bel-poppenspel, een wedloop van de hoeden- en pettenklasse naar de berg met de zakken: grondbezit - kerkelijke macht - geld. Die wedloop wordt op slinkse manier gewonnen door de hoeden en petten vinden slechts een zak met houweel, sikkel en hamer. Deze wedloop was uitgeschreven en geënsceneerd door god-de-vader. Daarna volgen allerlei korte scènes over arbeiders, die uitgebuit en zoet gehouden worden met brood-en-spelen, en daar tussendoor klinkt dan de roep van de revolutie. Maar die revolutie is slechts een droom want de hoeden-patroon heeft duizend poten en zijn macht zit overal. Maar de leuze blijft: wees waakzaam, de revolutie zal en moet overwinnen.
Revolutionair toneel dus in een sjieke zaal (ik zag de voorstelling in Eindhoven 18 juni jl.) voor een hoeden-publiek of studerend daarvoor, want wie gaat anders naar een voorstelling van het H.F. De zinspelingen zijn bovendien nogal naar belgische situaties gericht, dus kan er rustig geklapt worden en de god-de-vader-parabel is nogal ouwbakken naar d'ouwe trant van het Vlaamse paradijs verhaal dat het op bruiloften en partijen vroeger altijd wel deed. Of het geheel wel verhelderend en tot revolutie inspirerend werkt, is voor mij een vraag. Natuurlijk zijn er een aantal satirische aanzetten die overkomen zoals bijvoorbeeld de agressie-uitlaatklep op het voetbalveld tegen de scheidsrechter, maar het geheel blijft toch chablone-achtig en ik zie het klappend volk in de schouwburg nog niet door de impuls van deze voorstelling de straat opgaan om barrikades op te richten tegen het bestaande hoedenregiem. Na de mislukte parijse opstand in 1968 heeft zich niemand daaraan en masse gewaagd.
Om 10 uur was er pauze en nuttigde iedereen zijn drankje in de foyer. Daarna was er nog diskussie. Daaraan heb ik maar niet deelgenomen. Toen ik naar huis reed, stonden de Philipsfabrieken nog overeind en lag het P.S.V.-stadion in alle rust te wachten op het nieuwe voetbalseizoen als de kampioensploeg weer zal aantreden.
Alles overziend lokt het wel tot een bezinning bijvoorbeeld rond de vraag: wat is toneel? Ik zou het voorlopig bij deze omschrijving willen houden: een visuele akoestische kreatie gemaakt door mensen met gebaren, geluiden, attributen, muziek, lichteffekt en woorden. Woorden, die wijzen naar een inhoud, een verhaal, een gedachte. Een spel, dat wijst en verwijst naar dromen, fantasieën, realiteiten en als zodanig geëngageerd met menselijke situaties vormend, verwarrend, verhelderend, boeiend vanwege onverwachte effekten. Als toneel uitsluitend vormend wil zijn (indoktrinair) is het pedagogisch, didaktisch bezig, het legt bepaalde aksenten, onderstreept deze, wijst meestal een vijand aan waartegen gestreden moet worden. Verhelderend is in dit opzicht een serie oorlogspropagandafilms van W.O. II die de V.P.R.O. onlangs uitzond. Is de voorstelling ‘Ballade voor Grote en Kleine Poppen’ nu in deze kategorie vormingstoneel onder te brengen? Gedeeltelijk wel, gedeeltelijk niet. Het heeft iets tweeslachtigs, gelukkig misschien! Het kondigt zich ook aan als de historie van een simpel verhaal. En in deze tijd van het Simplistisch Verbond (Heer Kooten en Bie!) is dat natuurlijk een pré. Maar ik kreeg er geen kippevel van en kon er niet om huilen noch overmatig lachen en het geheel haalde voor mij bij lange na niet het Mystero Buffoeffekt van het vorig jaar, ofschoon er goed werd gewerkt en soms duidelijke waarheden werden gedebiteerd. Maar werkt de verwarring en het mysterie misschien niet dieper? Kreterige liedjes en zwart-wit tekeningen volstaan voor mij altans niet.
Als derde: Een Poolse novembernacht.
In Rotterdam beleefde ik de klimaks van dit wat magere H.F. 1975, namelijk de uitvoering ‘Novembernacht’ van het Stary Teatr uit Krakow, een stuk van de Poolse schrijver Stanislav Wyspiansky uit 1904. Het drama heeft een historische achtergrond namelijk de Poolse Opstand van 1830 in Warschau en het bijzondere is wel, dat de historische, rumoerige en verwarrende nacht van de opstand verbonden wordt met de Griekse mytologie, zodat historische figuren (de grootvorst en zijn echtgenote, officieren, soldaten en burgers) worden geplaatst naast en in verbinding met mytologische grootheden als bijvoorbeeld Pallas Athene, Ares, Demeter, Charon. Het geheel werd in het Pools gezongen en geakteerd, zonder simultaan vertaling en slechts via aanwijzingen van het uitvoerige programmaboekje kon ik, die geen Pools versta, het stuk volgen. En toch maakte het toneelspel via enscenering, lichten rookeffekten een boeiende indruk. Het had zeker bepaalde romantische allure, deze bewerking onder regie van de bekende filmregisseur Andrzej Wajda. Het beeldde de eeuwige strijd uit voor de vrijheid. De strijd, die de geschiedenis van de mensheid uitmaakt met al zijn lijden, verwarring en desillusie. De grootvorst staande in het neve-