestmarsjeerders, weet met de onvrede geen blijvende uitweg.
Er is veel te zeggen over de taak van de kunstenaar als woordvoerder. Wij staan hier voor een sprekend voorbeeld. Dat artistiek verschijnsel als zodanig kan ons in de verleiding brengen te stellen dat elk kunstenaar op een gegeven ogenblik voor de keuze wordt gesteld: ofwel zich opsluiten in de fraaie vorm en deze tot volmaaktheid brengen terwijl hij met sereen misprijzen de gebeurtenissen buiten het persoonlijk scheppingsproces afwijst als plastisch niet terzake doende; ofwel zich opwerpen tot een sociaal geëngageerde en kunst opvatten en aanwenden als een spiegel die hij de mensen voor houdt opdat zij zouden vernemen hoe het met ze staat.
Zo'n alternatief is natuurlijk veel te simplistisch, want het houdt niet eens rekening met de voortdurende wisselwerking van de ene opvatting of mogelijkheid op de andere. Met alleen verontwaardiging wordt geen goed schilderij gemaakt, en het belang van een tema bepaalt nog altijd niet de waarde van het kunstwerk. Binnen de eigen discipline komt het immers erop aan de adekwate vorm te vinden om een idee te veruitwendigen, zo adekwaat zelfs dat de idee vorm wordt en de vorm idee. Aan deze twee-eenheid meet men de kracht en de waarde, niet aan de goede intentie, niet aan de bewogenheid van de man of vrouw die het heeft geprobeerd.
Voor die zware want uitdagende opgave werd Roger Vansevenant geplaatst vanaf het ogenblik dat hij het als zijn taak is gaan beschouwen ons in te lichten over hoe hij de kosmische situatie van de mens ziet. Bij al de vereisten inzake ordening, regelmaat en symmetrie, door Huyghe aangestipt, komt immers in dit bijzonder geval de bijkomende eis naar de kwaliteit van zijn vertaalwerk, de strenge vraag naar de integratie van de idee in de vorm. Want een ander ekspressiemiddel is er niet. Hij kan er een tekst bijschrijven maar het gevaar bestaat dat deze het beeld afzwakt, d.w.z. eenzijdig naar zich toehaalt; evenmin kan hij er muziek bij maken of het gezag inhalen van