ASKO op dreef in Berio's Laborintus II.
Amsterdams Studenten Kamer Orkest.
Het Amsterdams Studenten Kamer Orkest is al lang niet meer een werkgroep van enkele doorzetters, maar een trefpunt in het hedendaagse muziekleven van amateurs inderdaad en nu dan ook beroeps, of beter: aankomende beroepsmusici, leerlingen van de twee Amsterdamse konservatoria, die sinds kort een samenwerkingsverband konkretiseerden. Uit deze pool worden een groter en een kleiner ensemble gerekruteerd. Het groot ensemble specialiseert zich in programma's zoals in de serie van 4 tot 23 januari (Kyoo van Maki Ishi, Synchrenisms nr. 6 van Mario Davidovsky, Z milosci do Warszawy van Donald Erb en de grandioze kollage van Berio Laborintus II op teksten van Edoardo Sanguinetti naar aanleiding van het Dante-jaar in de periode 1963-1965 gerealiseerd). Het kleiner ensemble stelt zich tot taak een nieuw publiek aan te boren door op te treden op tentoonstellingen, grote kulturele manifestaties, enzovoort. Daarbij worden wat voorzichtiger programmeringen uitgewerkt, daar zullen de meer aansprekelijke ‘klassieken’ van de twintigste eeuw zoals Varèse en Ives worden ondergebracht. Belangrijk is voorts, dat het kontakt met de jongere komponisten geaktiveerd zal worden in de vorm van liefst maandelijkse komponisten-workshops. Geen geringe zaak!
Evenals op het vorige optreden van het grote ensemble stond ook nu de komponist-dirigent Cliff Crego voor het orkest. Een uitstekend idee leek me de inleidende, openbare repetitie in het Amsterdamse Van Goghmuseum, dat steeds meer - de schitterende Schönberg-tentoonstelling! - nauwe relaties met muzikale avantgarde-uitingen aanknoopt. Ook Schönberg heeft indertijd zijn koncertserie opgericht niet met de bedoelingen om naar uitvoeringen toe te werken, maar om het werkkarakter te verduidelijken. Van repetities leer je honderd maal zo veel als van een eenmalige, zeer moeilijk te plaatsen uitvoering. Bij Schönberg blééf het zelfs beperkt tot repeteren... Met name een werk als