frans-vlaanderen
14e kultuurdag te Ekelsbeke (13 juli 1975).
De grote toeloop van mensen op dit kultuur- en tuinfeest zal wel voor een deel te danken zijn aan het feit dat het de vooravond van de ‘14 juillet’ was en ook aan het mooie zomerweer.
Sint-Godelieve van Gistel waaraan de Ekelsbeekse waterburcht herinnert (lang bewoond door de Heren van Gistel; zodat de legende Godelieve in Ekelsbeke laat trouwen...) kreeg een nadrukkelijke aandacht in de opmerkelijk rijke tentoonstelling van beelden, boeken en geschriften, meer bepaald het werk van Emmanuel Looten over de Vlaamse heilige, alles ingeleid door Jan Ghekiere, voorziter van het museum voor religieuze kunst in Oostende. Ook de vooraf bestudeerde preek-uiteenzetting van Kan. de Swarte in onze taal gehouden onder de Hoogmis, verhoogde onze kennis van deze in het Boonse geboren merkwaardige vrouw.
Ondertussen zijn de geïnteresseerden toegestroomd uit de verste hoeken van Nederland maar ook uit verafgelegen gebieden in Frankrijk of elders: mensen bijv. uit Limoux in Oksitanië, uit Grendelbruch in de Elzas of uit Kantelberg (Canterbury) in Engeland, enz. Een andere thuiskomst zouden we ook kunnen noemen: de terugkeer van de heren van het kasteel, naar de taal van hun voorouders...
Iets biezonder nieuws was Frank Seidlitz' tentoonstelling van Noords en Vlaams houtsnijwerk, zowel nuttigheids- als siervoorwerpen. Nog nooit liep zoveel volk de hele dag door rond in de stemmige kasteelzalen, met een eveneens verdiende aandacht voor Gopars doeken over de Westhoek en de keramiek uit Wizeke.
In de zestiende-eeuwse gebouwen en schuren gaat het er zoals elk jaar Breugeliaans aan toe. In de vunzige paardestal verschijnen kleurendia's over dit stuk Nederland, toegelicht door hese stemmen die tegen de Ekelsbeekse en Gistelse muziekkapellen op proberen te tornen.
Maar waar alles om draait is toch nog altijd de goed bijgewoonde en dit jaar uitnemend geslaagde Vlaamse kultuurzitting. Zoals Voorzitter senator Leo Vanackere opmerkte werd nagenoeg het hele programma verzorgd door de Frans-Vlamingen zelf, eigen poëzie en eigen liederen inkluis. Sterk beïnvloed door hun leermeester de grote Emmanuel, hebben de broers Louchaert in de taal van hun ouders en van hun volk doorvoelde lyriek laten beluisteren: het maakte een sterke indruk. Mieke en Bart kennen we al: zwierig en toch verfijnd, met zuivere zin voor aangepaste gitaarbegeleiding zingen ze Vlaamse melodieën. Wanneer komt hun eerste plaat op de markt? De Elzas heeft al verschillende volksliedzangers op plaat laten griffen, m.i. niet altijd van die kwaliteit. Alfred en Kristien den Ouden die straks in het park met groot sukses zullen optreden hebben op een heerlijke wijze de weg gebaand. En wanneer mogen we de doedelzakspelers uit het Belse op het podium verwelkomen?
Prof M. de Swarte en Jacques Fermaut getuigden met feiten en cijfers van het leven van hun respektieve verenigingen: Vlaams Komitee van Frankrijk en Michiel de Swaenkring; ze hebben allebei hun eigen karakter, hun eigen ‘kliënteel’ en enigszins hun eigen werkzaamheden, alleen het Nederlands onderwijs hebben ze gemeen, maar bloeien doen ze allebei. De eigen streektaal en de echte volkszang staan bij de Hekkerschreeuwen meer centraal. Die streektaal blijkt zeker niet ondergewaardeerd in Ekelsbeke, altans als we luisteren naar Mevrouw Vaesken die soms wel even in haar voordracht gehinderd werd doordat ze haar Vlaamse tekst over de oude ambachten nota bene in het... Frans genoteerd had (wat tussen haakjes op zichzelf een aanklacht betekent in een beschaafd land), maar vooral naar pastoor Decalf die uit z'n korf onlangs opgeraapte Vlaamse woorden, gezegden en uitdrukkingen rijkelijk te grabbel gooit.
Senator Leo Vanackere was de tolk van de tevredenheid van het Waregemse komitee en liet de zitting besluiten met het zingen van een Vlaamse Leeuw, waar de Zuidvlaamse jongeren zo op gesteld zijn.
André Demedts en Luc Verbeke hebben weer de vrucht van hun streven mogen zien groeien en bloeien; tot slot mag dit nog eens flink beklemtoond worden.
C Moeyaert