elkaar lijmen van voorgezaagde en geschaafde, naderhand bijgewerkte stukken. Door deze lijmtechniek reiken de middeleeuwen en de 20e eeuw elkaar op verrassende wijze de hand. Monnikengeduld, verfijnde manuele vaardigheid en kreatieve impulsen maken het hem mogelijk skulpturaal onmogelijke opgaven tot een goede oplossing te dwingen. Het lijkt plots alsof twee belangrijke beeldhouwkundige technieken, de taille directe én de modellering, worden verzoend. Dit procédé zal tot een mooie sinteze leiden in zijn Grote Gevleugelde (1973). De techniek konditioneert hier de schijnbaar virtuoze wijze waarop, binnen het beeld, de gedaanteverwisseling van mens tot dier plaats grijpt.
Behoefte aan psychische isolatie doet hem in de jaren zeventig naar het onooglijke dorpje Lampernisse verhuizen. Hij knapt er een klein huisje op. In de belendende stallen met uitzicht op de eindeloze poldervlakte, ontstaat de reeks Astronauten (1972). Meteen markeren deze acht beelden een eerste definitieve stap naar een persoonlijke stijl. Natuur en interpretatie ervan, vormgeving en vervorming, figuratie en defiguratie, verwijzing naar de mens en ironische deformatie van de mens worden in deze reeks voor de eerste keer op een strikt persoonlijke wijze geformaliseerd. Bij elkaar scheppen de acht beelden van gelijkmatige grootte, een environnement. Geïsoleerd echter ziet men hoe elk beeld een bepaald formeel aspekt en een menselijke verwijzing voornamelijk naar de tastzin, mikroskopisch vergroot. Handen, vingers, voeten, borsten spelen als referentiepunten een kapitale rol, maar ze spelen die rol binnen de plastische en konceptuele autonomie van het totaalbeeld. Voor het eerst slaagt Vermandere er in het instinkt te rationaliseren. Het diktaat van het hout als vormbepalend element is opgeheven. Het eklektisch zoeken en verwerken van het recente verleden is teruggedrongen. Er ontstaat een sintetische beeldhouwkunst waarin men bij wijze van citaat, maar nooit meer dan citaat, traditionele doorstroming herkent. Deze herkenbare tekens - menselijke signalen - tilt hij uit hun anekdotische dwangmatigheid. Er grijpt een volkomen en gave integratie plaats van heterogene, naar de buitenwereld en het buitenplastische verwijzende aspekten. De Astronauten geven de beeldhouwer Vermandere voor het eerst een duidelijk en persoonlijk gezicht.
Ruimtenood drijft hem, ter plekke, naar een nieuwe woonst en een nieuw atelier. Materieel gaat weer een flink stuk tijd verloren met sloop- en bouwbezigheden. Uiteindelijk, periode waarin hij voornamelijk nog tekent en enkele totemachtige houten beelden houwt, verhuist hij naar Steenkerke bij Veurne. De beeldhouwer wordt bouwer, architekt en voortreffelijk restaurateur van oud erfgoed. In hoeverre betekent deze verplaatsing geen vlucht voor de skulpturale problemen die hem bezighouden? Het antwoord op dit ‘zwarte gat’ komt ras. Ongehinderd door de trends die op de kunst- en spekulatiemarkt goede geldbeleggingen schijnen te zijn en wars van heersende modes dus (vooral veel neo's) ontwerpt hij momenteel een reeks beelden in arduin. Hierin kan hij progressief maar ook regressief, wat zo noodzakelijk is om avant-garde met traditie te verzoenen, zijn eigen weg hakken. Problemen die hij in het hout gemakkelijk, soms al te gemakkelijk wist op te lossen, stuiten tans op de