De Gekroonde Laars.
Blijspel in vijf bedrijven. Hertaling en bewerking voor het hedendaags toneel en dito lezing, door Paul van Morckhoven. Naar ‘De Gecroonde Leersse’ de zeventiende eeuwse klucht van Michiel de Swaen.
Deze moderne aanpassing aan het hedendaagse Nederlands die de bewerker ‘hertaling’ noemt, bestaat in een modernizering van spelling en woordenschat, in de nodige inkorting van te lange monologen of moralizeringen, in passende dekoren spelaanduidingen en er werd zelfs een figurantenrol weggelaten.
Verder bevat dit werk een vrij goed geschreven inleiding tot het leven en het werk van De Swaen en meer bepaald tot het bewerkte blijspel.
We mogen nu niet denken dat we hier voor een radikale modernizering staan (wat ook mogelijk geweest was): de bewerker eerbiedigt verzen en rijmen zodat de oude sfeer en vooral zoveel mogelijk de oorspronkelijke klank en het ritme bewaard blijven. Dat de vermoedelijk niet-Westvlaamse schrijver hier soms te ver in gaat, is makkelijk te begrijpen: de je-vormen worden ge-vormen en de verkleinvorm Jaeckje wordt Jakske. Een paar spelfouten zijn minder begrijpelijk. Zo worden ‘de blekken plaeties’ van De Swaen ‘blikke plaatjes’ zonder n, en we lezen zo waar ‘ontdooit’ waar ‘ontdooid’ hoort... En als de auteur boekweitbrij in boekweitpap omtovert, heeft hij het over wat anders natuurlijk... Maar deze kleine detailkritiek uit Westvlaamse hoek, doet helemaal niets af aan de waarde en het belang vooral van deze bewerking. Al te lang is De Swaen en z'n Gekroonde Laars weinig bekend gebleven, al te zelden wordt dit heerlijke blijspel op de planken gebracht. Ik ben ervan overtuigd dat heel wat spelers en regisseurs precies afgeschrikt werden door die voor onze ogen haast onleesbare spelling en door de soms even verouderde taal.
Zo mogen we misschien hopen dat dit kleine meesterwerk binnenkort in oorspronkelijke versie in De Swaens eigen Duinkerkse gebied opgevoerd kan worden door een van onze goede gezelschappen, nu voor kort De Swaen in z'n eigen stad eindelijk een straatnaam gekregen heeft en nu premier Chirac onlangs met klem beweerd heeft dat de eigen rijkdom aan streektaal en -kultuur beslist niet verloren mag gaan.
Wat Van Morckhoven schrijft over de bewondering van De Swaen in zijn tijd voor de Franse tragedieschrijvers (vooral Corneille) en over z'n waardering voor de voorrechten door de Franse bezetter aan z'n stad geschonken is waar, maar enkel gedeeltelijk. Hij vergeet De Swaens hoogschatting voor Vondel (en Cats) te vermelden en rept met geen woord over z'n bittere klacht over onze streken ‘waar Frans en Castiliaan de rust en vrede scheuren, waar 't hoofd der burgerij voor vreemde heren beeft’ zodat z'n ‘spijs bittere gal’ wordt in dit ‘oord waar vreugde is uitgeweken’. (Aan de Heer van Heel).
En of Lodewijk XIV zelf geloofde in dit volgens de auteur ‘bestaande maar betwiste recht’ nl. het devolutierecht op grond waarvan hij de Nederlanden in wil palmen, kan gerust betwijfeld worden als we zien dat Lodewijk zelf op de gedenkpenning van 1677 (na de overwinning bij Kassel) niet laat slaan ‘la Flandre retournée’ maar gewoon ‘la Flandre subjuguée’.
C Moeyaert
Besteladres Paul van Morckhoven, Lange Winkelhaakstraat 39, 2000 Antwerpen.