3.
In de eerste plaats de kwaliteit. Deze zou altijd uitgangspunt moeten zijn maar het ligt al direkt voor de hand dat zowel lange als moeilijke artike en van goede kwaliteit, af moeten vallen. Maatstaven als omvang en moeilijkheidsgraad spelen dus een rol. Verder een zekere afwisseling, dat zeggen de samenstellers trouwens ekspliciet: ‘gestreefd is naar zoveel mogelijk verscheidenheid van onderwerp en vorm’, en zij voegen eraan toe ‘naar een gelijke verdeling tussen de bijdragen uit Zuid- en Noordnederlandse tijdschriften’. (Verantwoording.) Er komen nu drie kriteria bij, want naast de twee door de samenstellers genoemde, lijkt het aannemelijk dat zowel in het noorden als in het zuiden zoveel mogelijk tijdschriften aan bod komen. Hier is trouwens dit jaar niet veel van terecht gekomen. Ik mis Raam, De Gids en Tirade. In die tijdschriften zijn korte, niet-specialistische en kwalitatief goede bijdragen verschenen. In Raam over Hermans, in Tirade over Van het Reve.
De moeilijkheid is bovenstaande kriteria te verenigen binnen een gegeven ruimte van zo'n 150 pagina's. Het hoeft geen betoog dat dàt een onbegonnen zaak is, zoals dit jaar weer blijkt.
In één opzicht in ieder geval hebben de samenste'lers dit aan zich zelf te wijten. Het opnemen van twee artikelen over Boon en twee over Van Vriesland mag een tegemoetkoming aan de aktualiteit zijn, aan de andere kant neigt dit zoveel naar tematisch kiezen, dat de problemen niet meer te overzien waren. Bovendien was men m.b.t. die vier artikelen inkonsekwent, gezien het uitgangspunt van ‘verscheidenheid’.
Kortom, in alle opzichten, zowel wat de soort uitgave betreft, als de keuze dit jaar, een teleurstellend boekje. De enige, schrale troost die de samenstellers kunnen koesteren is de principiële onmogelijkheid binnen de gegeven omvang een redelijke keuze te doen. Op de volgende Conferentie van de Nederlandse Letteren zou men tot een besluit moeten komen de omvang minstens te verdubbelen. Dan wordt zo'n uitgave zinvol.
Ruud Kraayeveld
Kritisch Akkoord 1973. Een keuze uit in 1972 verschenen essays in Noorden Zuidnederlandse tijdschriften samengesteid door J. Deleu, W. Hazeu, W.G. van Maanen en W. Verhegghe, Amsterdam-Brussel, Uitg. Paris-Manteau, 148. p.