derwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen. Als moderator fungeerde Raymond Watthy die voor de aanwezigen ook een goed gestoffeerde dokumentatiemap over het onderwerp had klaargemaakt. Als inleiders traden op: de Vlaming Eric Derluyn, medewerker van Prof. W. Thys aan de universiteit van Rijsel III, en de Frans-Vlamingen Jacques Fermaut en Francis Persyn.
• Onder impuls van Raf Seys verbroederden het Westvlaamse Koekelare en het Frans-Vlaamse Arneke met elkaar Naar aanleiding daarvan gaf Raf Seys een gestencild tweetalig brochuurtje uit over beide dorpen.
• Het 101e kongres van de Franse ‘Société savantes’ te Rijsel en te Villeneuve-d'Ascq (van 22 tot 27 maart 1976) trok meer als 600 deelnemers aan. Op de openingszitting schetste Prof. L. Trénard van de universiteit van Rijsel III de historiek van de geleerde genootschappen in Frans-Vlaanderen vanaf de rederijkerskamers in de Middeleeuwen tot de verenigingen in de 20e eeuw.
• Drs. Hugo Ryckeboer van de universiteit van Gent en van Rijsel III gaf op 15 maart 1976 te Rijsel voor het Comité Flamand de France een uiteenzetting over het Nederlands in Frans-Vlaanderen.
• Ter gelegenheid van het kongres van de ‘Société savantes’ werd in de interuniversitaire biblioteek van Rijsel, in de fakulteit van de rechten te Villeneuve-d'Ascq, een keuze uit het fonds Agache tentoongesteld (1 maart - 15 mei 1976). Edmond Agache-Desmedt (1847-1920) was een bibliofiel waarvan de biblioteek door de erfgenamen aan de Rijselse universiteit werd overgemaakt. Pas nu, met de grotere biblioteekruimte op de nieuwe kampus van Villeneuve-d'Ascq, kon deze biblioteek een onderkomen vinden in een aparte zaal, overeenkomstig de uitdrukkelijke wens van de schenkers. Het fonds bestaat uit 1400 boekdelen, waarvan 41 handschriften, 27 wiegedrukken, 75 drukken van voor 1550 en talrijke werken met gravures. De dokumenten i.v.m. de Nederlanden en met Vlaanderen in het biezonder, zijn zeer talrijk. Het fonds bevat ook talrijke kaarten en plattegronden. Op de speciale tentoonstelling lagen ook in het Nederlands gepubliceerde werken. Gezien het groot belang van dit fonds voor de geschiedenis van Frans-Vlaanderen, ware het ongetwijfeld nuttig indien de Biblioteek De Franse Nederlanden te Kortrijk een kopie bezat van de fichesbak van het Agachefonds.
• Van halfapril tot halfmei 1976 kon men in de ekspozaal van de stedelijke biblioteek in Rijsel een tentoonstelling bezichtigen van kaarten, plattegronden, tekeningen en illustraties in handschriften van de grensstreek in Frans-Vlaanderen.
• Enkele cijfers met betrekking tot 1975. De Rijselse haven kende een trafiek van 3.240.000 ton. De haven van Kales blijft met 4.149.606 reizigers en 832.989 voertuigen de drukste haven voor personenvervoer van en naar de overzijde van het Kanaal.
• Frans-Vlaanderen telt twee beroepstoneelgezelschappen die de titel voeren van ‘centre dramatique national’: het Théätre de la Salamandre, geleid door Gildas Bourdet en het oudste, het Théätre Populaire des Flandres, o.l.v. zijn stichter Cyril Robichez. Beide kennen een moeilijk bestaan en traden in feite op als konkurrenten. Op 10 april hebben ze op een perskonferentie bekend gemaakt dat de strijdbijl goed en wel begraven is en ze voortaan hun beleid en optreden gemeenschappelijk voorbereiden en op elkaar afstemmen.
• Onlangs had de direktie van de Duinkerkse haven te Parijs een aantal scherpe en onvriendelijke uitspraken gedaan aan het adres van de Antwerpse konkurrent. Het antwoord kwam op 16 maart met een debat in Frans-Vlaanderen zelf, voorgezeten door de Belgische konsulgeneraal te Rijsel, G. Jacques, met deelname van vertegenwoordigers van de Antwerpse havenbelangen. Hierop werd de nadruk gelegd op de aanzienlijke rol die de Antwerpse haven speelt in het Franse goederenverkeer (6 miljoen ton in 1975) en werd betreurd dat de aftakking van het kanaal Duinkerke-Valencijn naar het Belgische waterwegennet alsmaar uitgesteld wordt.
• Een toneelopvoering in het Nederlands te Rijsel voor een ruim publiek, zou men het zich kunnen voorstellen? Men zou geneigd zijn ontkennend te antwoorden. Maar via het Goethe Institut te Rijsel, het Duitse kulturele centrum aldaar, kan het wel in het Duits. Ter gelegenheid van de jaarlijkse volksfeesten in mei in het oudste stadsgedeelte bracht de Werkraum Theater uit Wuppertal hier 3 opvoeringen in openlucht (op het binnenplein van het Hospice Comtesse) van een stuk van Peter Weiss.
• Een molententoonstelling gehouden te Rijsel, eind april en begin mei 1976, droeg de naam Moulins des Pays-Bas français. De organiserende vereniging, Aram, zorgde op 8 en 9 mei voor een feestelijke opening van een door haar gerestaureerde molen, de Ondankmolen te Boeschepe. Daarbij traden Mieke en Bart op uit Duinkerke, en van Vlaamse