Geschiedenis v.d. Tweede Wereldoorlog, nr. 3.
Deze aflevering vertoont gelijkenissen met de voorgaande: één uitstekende bijdrage en voor de rest verdienstelijk en minderverdienstelijk werk. De uitstekende bijdrage is deze van Albert De Jonghe, De strijd Himmler - Reeder voor de benoeming van een HSSPF [Höherer SS und Polizeiführer] te Brussel (1942-1944). Eerste Deel: De Sicherheitspolizei in België. De Jonghe bevestigt hier dat hij onze beste specialist is van de nazi partijen staatsstrukturen en hun onderlinge strijd. Zoals wij het van hem gewoon zijn, demonteert hij geduldig het raderwerk, toont ons elk onderdeeltje en weet te vertellen waarvoor het werd gemaakt, en hoe het in feite heeft gedraaid, en dat gedurende 70 boeiende bladzijden. Over de eigenlijke strijd Himmler - Reeder, zullen wij meer vernemen in het tweede deel van zijn studie.
Frans Van der Elst wijdt een al te korte en haastige bijdrage aan Dr. Elias, als leider van het V.N.V., hopelijk een aanloop tot een grondiger en uitvoeriger studie. Boeiend en relevant zijn de artikels van Georges Hautecler over Het godsdienstig leven van de Belgische krijgsgevangenen (1940-1945) en vooral Israël Shirman, De Ekonomische plundering van de Joden in België; terwijl Jean Van Welkenhuyzen een soort seminarie-oefening voor kandidatuurstudenten in de hedendaagse geschiedenis publiceert onder de titel: De diplomatieke konferentie van 5 april 1940. Het is een tekstkritische vergelijking van diverse verslagen van een beperkte top-secret vergadering te Brussel, en het verslag ervan, dat de Duitse ambassadeur de volgende dag aan zijn werkgevers te Berlijn opstuurt, en dat komt uit de mond van één van de deelnemers. Van Welkenhuyzen stelt wel de vraag wie die deelnemer zou kunnen zijn, maar hij doet geen enkele poging om hierop een antwoord te zoeken. De dokumentatie van het Centrum schijnt op sommige punten nog leemten te ververtonen...
Het was geen gelukkige keuze vanwege de samenstellers, in één en hetzelfde nummer de bijdrage van De Jonghe te laten volgen door een artikel over een gelijkaardig onderwerp: De ‘Dienst D’ en de hulp aan de onderduikers in de streek van Luik, door J. Dujardin. Een vrij verward verhaal dat meer heeft van een spreekbeurt dan van een historische studie, en dat misschien opgenomen werd als ‘repoussoir’, om de kwaliteiten van De Jonghes metode beter te onderlijnen. Of moet men de aanwezigheid van dit artikel in verband brengen met de oproep die de direkteur van het Centrum doet in zijn Woord vooraf, waarbij hij de tweejaarlijks verschijnende Bijdragen van het Centrum, - dat in 1974 acht vaste wetenschappelijke medewerkers telt -, openstelt voor alle buitenstaanders, zelfs hoopt dat er een ogenblik komt dat een ganse aflevering van de Bijdragen door buitenstaanders zal worden verzorgd. Voorwaar een vriendelijk gebaar, maar meteen een verrassende bekentenis, die dan nog samenviel met een perskonferentie (november 74) waarin geklaagd werd over het gebrek aan belangstelling (en de daarmee bedoelde financiële middelen) voor het Centrum, vanwege de regering!
Luc Schepens
Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, nr. 3, Brussel, Navorsings- en Studiecentrum voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, 1974, 8o, 199 p., 190 fr.