7e Frans-Vlaamse dag te Hulst.
In 1955 werd op initiatief van J.H. Stolte en met de medewerking van het Komitee voor Frans-Vlaanderen de 1e Frans-Vlaamse dag te Hulst (Nederland) gehouden. Op de Frans-Vlaamse dagen te Hulst werden de eerste kontakten gelegd met de Noord-Nederlandse leden van de redaktie van dit tijdschrift. Het is plezierig daaraan te kunnen herinneren.
Vanaf 1962 werd de Frans-Vlaamse dag naar het voor Nederland centraler gelegen Breda overgebracht. Men was van oordeel dat Breda méér Nederlanders zou kunnen aanzetten om deel te nemen aan deze dag. Toen bleek dat de belangstelling gering bleef, ondanks de inspanningen van de nieuwe voorzitter Prof. Dr. P.C. Paardekooper, werden een paar Frans-Vlaamse dagen georganiseerd boven de grote rivieren, ondermeer in Rotterdam. Het sukses bleef gering.
Men kan tot sombere konkluzies komen na deze ontnuchterende vaststelling. Toen Prof. Paardekooper begin 1974 tot het besluit kwam dat hij er niet in geslaagd was voor de Frans-Vlaamse dag in Nederland een redelijke belangstelling te wekken, besloot hij de verdere inrichting stop te zetten. Het was inderdaad nutteloos verder zo'n dag op te zetten, wanneer die slechts bevolkt werd door inderhaast voor die dag samengebrachte Vlamingen. Prof. Paardekooper zag het goed: zo'n dag moet vooral de belangstelling van Nederlanders kunnen genieten, anders kan hij beter verdwijnen.
Niet iedereen echter vond dat een Frans-Vlaamse dag in Nederland een onmogelijke zaak was geworden. De Hulstse wethouder J.H. Stolte, die met redelijk sukses de eerste Frans-Vlaamse dagen had georganiseerd, wilde opnieuw met de traditie voortgaan. Vandaar dat op 1 april 1975 te Hulst de 7e Frans-Vlaamse dag werd gehouden. Ongetwijfeld voor een beperkt publiek, maar toch overwegend bestaande uit Noordnederlanders. Daarom kan de 7e Frans-Vlaamse dag een sukses worden genoemd. J.H. Stolte en de leden van het ‘Komitee van voorbereiding’ (M.C. Kommers, B. Rasker, J. Maat en D.M. Hollaardt) hebben een eenvoudig programma opgesteld, dat echter voldoende informatie bood aan de aanwezigen die naar zo'n dag komen om er iets méér over te vernemen. A. Demedts, erevoorzitter Komitee voor Frans-Vlaanderen, sprak over Het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen; K. de Meulemeester, sekretaris-generaal van de VTB, sprak over De jongeren en de Nederlandse kultuur, Mevr. Nell Verwaetermeulen-de Potter over Jeugdtoerisme en Frans-Vlaanderen en de Frans-Vlaming Dominiek Hardebolle over de Aktiviteiten van de jongeren in Frans-Vlaanderen.
Het bescheiden sukses van het hernieuwde initiatief van J.H. Stolte en zijn Hulstse komitee, is een goede zaak. Ongetwijfeld is de Belgisch-Nederlandse grensstreek meer ontvankelijk voor de problemen van Noord-Frankrijk, dan het meer onverschillige Noorden. Veel hangt echter ook af van de aanpak. De Frans-Vlaamse dag kan in Hulst uitgroeien tot een gebeurtenis van betekenis, omdat ook een akkomodatie als het ‘Gemeenschapscentrum Den Dullaert’ heel wat mogelijkheden biedt.
Jozef Deleu