Het volledige werk van Marcel Duchamp.
Over de kombinatie beeldende en klinkende kunst gesproken: de oorspronkelijke dadaïst Marcel Duchamp heeft zich, wat minder bekend is, ook aangetrokken gevoeld tot de muziek. Duchamps estetika bracht de kunstenaar tot de meest uitéénlopende randgebieden. Een schilder in de gebruikelijke zin van het woord is hij dan ook moeilijk te noemen. Desalniettemin bracht zijn ‘Naakt dat een trap afdaalt’ hem in 1912 nog niet tot het doorbreken van het gebruikelijke enge artistieke kader, waar hij later naam mee zou maken. In dat jaar stuurde Duchamp zijn schilderij naar de Salon des Indépendants, een behoorlijk vooruitstrevende groep. Jawel, Albert Gleizes liet het schilderij kort voor de geplande ekspositie verwijderen. Dit zette Duchamp aan het denken en eind 1913 doorbreekt hij genoemd kader en neemt hij een baan aan als bibliotekaris ten einde zich ook maatschappelijk bevrijd te voelen van het stoffigéénzijdige milieu. (Satie, de enige belangrijke dadaïst in de muziek, maakte zich in 1898 los van Montmartre en nodigde tot zijn dood geen van zijn kollega's bij hem thuis uit!). In deze opwindende en doorslaggevende periode ontstonden dan enkele muzikale projekten. ‘Erratum Musical’ en ‘De door haar vrijgezellen vrienden naakt uitgeklede bruid’. Beide stukken baseren zich op het toevalselement, een halve eeuw voordat deze techniek in de mode kwam middels komponisten als John Cage en (zijn enige echte leerling) Christian Wolff.
Erratum Musical is een eenvoudig spel dat de auteur schreef voor Yvonne en Magdaleine, zijn twee zusters, en zichzelf. Uitgangspunt is deze tekst (van Duchamp): ‘Faire une empreinte marquer des traits une figure sur une surface imprimer un sceau sur cire’, vervolgens knipte Duchamp muziekpapier aan stukken met op elk papiertje één noot. De stukjes schudde hij als een goochelaar in een hoed en plakte de aldus willekeurig verkregen fragmentjes tot één geheel aaneen.
In de tweede kompositie zijn de papiertjes vervangen door balletjes, weer elk met één noot. De balletjes vallen via een trechter in een speelgoedtrein met open wagentjes die de auteur er onder laat rijden. Ook hier worden de balletjes vervolgens uit de wagentjes gevist om in één kettingstuk te resulteren.
Dat Duchamp geïnteresseerd was in bewegende kunst, in roulette met name, spreekt uit dit koncept. Zoals bij hedendaagse konceptuele kunst is in Duchamps komposities het resultaat niet belangrijk, of beter: het resultaat valt samen met de opzet. Konceptuele kunst speelde vooral een belangrijke rol in de Amerikaanse zijtak van het Bauhaus (New Bauhaus) middels Moholy-Nagy's poging in Chicago om ‘Kunst per telefoon’ uit te dragen.
Een programma geheel gewijd aan Duchamps muzikale eksploraties hoort natuurlijk niet in een koncertzaal thuis maar in het Stedelijke Museum zoals 12 januari in de serie Muziek van Nu, gepresenteerd door het S.E.M.-ensemble uit de Verenigde Staten onder leiding van de Tsjechische rasavantgardist en Cageaanhanger Petr Kotik (fluitist-dirigent). In '74 rekonstrueerde Kotik de trechter en een 7-tal wagentjes met kurken balletjes in zes groepen genummerd, geschikt voor een partituur van vijf delen: fluit, celesta (als uitzondering bediend door twee groepen balletjes), trombone, hobo en marimba. Ook voerde men een versie van Duchamp-zelf voor 2 piano's uit. Ten slotte was er nog een derde, vage kompositie: Musical Sculpture, waartoe tevens het publiek werd uitgenodigd.
De zin van dit koncert? Het inzicht tot het onmiskenbare feit dat veel happenings uit de jaren na de tweede wereldoorlog hun oorsprong vinden in eksperimenten rond de eerste oorlog, en dat de opleving van het dadaïsme uit onze tijd wat scherper gestruktureerd is door de invloed