| |
Frans-Vlaanderen: Aktualiteiten.
Informatieve bijdragen op de televisie en in de pers:
● | In het kader van haar schooluitzendingen bracht de BRT-televisie een programma over De Westhoek en Frans-Vlaanderen (vak geschiedenis; leeftijdsgroep 12 tot 15 jaar). Rita Lefevere en Herman Vandormael waren de realisatoren van dit een half uur durend programma waarin o.m. de Frans-Vlaming C. Taccoen aan het woord kwam en dat drie keer op het scherm kwam: op 15, op 21 en op 24 oktober 1974 |
| |
● | In deze kroniek wordt wel volledigheid nagestreefd, altans wat min of meer belangrijke programma's of artikelen betreft, maar die wordt natuurlijk niet
|
| |
| |
| bereikt. Toch kan dat niet de enige verklaring zijn voor de vrij magere oogst aan stukken over Frans-Vlaanderen in de Vlaamse dag- en weekbladpers. Over een vrij lange periode (van oktober 1974 tot maart 1975) verschenen: een Frans-Vlaamse aktualiteitenkroniek van L. Van Rijssel in De Brusselse Post (15 oktober en 15 februari 1975) artikelen van André Demedts over René Despicht en Jerome Verdonck in Kerk en Leven (31 oktober 1974), van E.V.D.W. over de bemoeiingen van C. Taccoen ten gunste van het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen in Gazet van Antwerpen (6 december 1974), van Tz over de waterwegverbinding tussen West- en Frans-Vlaanderen in Het Laatste Nieuws (12 december 1974), van R. Heddebauw, over een volle bladzij, over ‘Twintig jaar volkstoneel voor Frans-Vlaanderen’, in Gazet van Antwerpen (14-15 december 1974), van Jan Boedts over de reakties te Kales nu de Kanaaltunnel er niet komt, in De Standaard (23 januari 1975), van de Frans-Vlaming W. Boureel over de slottoren van Vleteren in De Toerist en De Autotoerist (27 februari 1975), van Miel Appelmans over de Frans-Vlaamse volksmuziek van Alfred en Kristien den Ouden in De Nieuwe (7 maart 1975) en van wm in De Standaard (8-9 maart 1975) over het kanaal Duinkerke-Veurne. |
| |
| Het Gentse tweemaandelijkse algemeen-kulturele tijdschrift Getuigenis (een uitgave van Open Kring, Gent, 20e jrg., nr. 1, januari 1975) publiceerde n.a.v. zijn 20e verjaardag 20 auteursgetuigenissen. Frans-Vlaanderen was vertegenwoordigd met een stuk van J. Fermaut. |
| |
Kulturele en andere manifestaties:
● | Op 22 maart 1975 had in het Brusselse Stadhuis de plechtige uitreiking plaats van de Visser Neerlandiaprijzen. Een daarvan is toegekend aan het Komitee voor Frans-Vlaanderen. |
| |
● | De Frans-Vlaamse Michiel de Swaenkring hield te Kassel op 9 maart 1975 voor de derde keer zijn jaarlijks kongres dat voorgezeten werd door Jacques Fermaut. |
| |
● | Alfred en Kristien den Ouden op wie d'r grammofoonplaat Traditionele Volksmuziek in Frans-Vlaanderen, Jaak Dreessen in het vorig nummer van Ons Erfdeel (p. 133) de aandacht vestigde, traden al herhaaldelijk op in Frans-Vlaanderen zelf. Zo o.m. voor een zang en poëzieavond van de vereniging Hekkerschreeuwen te Steenvoorde (9 november 1974), voor de volkskunstgroep De Kadullen te Belle (11 januari 1975) en voor het Maison des Jeunes et de la Culture (MJC) te Rozendaal-Duinkerke (14 februari 1975). Alfred en Kristien den Ouden stonden begin maart 1975 als eerste op een affiche met een reeks opeenvolgende optredens van internationale folkvedettes te Rijsel. Het bleek evenwel dat het organiserende lokale MJC-bestuur te voortvarend opdracht had gegeven aan de drukker, zodat het optreden van het duo den Ouden omwille van andere verbintenissen niet door kon gaan. Het zit er hoe dan ook toch in voor een avond met Frans-Vlaamse volksmuziek te Rijsel. |
| |
● | Sedert de laatste opsomming in Ons Erfdeel (17/1, p. 152) zijn een hele reeks voordrachten over Frans-Vlaanderen gegeven: voor het Davidsfonds te Kachtem (19 maart 1974) door A. Demedts, voor het Dosfelinstituut te Izegem (22 maart 1974) door E. Vandewalle, voor de studenten Romaanse en Germaanse filologie van de VUB en ULB te Brussel (5 april 1974) door Drs. A. Vanneste, voor VTB-VAB en Davidsfonds te Blankenberge (1 juli 1974) door J. Fermaut, Prof. W. Pée, E. Vandewalle en Drs. A. Vanneste, voor de zitting Research Committee on Sociolinguistics op een internationaal sociologenkongres te Toronto (23 augustus 1974) door Drs. A. Vanneste, voor de Lions Club te Hasselt (2 september 1974) door A. Demedts, voor leerlingen van het Gregoriuskollege te Ledeberg (4 oktober 1974) door J. de Poortere, te Drongen (15 oktober 1974) voor de Nederlandse deelnemers aan een door de Stichting-Lodewijk de Raet georganiseerd kontakt met Vlaanderen en Frans-Vlaanderen door C. Moeyaert en L. Verbeke, voor het Davidsfonds te Handzame (18 oktober 1974) en te Vlamertinge (24 oktober 1974) door E. Vandewalle, voor het Davidsfonds te Bredene (25 oktober 1974) door J. Fermaut en E. Vandewalle, voor het Davidsfonds te Reninge (26 oktober 1974) door E. Morel, voor het ANV, afdeling Den Haag, (22 november 1974) door G. Van Ryckeghem, voor de Albertus-Vereniging te Genk (20 december 1974) door A. Demedts, voor het Davidsfonds te Ukkel (11 januari 1975) door de Frans-Vlamingen P. de Verrewaere, D. Neirynck en D. Hardebolle, voor het Davidsfonds te Pittem (13 januari 1975) door A. Demedts, voor de Bond van de Westvlamingen te Brussel (26 januari 1975) door J. Fermaut en C. Moeyaert, in het Bertennest te Kortrijk (2 februari 1975) door G. Van Ryckeghem, voor de Orde van de Prince te Keerbergen (7 februari 1975) door senator Leo Vanackere, voor het Davidsfonds te Oekene (10 februari 1975) door J. Fermaut en E. Vandewalle, voor
de leerlingen van
|
| |
| |
| het St.-Lutgardisinstituut te Merksem (7 maart 1975) door W. Boureel en C. Moeyaert, voor Diogenes te Brussel (18 maart 1975) door E. Vandewalle en voor de Goossenaertskring en VTB-VAB te Aalter (18 maart 1975) door C. Moeyaert. |
| |
| Een aparte vermelding verdienen de diavoordrachten van C. Moeyaert in Frans-Vlaanderen zelf, waarbij de spreker in het biezonder het Vlaams karakter van de streek aantoont. Dit was het geval voor de Michiel de Swaenkring te Duinkerke (5 april 1974 en 18 februari 1975), te Rijsel (3 mei 1974) en te Hazebroek (16 mei 1974), voor de kursisten van de Nederlandse vakantiekursus te Hazebroek (30 augustus 1974) en voor de kursisten van de Nederlandse avondlessen en voor andere belangstellenden te Kaaster (19 februari 1975) en te Steenvoorde (22 februari 1975). |
| |
● | De Volkshogeschool Stichting Lodewijk de Raet organiseert een vierdaagse reis door Frans-Vlaanderen (1-4 mei 1975). Ze wordt geleid door Ann en Bert Cardon. Op het programma staan vooral bezoeken aan musea en biblioteken (Valencijn, Kamerijk, Atrecht, Rijsel, St.-Omaars, Boulogne, Kales en Duinkerke) zodat de reis in de eerste plaats van kultuurhistorische aard zal zijn. Adres van de organiserende volkshogeschool: Maria Theresiastraat 31, 1040 Brussel, telefoon (02) 217 27 77. |
| |
● | Op 11 maart 1975 organiseerde VTB voor de derde keer, en in het kader van het vakantiesalon te Brussel, een kongres, met nu als onderwerp ‘Toerisme in de Nederlanden’. Voor Frans-Vlaanderen voerde C. Taccoen er het woord. |
| |
● | Van 15 februari tot 24 maart 1975 had in het Rijselse Paleis voor Schone Kunsten een tentoonstelling plaats La tapisserie moderne en Brabant. Ze kwam tot stand op initiatief van de Bestendige Deputatie van Brabant, een te Brussel gevestigd Office Provencial des Métiers d'Art du Brabant en het Belgisch Konsulaat te Rijsel. |
| |
● | De te Marseille geboren maar sedert 1956 in Frans-Vlaanderen werkende beeldhouwer R. Conte stelde van 15 februari tot 15 maart zijn bronzen tentoon in de galerij Nord te Rijsel. Simone Fontan die de galerij leidt gaf een geïllustreerde katalogus uit. |
| |
● | Camille Taccoen, ere-schooldirekteur en nu ook lid van de Adviesraad van dit tijdschrift, leidt een Nederlandse avondkursus te Belle en organiseerde al twee keer een vakantiekursus te Hazebroek. Daarbuiten ontplooit hij nog een drukke aktiviteit ten gunste van onze taal: hij verschaft informatie aan de ouderverenigingen en de inspektie inzake de mogelijkheden voor Nederlandse lessen, komt tussen als het vak Nederlands ergens in de verdrukking komt, gaat mee Frans-Vlaanderen vertegenwoordigen op bijeenkomsten van taalminderheden te Parijs (zoals die van het Centre de Presse des Langues de France) en voert korrespondentie over deze problematiek met de regionale politici, zowel van de meerderheid als van de oppositie. |
| |
| Wat deze laatste betreft, kregen Taccoens tussenkomsten een biezonder gunstig onthaal bij volksvertegenwoordiger P. Mauroy, tevens burgemeester van Rijsel en voorzitter van de Frans-Vlaamse regionale Raad. Na verwezen te hebben naar zijn recent interview in Le Monde (interview dat hier vermeld werd in O.E., 18/1, p. 152-153), verklaarde P. Mauroy dat hij in Vlaanderen en de Nederlandse volkstaal meer ziet als zomaar een erfenis uit het verleden. Beide maken volgens hem een integrerend deel uit van de regio dat geruggesteund dient te worden. Hij verklaarde bereid te zijn elk voorstel in die richting aan de regionale Raad voor te leggen. |
| |
| Niemand zal het belang ontkennen van deze en andere uitlatinnen van de Franse en Frans-Vlaamse socialistische voorman. Ze verdienen dan ook onze aandacht. Men bedenke hierbij dat het regionalisme in Frankrijk al altijd in hoofdzaak gedragen is door de oppositie. Na meer als 15 jaar Gaullistisch bewind dat altijd zeer weigerachtig stond tegenover de minderheidstalen, staat de strijd voor die talen in de meeste regio's duidelijk aan de linkse oppositiekant. Onlangs zijn een socialistisch en een kommunistisch wetsvoorstel ingediend die in het onderwijs een behoorlijke plaats willen inruimen ten gunste van de minderheidstalen. |
| |
Publikaties In tijdschriften en in boekvorm:
● | Onder de titel Appelsien laat je zien (131 blz.) verzamelde de journalist Maurits van Liedekerke een bundel aftelrijmpjes uit heel Vlaanderen en uit Nederland. Ook Frans-Vlaanderen is erin vertegenwoordigd dank zij de verzameling die Cyriel Moeyaert aanbracht. Prof. Dr. K.C. Peeters schreef een woord vooraf. Het boekje dat verkocht wordt ten bate van een instituut voor mentaal gehandikapten is te verkrijgen door overschrjiving van 120 BF op prk 000-0927255-32 van de vzw Steunfonds Sint-Oda, Kloosterstraat 44, 3583 Overpelt. |
| |
● | Wat in Frans-Vlaanderen gepresteerd wordt op diverse terreinen van het kunstambacht kan men terugvinden in het boek
|
| |
| |
| Artisans et créateurs des Flandres et d'Artois (1974) van Silviane Léger. Het boek, dat in de boekhandel of bij de auteur (16, rue Carnot, Mons-en Baroeul) te verkrijgen is, kost 32 FF. |
| |
● | Het nummer 143 (november-december 1974) van het tijdschrift Vlaanderen is gewijd aan de volksmuziek in Vlaanderen. Drs. Alex Vanneste schreef er een bijdrage in over E. De Coussemaker en de Frans-Vlaamse volksmuziek (p. 332-337). |
| |
● | In het Amerikaanse tijdschrift Sociological Abstracts (Suppl. 47/1, 1974) verscheen onder de titel Sociolinguistic aspects of French Flanders. A diachronic and synchronic study een samenvatting van de lezing die Drs. A. Vanneste te Toronto hield op 23 augustus 1974. De volledige Franse tekst verscheen als afzonderlijke brochure onder de titel Aspects sociolinguistiques de la Flandre française. Etude diachronique et synchronique (Toronto, 1974, 55 blz.). |
| |
● | In het jongste Bulletin du Comité Flamand (Tome XIX, 1974) verscheen L'origine et les fluctuations de la frontière linguistique dans le Nord de la France van Prof. Dr. M. Gysselinck. Het is grotendeels een vertaling van 2 bijdragen over hetzelfde onderwerp in het tijdschrift Naamkunde (1970 en 1972). |
| |
● | In een vorige aflevering van deze kroniek (O.E., 17/3, blz. 472-474) heb ik n.a.v. een onderzoek over de wijze waarop Frans-Vlaanderen aan bod komt in encyklopedische naslagwerken de vraag gesteld welke inhoud kan worden gegeven aan het begrip Frans-Vlaamse literatuur. Kan bijv. een auteur als Georges Bernanos in zo'n kader passen? Wie er de Dictionnaire des Littératures (1968), o.l.v.Ph. Van Tieghem, op naslaat, kan onder het trefwoord Bernanos in de verste verte niet het minste verband met Frans-Vlaanderen bespeuren. Gaëton Picon en Michel Estève die beiden, respektievelijk met een Préface en een Biographie, het verzameld romanoeuvre van Bernanos presenteren in de Bibliothèque de la Pleiade, verwijzen herhaaldelijk naar ‘le pays d'enfance’ als inspiratiebron, zijnde niet B.'s geboortestad, wel Artezië en het dorp Fressin waar de auteur zijn kinder- en jeugdjaren doorbracht en Ariën (Aire) waar hij intern was op het kollege Sainte Marie en waar zijn interesse voor de politiek en de Action Française begon. In het driemaandelijkse regionale historische tijdschrift Revue du Nord (adres: Université des Sciences Humaines, Lettres et Arts, Sac Postal 18, F-59650 Villeneuve-d'Ascq) heeft Monique Gosselin met een artikel Bernanos et le pays d'Artois (nr. 220, 1974, p. 49-65) aangetoond dat dit een verre van onbelangrijk onderwerp is. Het begrip ‘pays d'Artois’ omvat in het oeuvre van B. eigenlijk de hele Frans-Vlaamse regio en dekt een ‘Vlaams’ landschap en een Vlaamse landelijke wereld, die in Ik werk van B. terugkeert en zelfs aanwezig is in de werken die elders gelokaliseerd zijn. |
| |
● | Het daaropvolgende nummer van dezelfde Revue du Nord (nr. 221, 1974) is volledig gewijd aan de referaten en gesprekken van een kollokium over La vie politique dans le Nord et le Pasde-Calais au XXe siècle dat op 18 en 19 mei 1974 plaats had aan de universiteit Rijsel III. |
De hier afgedrukte teksten zijn gebaseerd op het werk van studenten en professoren in de geschiedenis, en, maar in bijkomende mate, in de sociale en politieke wetenschappen. Zonder alle terreinen te bestrijken bevat dit nummer toch veel en nieuw materiaal en geeft het een duidelijk beeld van de richting waarin het opzoekingswerk gebeurt: de betrekkingen tussen politiek gedrag en sociale verhoudingen. Daarbij gaat veel aandacht naar het lokaal politiek-sociologisch onderzoek (op het niveau van stad, kanton of arrondissement). Het is dan ook tipisch dat de nagenoeg 200 bladzijden tellende aflevering maar één biografisch stuk telt (B. Simler, Un socialiste. Gustave Delory, 1857-1925). Het is ook tipisch dat het om een socialist gaat. Overal in dit nummer gaat de aandacht in de eerste plaats naar de socialistische en kommunistische partij. Beide partijen hebben totnogtoe in de 20e eeuw een met de rest van Frankrijk in het oog springend verschil vertoond: hun absolute overwicht op de andere politieke formaties. Daarbij aansluitend komt ook een overeenkomstig engagement tot uiting van talrijke professoren en studenten.
De bundel is kronologisch ingedeeld in drie periodes: 1e van 1902 tot 1914; 2e van 1919 tot 1934; 3e de naoorlogse periode. De tijd van het Volksfront en van de Tweede Wereldoorlog vallen dus buiten het bestek. Voor de eerste en de derde periode is gepoogd de grote lijnen van het politieke leven in zijn geheel voor de 2 departementen weer te geven. Voor de tweede periode worden uitsluitend de betrekkingen tussen kommunisme en socialisme behandeld.
Mijn aandacht ging bij de lektuur vooral naar een drietal punten:
1. | Het politieke uitzicht van de Frans-Vlaamse Westhoek met zijn Nederlands dialekt. Het be- |
| |
| |
| staan van J.M. Mayeurs boek over priester Lemire zal er de oorzaak van zijn dat de Westhoek er stiefmoederlijk behandeld wordt. Hier geen studies over de arrondissementen Duinkerke en Hazebroek. Lemire en beide arrondissementen komen wel even ter sprake, met verwijzing naar taal en mentaliteit, bij J.P. Florin (Présentation des forces politiques dans le département du Nord, en 1914, p. 155 e.v.). In een als getuigenis, opgenomen maar daarom niet oninteressant stuk van Jules Brenne (Les candidatures ouvrières dans le Nord, p. 185 e.v.) komt wel aandacht voor de taal, niet in de Westhoek, maar in het Rijselse, namelijk voor het chtimi en het Vlaams van de ingeweken arbeiders, als kenmerken van een typische arbeidsbeschaving die de auteur als eigenschap herkent van de hele Nederlanden. |
| |
2. | Een tweede punt waarover ik meer hoopte te vinden is dat van de betrekkingen tussen de socialistische partij in België en in Frans-Vlaanderen. Alleen het al genoemde stuk van B. Simler geeft enkele aanknopingspunten. Het is natuurlijk wel zo dat deze betrekkingen vooral, maar niet ekskluzief, in de 19e eeuw aan te wijzen zijn. |
| |
3. | Of de Vlaamse Beweging in Belgie een echo vond in het politieke leven in Frans-Vlaanderen is een vraag die de auteurs zich hier nergens stelden en die voor hen ook hoogstens van nevengeschikt belang kan zijn. Toch zitten links en rechts mogelijke aanknopingspunten verscholen, namelijk waar sprake is van patriottisme, van het Franse staatsnationalisme en van de Action Française. Want er bestaan voldoende aanwijzingen dat het deze verschijnselen zijn die de houding t.o.v. de Vlaamse Beweging in België bepaald hebben. |
| |
| Opsomming van alle bijdragen in dit rijk gestoffeerde nummer, dat met de bijdrage van B. Toulemonde, die ook al aan O.E. meewerkte, tot aan de wetgevende verkiezingen van maart 1973 reikt, ware niet te doen. Maar ik voeg er toch nog aan toe dat ik met de grootste aandacht de tekst heb gelezen van de openingstoespraak van rektor Pierre Deyon (p. 127-129), die, niet afkomstig uit de streek, maar met des te meer belangstelling en open oog en oor waarnam en zijn vizie weergeeft op wat de identiteit uitmaakt van de Frans-Vlaamse regio. |
Erik Vandewalle |
|