Pallas Athena (met gesloten helm), door Paul Van Gysegem (verkroomd ijzer, 1971)
jaar later, met een ongewoon raffinement en een bijzonder intens gevoel in zijn vaak monumentale skulpturen gestalte zal geven. De tekstuur is samen met het struktuurvolume een van de basisfaktoren in het artistiek-vizuele oeuvre van Van Gysegem. Ook in zijn tekeningen is deze faktor van tekstuur - als een zeer gevoelige en sensueel-tastbare huid, soms zacht, poëtisch en verleidelijk, soms hard, agressief en onherbergzaam - steeds van primordiaal belang, om als het ware via deze oppervlaktestruktuur tot het volume, de inhoud, de gestalte, kortom tot de totaliteit van het kunstwerk te kunnen doordringen.
In deze Landschappen van op het einde van de jaren vijftig vielen me ook de harmonische en warm-gevoelige kleuren op, roden en bruinen, of blauwen, die alle min of meer geometrisch, met soms horizontale en vertikale lijnen of kontoeren, en ook konstruktief in een rationele kompositie, werden gebruikt.
Pallas Athena (met open helm), door Paul Van Gysegem (verkroomd ijzer, 1971).
Kleuren en vlakken werden inderdaad als een soort kontrapunt opgebouwd, net zoals dit ook werd gedaan met de mechanische vorm- en volume-elementen van de ijzerskulpturen. De schilderijen kwamen tevens organisch tot stand; via de kompositie groeiden zij ook door de materie en de tastbare stoffelijkheid van de verf, waardoor reliëf en een gevoel van ruimte gingen ontstaan.
Als parentesis moge hier even worden vermeld, dat Paul Van Gysegem jarenlang, en nu nog (cfr. het tussen haakjes supra), een uitstekend jazz-muzikant is geweest en een groep van free jazz heeft geleid. Nu treedt hij niet meer op, want tans dreigt de jazzmuziek volledig kommercieel geïntegreerd te worden of wordt ze, volgens de kunstenaar, dikwijls beoefend door mensen die noch de bekwaamheid tot een dergelijke muziek bezitten, noch de geest ervan. Ook in deze zo kreatieve muziekvorm zocht Van Gysegem, net zoals in zijn beeldend werk, naar diezelfde ekspressie van het bewust en intens levend individu, een beetje tegendraads en anders dan de anderen, doch precies dit anders-zijn beschouwend als een vermeerderende en verrijkende waarde bij het menselijk en vriendschappelijk kontakt tussen de individuen onderling. Een wederzijdse verrijking tussen persoonlijkheden, in een mentaliteit van vrede en vriendschap, met een soort utopisch levensgevoel en verlangend naar een soort van utopische maatschappij. De ideeën en de idealen uit de jaren vijftig, toen alles en al het goede en al het intense en autentieke nog mogelijk scheen. De kunstenaar vertelt dit zelf, niet zonder enige nostalgie en een beetje treurnis.
In een tweede periode, vanaf 1961-'62 tot ongeveer 1968, evolueerde de antropomorfe figuratie dus naar volledig abstrakt: zowel de monumentale ijzerskulpturen als de volkomen geabstraheerde, op luchtfoto's gaan lijkende, landschappen van de schilderijen. Primordiaal bleven echter altijd het spel van het kontrapunt en het organische uit en in zichzelf groeien van het kunstwerk. In deze tweede periode werd het werk van Van Gysegem ook (zeer) langzaamaan rustiger. De volumes werden kompakter en steviger. De meestal onrustige tekstuur werd al eens vervangen door effen vlakken, in komposities, waarrond soms ook draden werden aangebracht, een eerste symptoom van de later manifester verschijnende omhulsels of omsluitingen rondom de figuren. Van Gysegem maakte toen heel wat ijzerskulpturen, non-figuratieve beelden in gelast metaal, gedaanten, monumentale massa's, konstrukties uit junk- en konsumptiemateriaal, met moe-