muziek
Die Nase van Dimitri Sjostakowitsj
De grote ontdekkingen van de dadaïsten, te weten dat vrijwel alle vernieuwingen uitmonden in teatervormen (in het Bauhaus bleek al spoedig dat het ballet zich niet meer zou onderscheiden van modern teater) bereikte ook de Russische avantgardisten. Eén van de meest interessante vernieuwers Dimitri Sjostakowitsj. In Leningrad wist men precies wat er in West-Europa speelde. Helaas stelde in 1930 de plaatselijke ‘Vereniging voor eigentijdse muziek’ zich op een standpunt dat niet gedeeld werd door het ‘Prokoll’ (Proletarisch Kollektief van Sowjet-musici): het samengaan van eigentijdse muziek en een proletarische kultuur werd van de hand gewezen. Nauwelijks was de genoemde vereniging opgericht of de aanval werd reeds ingezet. En ook juist in deze periode begon het touwtrekken rond Sjostakowitsj' satirische opera De Neus naar Gogols novelle. In Gogols stuk falen de overheid, de voorlichtende organen en de wetenschap: zekerheden waaraan de geteisterde hoofdfiguur (zijn neus raakt in een versgebakken brood om een eigen leven te gaan leiden, dadaïsme in optima forma) zijn vertrouwen had gegeven. De muziek is brutaal en hard, er is bijvoorbeeld een intermezzo voor louter slagwerk. Er wordt geranseld en geslagen, niet alleen op de domme burger, op de bureaukratie, op het politieterrorisme, maar dus ook op het gehoor van de luisteraar, altans dat effekt zal het werk zeker hebben gehad, nu zijn we - bijvoorbeeld met de agressie van Die Soldaten van Bernd-Alois Zimmermann - wel wat anders gewend.
Het ekspressionistische drama was in kubistische blokken hard op het toneel geplaatst door het Munchense Staatstheater am Gärtnerplatz, dat voor de Nederlandse Opera Stichting een aantal gastvoorstellingen verzorgde in de serie Muziekteater van de 20e eeuw (ook nog de kombinatie van Schönbergs Erwartung met Bartoks Blauwbaards Burcht, Strawinsky's The Rake's Progress, Janaceks Makropoulos en Svejk van Robert Kurka, leerling van Milhaud, een jaar na zijn dood in 1958 ging The Good Soldier Schweik in première).
Een opvoering die liep als een trein, ook letterlijk, want de grote zetstukken raasden feilloos over het toneel, een grandioze massaproduktie. Een karakterisering van individuele figuren had de komponist trouwens ook niet willen nastreven, de rijdende wagentjes die de paniekerige menigte achter na zit, dit dan in een kader van metalen buizen in de beproefde agit-propstijl, sloot schitterend aan bij de opzet. De op- en afdravende massa's, brandweer, politie helemaal niet zo grappig, maar dat is het dadaïsme hier in het Westen, zeker met de verschijning van Picabia in het kabaret Voltaire te Zürich nou ook niet geweest - het liet niet na in al zijn onstuimigheid en brutaal opzwepende ekspressie grote indruk achter te laten Misschien wat te veel van het agressieve, want dan wordt de Kafkiaanse dreiging alleen maar absurd, wordt de koorts meer revue. In deze orgie kwam dus de verfijnde spot in de verdrukking, maar nogmaals: dat was de konsekwentie ook van Sjostakowitsj' behandeling. De overladenheid slaat de dramatiek stuk, er is weinig opbouw in feite en verstaanbaar is zo'n opera natuurlijk allerminst: alles roept en gilt door elkaar heen. Een 200 man sterk ensemble leefde zich in 1½ uur uit, na afloop was iedereen, ook de toeschouwer, bekaf.
Ernst Vermeulen