of Love uit de tweede akte en de Song of Liberation uit de derde.
Het libretto is van Adrian Mitchell, die Schat ook het idee van de steelband aan de hand deed. De première van Houdini is vastgesteld door de Nederlandse Opera Stichting op 28 september 1977 in Carré, eveneens met het Concertgebouworkest.
Dat de fragmenten afzonderlijk werden uitgevoerd is niet geforceerd, al aanstonds besloot de komponist de negende van de 17 scènes van Houdini afzonderlijk uit te geven onder de titel ‘Mei '75, - een lied van de bevrijding’. Peter Schat bood dit werk het Concertgebouworkest aan voor ‘een spoedige, vóórspoedige première, als een soort ‘historisch compromis’ van de Notenkraker, het kompromis dat de Italiaanse kommunisten de kristen-demokraten aanboden - zo van: OK, het verleden was oorlog, maar samen zouden wij nu de vrede kunnen winnen.’
Het is pure ekstase: een groot koor en orkest frenetiek kloppend en aanzwellend, pauken, marimba's en gongen, daarbij de steelband: con moltissimo sentimentissimo op ‘That he broke free’ voor solostem waarop het koor antwoordt: ‘He broke free from the grave, He broke free’. Een gloeiende bevrijdingsscène die vaag herinnert aan het mystieke geweld van een Skriabin, maar ook aan stuiptrekkende effekten uit de elektronische muziekschool.
Een bezwerende Romantiek die veel belooft, tot 1977 zullen we geduld moeten hebben. Voor Schat en Mitchell geldt: ‘There is no heaven but the people’ en wanneer je om dit tot uitdrukking te brengen de meest ‘élitaire’ van alle kunsten gebruikt, de meest abstrakte, de meest veeleisende, kortom de moeilijkst toegankelijke, want dat is de muziek toch, dan vormt dat wél een probleem. Maar Schat is het gelukt zowel een groot (ongeschoold) publiek te boeien als ‘kenners’ nog iets te zeggen.
Ernst Vermeulen