Nederlands in de buurt van de Gironde (Frankrijk).
Ergens tussen La Rochelle en Bordeaux ligt in z'n regelmatige XVIIe eeuwse vestingsmuren geprangd het vervallen kuststadje Brouage, verzande zeehaven net als Brugge. (Charente Maritime in de buurt van Rochefort) Het is een stadje met nog een paar honderd inwoners, met veel eeuwenoude gebouwen, zeker het bezoeken waard op vakantiereis.
Onder meer vanwege de zoutwinning aan de kust was Brouage een van de belangrijkste havens van Frankrijk in de XVIe en XVIIe eeuw. Het is ook de geboortestad van Samuel Champlain, de stichter van Frans Kanada. Precies naast het monument door Quebec opgericht ter ere van Champlain staat een vervallen huis. Op de bovendrempel is het volgende Nederlandse opschrift te lezen:
15... 86
WEL GODE BETROWT DIE HEEFT WEL GEBOWT
Deze tekst wordt hier onder alle voorbehoud gegeven. U kunt het zelf nakijken op de foto. Het beste zal zijn ter plaatse te gaan onderzoeken.
Tot nog toe is niet bekend wie dit huis bewoond heeft en wie dan ook in 1586 dit opschrift heeft laten inbeitelen. Wel weten we dat heel wat Engelse, Duitse en Nederlandse schepen in de haven aan kwamen leggen en dat Antwerpse zakenlui zoals de familie De la Faille uit Antwerpen onder meer een drukke zouthandel met deze stad voerden. Plaatselijke historici zoals J. Vigé en Vlaamse zoals Prof. W.
Brulez zouden ons over die handelsbetrekkingen tussen de Nederlanden en de toenmaals tweede haven van Frankrijk (na Brest) meer kunnen meedelen. Een feit is duidelijk: het Nederlands was in die eeuwen meer in aanzien in Frankrijk als in onze dagen. Wat nu bijna ondenkbaar is, een Nederlands opschrift aanbrengen op een huis in een Franse stad, was toen blijkbaar normaal. In die tijd en in de eeuwen ervoor heeft het Frans van het Nederlands honderden woorden overgenomen zoals we in het Etymologisch woordenboek van Dauzat kunnen nagaan. We spreken niet eens van de vele honderden die aan het zgn. ‘francique’ (meestal oud-Nederlands) ontleend werden. Rabelais laat Panurge naast andere talen ook Nederlands spreken (Pantagruel IX, 86-91). Corneille haalt in z'n
Cid (1636) het Nederlands aan als een van de weinige talen waarin toneel gespeeld wordt. (Hij zegt natuurlijk le Flamand.) Nederlanders hadden vroeger al hun aanwezigheid uitgedrukt op een nu verdwenen dolmen (pierre levée) in de buurt van Poitiers: nl. Hovenaglius, Blomendael, van Haften en Mostaert. Er bestaat een afbeelding van in Theatrum Urbium van 1580.
De geschiedenis van de handelsbetrekkingen van Nederlanders met Frankrijk of van hun emigratie naar dit land moet nog geschreven worden. Ondertussen zou het de moeite lonen om de sporen van hun aanwezigheid zoals dit opschrift, niet teloor te laten gaan. Het vervallen huis dient nodig gerestaureerd te worden. Het zou voor zowat 30.000 of 50.000 FF gekocht kunnen worden. Wie hierover meer inlichtingen wil, kan zich wenden tot de al vermelde leraar en historikus J. Vigé, rue des Trois Vierges, Brouage (17320 Marennes) of tot Pater M. le Grelle S.J., Hiers, Brouage.
C. Moeyaert