in zekere zin toch weg - naar haar realiteit zoekend - door vrijwillig afstand te doen van haar aardse bestaan.
Na de première in het teater van de gebroeders Mrštik / 10 januari 1976 / ontstond een diskussie over de slotscène: Michal staat aan de deur met de reisdokumenten en het gewisselde geld, de terugkeer naar Warschau is dus mogelijk, maar Wanda is reeds dood. Hieruit konkludeert een gemiddelde toeschouwer: wanneer Michal op tijd was geweest, dan zou wel alles in orde zijn gekomen en Wanda was teruggekeerd in Warschau met haar geld om daar een prachtig leven te leiden. Dit zou de waarde van het stuk op een ‘horlogetragedie’ reduceren: Wanda pleegt zelfmoord onder de indruk van een enorme teleurstelling... Het was misschien voldoende geweest, om het moment van inzien - dat alleen de terugkeer tot Mordechaj het enige is wat in haar leven nog zin heeft - duidelijk in een scène uit te beelden Op die manier had de verkeerde uitleg van het slot voorkomen kunnen worden.
De regie onder Pavel Rímský, de vertaling verzorgde mevr. Olga Krijtová, was knap werk; hij slaagde er in alle drie de figuren in evenwicht te houden met de nadruk op de hoofdfiguur en karakteriseerde uitstekend de sfeer van een Amsterdamse straat, waar geen huiselijke affaire verborgen blijft. De tekst werd op sommige plaatsen wat ingekort - mijns inziens in het voordeel van het stuk, dat als geheel soms wat langdradíg aandoet. Het dekor van Antonín Vorel legt de nadruk op de engte van een kleine woning in de Amsterdamse binnenstad en maakt een gelijktijdig spel mogelijk.
De prestatie van alle spelers
Tsjechische opvoering van Terug naar Warschau van Jan Staal.
was zeer indrukwekkend. Dagmar Pistorová speelt de eenzame, vreemde, afwezige, soms wat nerveuze, eigenzinnige en tegelijk tedere Wanda, Libuše Vaněčková voelt in Anna alle tegenstellingen aan, die deze persoon in zich heeft, Karel Janský was Leo Smets, wat luidruchtig, soms praatziek, rondborstig en vol temperament: kortom, een echte Amsterdammer.
Onze kritiek had nog enkele bedenkingen rond Michal - niet wat de artistieke prestatie betreft - maar het gaat om de principiële vraag: wat is hij voor een mens? Een oplichter? Volgens mij is een Poolse natuur in deze figuur goed weergegeven. Hierbij vraag ik me echter af, waar deze juiste kennis van een nationaal karakter vandaan komt? Want bij die man speelt zich - onzichtbaar voor de toeschouwer maar toch aanwezig - ook een drama af. Diep binnen in hem vechten twee naturen: het restje van een ridderlijke edelman tegen de laffe stem van een oplichter.
De enigszins onduidelijke slotscène doet geen afbreuk aan de waarde van het stuk. In de struktuur lijkt het drama op een noodlotstragedie.
Terug naar Warschau werd door het publiek met belangstelling ontvangen en deed bij de toneeldeskundigen een levendige diskussie ontstaan. Is dat niet een teken van goede kwaliteit?
Jonatan Tomes
BRNO, Tsjecho-Slowakije