b) Kulturele manifestaties.
• Op 14 juni 1974 had te Sint-Maria-Kapel in Frans-Vlaanderen een eerste ontmoeting plaats van burgemeesters uit Frans-Vlaanderen en West-Vlaanderen. Het initiatief ging uit van burgemeester F. Bottu van het kleine Frans-Vlaamse dorp aan de IJzerbron, Brokzele, en E. Morel van de heemkundige kring Bachten de Kupe. Het was verheugend dat van Westvlaamse zijde burgemeester Mommerency van Nieuwpoort niet alleen bereid was aanwezig te zijn maar er ook het woord te voeren, wat bewijst dat, waar het om Frans-Vlaanderen gaat, politici van diverse strekkingen bereid zijn hun medewerking te verlenen. De Westvlamingen die het niet beneden hun waardigheid vonden de verplaatsing naar het kleine Sint-Maria-Kapel te ondernemen hebben dat niet nutteloos gedaan. Naast de talrijke Frans-Vlaamse kollega's was ook G. Debeyre aanwezig. G. Debeyre is ererektor van de Rijselse Rijksuniversiteit en voorzitter van het CERES. Hij moedigde de deelnemers aan meer initiatieven in die zin te nemen.
• De Werkgroep geschiedenisvolkskunde-heemkunde van het Waregemse Komitee voor Frans-Vlaanderen hield op 12 juli 1974 haar 6e Geschiedkundig Colloquium in de Universitaire Campus van de KULAK. Tema van de middagzitting was het onderwijs van en in het Nederlands in Frans-Vlaanderen in de 19e eeuw.
• Voor de 3e keer had aan de Gentse Rijksuniversiteit de vakantiekursus Nederlands voor Franse studenten plaats (29 juli - 24 augustus 1974). Dit keer verbleven de studenten bij Gentse families i.p.v. in een studentenhome. Onder de 25 deelnemers bevonden zich 7 Frans-Vlamingen.
• Wie vertrouwd is met het oudste - wel geklasseerde maar vaak trieste - stadsgedeelte van Rijsel, doet nu de indruk op dat het snel voortschrijdende verval toch niet onvermijdelijk is. Steeds meer partikulieren restaureren hun oude woning die vaak deel uitmaakt van Rijsels historisch en artistiek patrimonium. Natuurlijk is er een subsidiekraan beginnen te lopen, maar de verandering is vooral het gevolg van de efficiënte drukking die de 1800 leden tellende Association Renaissance du Lille ancien (15, rue de la Monnaie) wist uit te oefenen, om nog niet te sprekenvan de mentaliteitswijziging bij de betrokken bewoners die daarmee gepaard ging.
Het Hospice Comtesse (32, rue de la Monnaie) doet er ook wat aan. Het geheel krijgt momenteel een schoonmaakbeurt. Er is ook een tentoonstelling Lille, ville d'art, een overzicht van wat het oude Rijsel bezit op het gebied van schilder- en beeldhouwkunst, kunstambachten en architektuur. De ekspozitie is nog tot 30 oktober 1974 elke dag open van 10 tot 12.30 uur en van 14 tot 17 uur (behalve op dinsdag).
Met deze tentoonstelling wil konservator Ph. Jessu - vergeet niet dat het Hospice Comtesse ook een museum voor Frans-Vlaamse volkskunst herbergt - een bijdrage leveren tot het behoud en de leefbaarheid van Rijsels oudste kern. De onmiddellijke omgeving van de rue de la Monnaie en het Hospice Comtesse zijn bestemd om een echte ‘llot Culturel Comtesse’ te worden. Over dit en nog andere plannen organiseerde het Rijselse stadsbestuur een perskonferentie op 12 september 1974. Rijsel doet er dus wat aan om de sporen van zijn verleden te bewaren.
• Na het sukses van vorig jaar krijgt Rijsel zijn tweede Festival de Lille (16 oktober - 30 november 1974; inlichtingen en reservatie: Agence artistique Panir, Festival de Lille, 31 rue Faidherbe, F-59000 Lille). Op het programma: muzikale uitvoeringen, toneel, filmvertoningen en tentoonstellingen, waaronder twee belangrijke, Cent ans de peinture française dans les collections du Nord (17 oktober - 18 november) is een tentoonstelling van Franse en Frans-Vlaamse werken in privébezit in Frans-Vlaanderen. Bij de Frans-Vlaamse kunstenaars zullen de beeldhouwers Dodeigne en Roulland en de schilders Delporte, Frézin, Gromaire, Lempeuer-Haut, Hémery,