Dufay en Binchois. Miniatuur in Martin Le France: Le Champion des Dames.
vende uitspraken die tijdgenoten en nazaten als om strijd met zijn naam verbinden.’ (R.B. Lenaerts, id. p. 16).
Over de eksakte plaats van Dufay in de muziekgeschiedenis is reeds heel wat geschreven en gediskussieerd. Vroeger omschreef men hem vaak als een Boergondisch komponist, hoewel hij nooit verbonden is geweest aan dat luisterrijke hof. De laatste jaren evenwel beschouwt men deze ‘Van Eyck van de muziek’ als de eerste belangrijke hoofdfiguur uit de glansperiode van de Nederlandse polyfonie; volgens velen de voornaamste vertegenwoordiger van de zgn. eerste Nederlandse school. Of men hem meteen aan het begin van een nieuwe periode, de Renaissance, moet plaatsen, dan wel als een overgangsfiguur moet bestempelen, is een andere twistappel onder de musikologen. Iedereen is het er echter over eens dat naar konceptie en struktuur, naar klankidioom en stijlmiddelen, vooral zijn latere werken tal van vernieuwingen bevatten die op zijn minst de Renaissance inluiden. In dat verband kan men wijzen op de neiging tot muzikale ekspressie, de ontwikkeling naar de ‘konsonante’ tonale harmonie, de uitbreiding van de traditionele driestemmigheid tot de vol-sonore vierstemmigheid, de voorliefde voor een klare cantabele lijn, de zin voor architektonisch evenwicht en het gebruik van een doorzichtige polyfonie. Van de strenge, vaak isoritmische schrijfwijze uit de ars nova evolueert hij naar een sterke homogene en gelijkgerechtigde kombinatie van alle stemmen, tot zelfs een parallelle behandeling van bepaalde stemgroepen. ‘Bovendien ontdekt men twee aspekten, die hem tot een geniale vernieuwer maken, ver vooruit op zijn tijd: de architekturale zin voor proportie, voor eenheid in verbondenheid bij het ontwerpen van de grote cyclische vorm, en zijn geheel nieuwe visie inzake klankstruktuur en klankdosering’ (R.B. Lenaerts, id. p. 19).
Een gewichtig aspekt van Dufay's muziekhistorische betekenis ligt op het terrein van de miskompositie. Hij is immers de schepper van de zgn. unitaire mis of eenheidsmis, een type dat meer dan een eeuw na hem nog altijd als basis zal dienen voor vele meerstemmige miszettingen. Na een jarenlange evolutie, die gemakkelijk te tekenen is vanaf de Mis van Doornik over de zgn. Kroningsmis van G. de Machaut en verschillende bladzijden van tijdgenoten, komt Guillermus Dufay tot een struktuur waarbij de vijf delen van het misordinarium een duidelijke eenheid en overeenkomst vertonen. Het kyrie, gloria, credo, sanctus-benedictus en Agnus-Dei staan niet alleen in dezelfde tonaliteit of vertonen een zelfde schrijfwijze; zij zijn tevens op een zelfde bestaande melodie gebouwd, die als cantus firmus in de tenor van elk deel terugkeert, en zij beginnen telkens met hetzelfde, meestal meerstemmig uitgewerkte kopmotief.
Werk, stijl en betekenis van Guillermus Dufay werden in de festivalherdenking te Leuven rijkelijk en raak belicht. Niet minder dan vijf koncerten brachten een of ander aspekt van zijn omvangrijk repertoire of van zijn specifiek klankidioom onder de loep: Dufay, zijn voorlopers en zijn tijd - De kunst van de hoofse minne; het chanson van Dufay - Dufay en de Missa Se la face ay pale - Dufay als komponist van gewijde muziek - Dufay, wegbereider van de Renaissance. Bij die gelegenheid stelden Pieter Andriessen en Karel Aerts een voorbeeldige programmabrochure samen waarin de verschillende programma's gedetailleerd werden toegelicht en waarin vooraanstaande musikologen zoals R.B. Lenaerts, R. Wangermée, David Murrow en J. Van Deun het muzikale portret van Dufay vervolledigden. Die publikatie is op zichzelf reeds een waardevol en blijvend dokument.
Wij waren in de gelegenheid twee koncerten uit deze reeks bij te wonen. Wij behouden de allerbeste herinnering aan het koncert van zondag 1 september, dat gewijd was aan de kunst van de hoofse minne, zoals die in het Boergondisch chanson van G. Dufay en G. Binchois haar neerslag kreeg. Het programma was zodanig samengesteld dat de verscheidenheid aan gevoelsinhoud en diverse kompositietechnieken in Dufay's chansons precies geïllustreerd werden: naast het vreugdevolle danslied Ce moys de may het krijgshaftige liefdelied Donnés l'assault of het