Frysk Orkest ondervindt ‘Hoe het is’.
Louis Andriessen veroorzaakte nogal eens de nodige deining in het wat gezapige Nederlandse muziekleven. De diskussies in zijn ensemble De Volharding, door de VPRO verfilmd, maakten heel wat los. Een ouder stuk, getiteld ‘Hoe het is’ klonk alweer jaren geleden in de Gaudeamusmuziekweek te Rotterdam. Frans Bruggen bespeelde daarin de elektrisch versterkte kontrabasblokfluit, een soort overblijfsel van de opera Reconstructie. Zijn improvisaties verzinnebeelden de intelligente musikus, het orkest had maar te spelen op losse snaren: zonder intelligentie, het massawerk. In 1970 speelde het Utrechts Symfonie Orkest dit werk in De Doelen zonder dat er van enige opwinding sprake was: het beeld van de komponist was nu ook weer niet zó onbekend. Maar in Friesland veroorzaakte één en ander wel degelijk de nodige opwinding. En dus zond de orkestraad van het Frysk Orkest een persbericht de wereld in (Leeuwarden, 4 februari) waarin gemotiveerd werd waarom ‘Hoe net is’ niet zou worden uitgevoerd op de koncerten te Groningen, Winschoten en Hoogeveen.
Zo'n bericht veroorzaakt een schok: je denkt dat bepaalde ontwikkelingen al weer verleden tijd zijn en ontdekt dat de randstad niet hetzelfde is als het blijkbaar volledig geïsoleerde Noorden Toch heeft Kurt Schwitters eens met een grote dadaistische tournee juist dit witte plekje op de landkaart trachten in te kleuren. (Zie Holland Dada van K. Schippers). Zo'n veldtocht is weer hard nodig.
Ernst Vermeulen