septemberdekreet (over taalgebruik tussen werkgever en werknemer in Vlaanderen), de Waalse beweging, enz. Dat heeft uiteraard tot gevolg dat bepaalde feiten - regeringsmoeilijkheden bijv. - in diverse hoofdstukken en telkens in een uiteenlopende samenhang opduiken. Wat de lezer al eens het gevoel kan geven er de tel bij kwijt te raken. Maar er wordt nu eenmaal, dus tot en met de vorming van de regering Tindemans en de pogingen haar te verruimen met VU en FDF, van hem verwacht dat hij de namen en data van de opeenvolgende regeringen nog vers in het geheugen heeft.
Ik heb er vroeger al op gewezen hoe Todt's kronieken veeleer een beschrijving zijn van de wijze waarop de traditionele partijen, maar vooral de CVP, op het kommunautaire konflikt reageren, als een beschrijving van de traditionele Vlaamse Beweging, zoals zij zich buiten die partijen of in een partij als de Volksunie afspeelt. Was dit een hinderlijke formule? In dit vierde deel komt ze in elk geval goed tot haar recht. Vooral omdat de Vlaamse Beweging, of juister het kommunautair konflikt, zich meer dan ooit in het partijleven en in de regeringen heeft ingenesteld. De stelling dat dit konflikt meer en meer fungeert als stramien waartegen partijkonflikten en -belangen uitgevochten en veilig gesteld worden - wat voor de behandelde periode biezonder karakteristiek lijkt - is m.i. goed te verdedigen. En zonder het konflikt ekspliciet in die optiek te plaatsen, geeft Todts hier toch talrijke aanwijzingen voor.
Een belangrijk facet dat volgens mij een apart tema en stof voor een apart hoofdstuk had mogen vormen, noem ik de restauratieof herstelbeweging waarvan de politieke filosofie stoelt op een traditioneel Belgisch unitarisme, dat wel tot aanpassingen bereid is, maar het kommunautair probleem uiteindelijk als bijkomstig aanziet. Bepaalde maatregelen of wetten zijn een absoluut eindpunt of dienen geneutraliseerd te worden. Dit verschijnsel deed zich al voor naar aanleiding van de taalwetten uit de jaren dertig (Koning Albert achtte zich gelukkig zich eens en voorgoed van die akelige taalproblemen verlost te weten), de vastlegging van de taalgrens in 1962 (van de toenmalige Eerste-Minister, Theo Lefèvre, zijn gelijkaardige uitspraken bekend), en nu bij de jongste grondwetswijziging. Opvallend daarbij is dat het vaak promotoren zijn van als belangrijk aangekondigde hervormingen die zich tevens opwerpen als voorvechters van een herstelbeweging. Het ziet er naar uit dat dit soort herstelbeweging aan kracht gaat winnen naarmate nieuwe wetten of organen slecht of ondoelmatig funktioneren of andere problemen (de ekonomische krisis) de voorrang schijnen te vragen. Ik zou dit een tekort in Todts boek durven noemen, omdat de bouwstoffen voor de stelling van een restauratiebeweging overal aanwezig zijn. Ik beperk me tot enkele voorbeelden: op een CVP-Nieuwjaarsreceptie in 1971 ziet premier Eyskens in de grondwetsherziening een middel om de eenheid van CVP en PSC te herstellen (p. 17), senator L. Vanackere stelde op het Antwerpse CVP-kongres van oktober 1972: zowel agglomeratieraad als federatieraden dienen als een mislukt eksperiment beschouwd (te worden); zij mogen gerust verdwijnen (p. 22), het feit dat Brussel de onvermijdelijke (want met dezelfde leden bevolkt als het parlement) vestigingsplaats werd van de kultuurparlementen (p. 54), enz. Het woord zelf duikt op de meest onverwachte plaatsen op. Hugo Camps noemde Wilfried Martens in Het Belang van
Limburg de man van ‘een kruistocht voor de kristendemokratische herstelgedachte’ (p. 141).
Herman Todts schrijft een kruimige en bijwijlen beeldende taal. En dat is een kwaliteit die de leesbaarheid van zijn boek doet verhogen. Al speelt hem dat ook al eens parten. Zo ontglipt hem op p. 141 een zin als: Hugo Camps van Het Belang van Limburg trok de bokshandschoenen aan en snelde naar de ring'. Ik zou ook nog kunnen opmerken dat één partij (de CVP) wat overbelicht wordt ten nadele van alle andere. Het doet allemaal geen afbreuk aan de vaststelling dat hij weer eens een onoverzichtelijke stapel feiten en uitspraken geordend en geïnterpreteerd en daarmee het inzicht van de lezer verrijkt heeft.
Erik Vandewalle
Herman Todts, Van gemeenschap tot gemeenschap. De onvoltooide symfonie, 260 blz., 15 foto's, Davidsfonds, Leuven, 1975. Ledenprijs: 295 BF, Voor niet-leden: 375 BF.